Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Johan Cuijlarts

Het gemis van een eigen kapelaan in een eigen schuurkerk deed zich zo sterk voelen, dat de inwoners tijdens de oorlog van 1672-1678 onmiddellijk de gelegenheid aangrepen om een priester binnen te halen. De borgemeesters, de zetters en de kerkmeesters van Udenhout en Berkel vroegen op 17 juni 1677 aan de Staten-Generaal om een eigen pastoor. De priester die toen al in Udenhout opereerde was Johan Cuijlarts. Op 1 juni 1678 verklaarden vier inwoners van Oisterwijk dat zij gezien hadden, dat heer Cuijlarts gisteren 3 sinxtdach 2 misschen heeft gedaan in het oratorie van en binnen Udenhout ende aldaar de heilige communie aan verscheide personen heeft uitgedeeld en de voornoemde Cuijlart aldaar bichten heeft gehoord. Op 12 september getuigden twee Oisterwijkse ingezetenen dat ze op Maria Geboorte, 8 september, in Udenhout zijn geweest en daar in de schuurkerk een mis hebben bijgewoond. Heer Cuijlaerts leidde de dienst en hij heeft gepredickt, misse gedaen, bichte gehoort, ende de heijlige communie wtgereijckt. Zij waren op zondag 11 september opnieuw in de schuurkerk en Cuijlaerts heeft toen wel gepreekt en de mis gedaan, maar heeft geen biecht gehoord en geen communie uitgereikt.