Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Koperslager Wien Simonis

In het pand Grote Kerkstraat 11 woonde familie Simonis, waar Wilhelmus Simonis een koperslagerij, café en winkel had. Eén van de kinderen, Gozewienus (Wien) Simonis trad in de voetsporen van zijn vader en leerde het vak als koperslager. Een andere zoon van Wilhelmus, Jan, begon aan de Hoofdstraat in 1907 een bakkerij.

In 1905 trouwde Wien Simonis met Mieke Bouwens. Zij kregen twee dochters: Marie en Gerdina (Dina, geboren in 1912).

In 1920 werd het pand Grote Kerkstraat 11 verkocht aan de Volksbond en in gebruik genomen als R.K. Bondsgebouw. Wilhelmus Simonis had daar vooruitlopend op de verkoop, twee woningen laten bouwen aan de overzijde van de straat. De familie van Wien Simonis verhuisde onder andere naar deze woning. Lang hebben ze daar niet gewoond. Wien Simonis had de grond van de hooipers (hoek Hoofdstraat/Heereplein) gekocht om er een hotel op te bouwen. Zijn broer Jan Simonis had op de Keizersdijk grond liggen en wilde daar een nieuwe bakkerij bouwen. Na rijp beraad werden de plannen gewijzigd. Wien Simonis nam in 1926 het pand van zijn broer aan de Hoofdstraat over en begon een winkel in huishoudelijke artikelen, waaronder Weck-spullen, en een loodgietersbedrijf. In het loodgietersbedrijf was inmiddels neef Nico Simonis, zoon van Jan, komen werken en leerde van zijn oom het koperslagers- en loodgietersvak. In 1939 begon Nico zelfstandig in de ruimte van zijn oom. In 1945 begint Nico in het pand Keizersdijk 24 een elektriciteits- en loodgietersbedrijf met verkoop van aanverwante artikel in de bijbehorende winkel.

Radiodistributie

Vanaf ongeveer 1927 wordt in Nederland de radiodistributie ingevoerd. Daarbij wordt vanuit een centrale ontvanger en versterker het radiosignaal via kabels naar de huizen gebracht. Bij radiodistributie beschikte de luisteraar alleen over een luidspreker en een zogenaamde programmakiezer, deze was aangesloten op een plaatselijke "radiocentrale". Het signaal wordt landelijk verspreid via een uitgebreid kabelnet waar vele radiocentrales gebruik van maakten. Ook beschikten radiocentrales zelf over radio-ontvangers. Een abonnement op de draadomroep betekende dat geen dure radio hoefde te worden aangeschaft. De geluidskwaliteit van de draadomroep was doorgaans beter dan de eigen ontvangst. Het was voor de mensen die een aansluiting namen, goedkoper dan zelf een radiotoestel kopen. Via de kabel kregen zij vier of vijf zenders aangeboden. In 1935 krijgen de radiocentrales toestemming om tussen zeven en acht uur 's avonds via een derde lijn een eigen programma te verzorgen. Lokale reportages worden verzorgd rond de festiviteiten van Oranjeverenigingen, zoals het huwelijk van prinses Juliana in januari 1937. Door het toenemen van de oorlogsdreiging in Europa worden ook meldingen van de Luchtbescherming doorgegeven.

Begin 1940 gaan alle particuliere radiocentrales verplicht in handen van de PTT over. In eerste instantie neemt het aantal abonnees sterk af. Als in 1943 de Duitse bezetters verplichten tot het inleveren van alle radiotoestellen, is er nog een korte opleving. Na de oorlog wordt de radiodistributie door de PTT gecontinueerd. De naam "Draadomroep" wordt geïntroduceerd omdat het woord distributie na de oorlog een negatieve klank heeft gekregen. De draadomroep bleef echter ver achter bij het eigen toestelbezit, de grote noodzakelijke investeringen werden niet terugverdiend. In 1975 is de laatste radiocentrale verdwenen.

Hoe kwam nu de radiodistributie naar ’t Veer?

Een meneer van de Borg uit Breda heeft Wien Simonis zo ver kunnen krijgen om de radiodistributie in Raamsdonksveer, Raamsdonk en Waspik te exploiteren. De zendapparatuur bij de familie Simonis bestond uit drie toestellen op een kast, een grammofoon met een versterker en hendeltjes om te controleren waar storing was. Jan de Hoogh was knecht bij familie Simonis en ging die storingen veelal verhelpen.

Middels een schakelaar waren de zenders Nederland 1 en 2 en buitenland te ontvangen. Daarnaast verzorgde de familie Simonis zelf uitzendingen. Iedere dag tussen 19.00 en 20.00 uur werd er dan muziek gedraaid van de platen die door dhr. Holleman op zaterdag in een houten koffer (met daarin een veertig platen) naar Raamsdonksveer werd gebracht. Dochter Dina was één van de ‘diskjockeys’ van de Veerse radiodistributie. Ze begon haar uitzending steeds met een mars en eindigde ook met een mars. Er mocht alleen muziek gedraaid worden, dus geen gepraat. Een keer kwam de harmonie door de straat marcheren. Dina heeft die muziek toen ‘live’ uitgezonden, iets dat eigenlijk niet mocht.

Iedere week werd het geld voor de radiodistributie bij de abonnees opgehaald. Jan de Hoogh deed dat op zaterdagmiddag in Raamsdonk en Waspik, Dina in Raamsdonksveer. Had iemand op zaterdag geen geld, dan werd de route op maandag opnieuw gedaan. Tijdens de 2e wereldoorlog moesten er uitzendingen van de Duitsers worden uitgezonden. De Engelsen probeerden steeds deze uitzendingen te verstoren.




Heeft u meer informatie over deze personen? opdekaart@veerserfgoed.nl