Hannes de Neet
In het versje "Een groet uit Udenhout" (1951) komt Hannes de Neet voor “die klinkt als een belleke”. Dat is een verwijzing naar een ander versje:
- Hannes de Neet
- Die liet een scheet
- Te Oisterwijk in het kapelleke
- Hij stiet z’n teen
- Toen liet ie er nog een
- En die klonk als een belleke.