Kleppen
(klèppe), ww., 1. klikken, doorvertellen, voor schut zetten; dè meens kan nie zonder klèppe, die vrouw loopt altijd te roddelen; 2. te pakken nemen; mèn klèppe ze nie, mij nemen ze niet te pakken.
(klèppe), ww., 1. klikken, doorvertellen, voor schut zetten; dè meens kan nie zonder klèppe, die vrouw loopt altijd te roddelen; 2. te pakken nemen; mèn klèppe ze nie, mij nemen ze niet te pakken.