Jan van Groenendaal

Jan van Groenendaal merkte de overgang van de broeders naar de komst van psychologen en pedagogen aan de jongens die bij hem werkten in de bloemenkas van Assisië. Jan was na zijn militaire dienst, na het doorlopen van de Middelbare Tuinbouwschool en na een kortstondig dienstverband bij een tuinder in Spoordonk in 1961 in dienst gekomen van Huize Assisië. Hij had gesolliciteerd op een advertentie en na een gesprek met broeder Chrysostomus van Asten kon Jan beginnen als fruitverzorger in het tuinteam. Daarvoor had Jan geen beeld van Assisië – “Daar kwam je nooit!” –, maar eenmaal in dienst maakte het dorp Assisië grote indruk. Het werk was divers. Zo werd bijvoorbeeld als ergens op het terrein een sleuf moest worden gegraven het tuinteam ingeschakeld. Na zes jaar werd Jan gevraagd de verantwoordelijkheid op zich te nemen van de bloemenkas. Dat was een verantwoordelijke functie. Jan kon een cursus bloementeelt en een cursus bloemsierkunst volgen. Hij zorgde voor bloemen en planten op de afdelingen, wekelijks bloemen in de kapel, bloemstukken bij feesten en voor bloemen die jongens konden meenemen bij bezoek aan familie. In het voorjaar moesten alle perken op het terrein worden voorzien van plantjes. Dat was een drukke tijd. In de kas had Jan hulp van bewoners van Assisië. In de tijd van de broeders met de grote bedzalen waren de jongens vooral volgzaam. Maar toen eenmaal de psychologen en pedagogen invloed kregen kon Jan dat merken aan de jongens. Jan kon meer uitleggen. De jongens begrepen meer de bedoeling van bepaalde werkzaamheden en daardoor konden ze ook meer werkzaamheden in enige mate zelfstandig uitvoeren, zoals schoonmaken, opruimen en bloemen afsnijden. Jan was nog lid van de Ondernemingsraad. Na 22 jaar stopte Jan zijn werk op Huize Assisië om zich fulltime te richten op zijn varkensfokkerij aan de Gommelsestraat.