Jac. van Vollenhovenstraat (Tilburg)
| Stadsdeel: | Noord |
|---|---|
| Wijknaam: | Quirijnstok |
| Datum besluit: | B & W 24 augustus 1977/21 september 1977 |
| Jaar: | 1977 |
De straat lopende vanaf de Sweelincklaan, oostelijk van de Quirijnstoklaan, zuidwaarts, tot de Centaurusweg nabij de Lovensekanaaldijk, met inbegrip van een in oostelijke richting lopend hofje.
[Copyright foto: www.elsfranken.nl (2008)]
Herkomst
Ter gelegenheid van de gouden bruiloft van J. van Vollenhoven
met L. van den Bogaert op 10 september 1945 in de tuin
van pension Mariëngaarde.
Jacobus Elise van Vollenhoven werd geboren in huize De Oorsprong te
Oosterbeerk op 20 mei 1871, als zoon van de Rotterdammer Joost van
Vollenhoven Czn. (1818-1884) en Henriëtte Christine van Maanen
(1833-1927). Hij trouwde te Nijmegen op 10 september 1895 met
Leonie Cornelia Marie van den Bogaert (geb. 's-Hertogenbosch 29
oktober 1870, overl. Tilburg 21 maart 1952). In 1893 had hij zich
al in Tilburg gevestigd, maar hij vertrok weer en kwam ten slotte
in 1896 vanuit Nijmegen weer in Tilburg terug.
Hij vestigde zich aan de Spoorlaan. In 1895 richtte hij samen met Emile Smulders de oliehandel Van Vollenhoven en Smulders op in de Nieuwlandstraat. In 1908 werd naast zijn woonhuis een kantoor gebouwd in Jugendstil (Nieuwlandstraat 41), een ontwerp van de Tilburgse architect Jan van der Valk. Boven in de gevel is een fraai tegeltableau gemetseld met het opschrift Van Vollenhoven en Smulders.Thans is de firma voortgezet onder de naam Vollenhoven Groot Olie aan de Goirkekanaaldijk.
Door vererving was Van Vollenhoven in het bezit gekomen van familieportretten van het geslacht Van Maanen-van Overzee. In zijn collectie bevonden zich ook tekeningen van Herman Moerkerk (1879-1949), aan wie zijn vrouw aan moederszijde verwant was. Bij zijn dood in 1958 vermaakte hij zijn collectie aan de gemeente Tilburg, echter onder de voorwaarde dat er een straat naar hem vernoemd zou worden, hetgeen dus ook gebeurd is. Jac. van Vollenhoven overleed te Tilburg op 11 november 1958. Hij was Ridder in de Orde van de H. Gregorius en Oud-prefect van de herencongregatie.
Bron: Ronald Peeters, De Straten van Tilburg (1987).