Jan Martens

Jan van Jaoneke Willeme (1853-1925) was een van de vier vrijgezellen die samen boerden in de Bus in de Gommelsestraat, nabij de Rustende Jager. Zoals vaak gebeurde gingen ook zij in hun nadagen op het dorp wonen en wel in de Slimstraat. Broer Kees bleef in de Bus maar kwam nadien eveneens dichterbij. Hij bouwde het huis Groenstraat 95. Nadien zou zijn zoon Jo de grote boerderij in de Slimstraat gaan bewonen. Jan was een van de elf vooraanstaande landbouwers die in 1899 in Udenhout de Boerenleenbank oprichtten. Interessant detail is dat zeven van de oprichters ongehuwd zijn gebleven (suikerooms!). Er kwam een bestuur bestaande uit vijf leden met een voorzitter die directeur werd genoemd en een Raad van Toezicht met zes leden en een voorzitter met de titel van president. Degene die het dagelijks werk mocht doen was de kassier. Al met al geen alledaagse benamingen. Jan Martens ging deel uitmaken van de Raad van Toezicht, een college dat evenals het bestuur van de bank in het dorp aanzien genoot door de vertrouwelijke aard van hun werk. Voor Jan bleef het niet bij de oprichting van de bank. Al in 1902 was hij een van de oprichters en eerste secretaris van de plaatselijke Boerenbond, werd lid van de aankoopcommissie en in 1912 medeoprichter van de paardenverzekering. In 1916 trad hij om gezondheidsredenen terug als secretaris van de Boerenbond en is Graard Bergmans zijn opvolger. Kroniekschrijvers noemen Jan terecht een werker van het eerste uur. Naast zijn werkzaamheden ten dienste van de boerenstand was hij ook bestuurslid van de Vincentiusvereniging, lid van het Onze Lieve Vrouwe Gilde en Prefect van de H. Familie. In latere jaren werd zijn neef Jo Martens in de Raad van Toezicht van de Boerenleenbank gekozen.