Jan van Rijswijk

In 2014 verscheen in Sprokkels 11 een artikel over de correspondentie van en met Jan van Rijswijk uit Biezenmortel in de tijd dat hij was gemobiliseerd in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog. De Sprokkel is geschreven door zijn dochter Tonny van Rijsewijk- Van Rijswijk.

Jan van Rijsewijk

Jan als dienstplichtig soldaat.

Jan van Rijswijk is getrouwd met Anna van Herk op 9 juni 1936. Het jaar daarop wordt hun eerste zoontje Jan geboren. Anna is in verwachting van hun tweede kind en dan wordt Jan opgeroepen voor de mobilisatie. Jan maakt zich grote zorgen over zijn jonge vrouw, die in verwachting is en die een kleine van 2 jaar heeft op te voeden en dan is er nog de boerderij. In alle brieven en kaarten die Jan schrijft vraagt hij ook naar de boerderij en geeft hij Anna aanwijzingen wat er allemaal moet gebeuren en wie van de buurtbewoners zij kan vragen om te komen helpen. Staan de koeien al buiten? Hoe gaat het met Elsje 4? Zorgelijk en zorgzaam, zou ik zeggen. Maar mooi is het taalgebruik. Stel u bent net getrouwd, een jaar of 25, tot over je oren verliefd, je hebt samen een kleine en er is nog een op komst. Hoe zou jij je vrouw aanspreken? Liefje? Liefste? Schatje? Jan van Rijswijk begint zijn brieven aan zijn vrouw Anna met de aanhef: Beste vrouw en hij spreekt haar aan met u. Anna blijft in haar brieven in beleefdheidsvorm niet achter en zij spreekt haar man ook aan met u. Als een broer en zus een kaartje sturen, schrijven zei: “Zojuist is vrouw Anna nog hier geweest”.(Zie ook Unentse Sprokkels 11, blz. 63 t/m 68.)