Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Frans Robben

Opgegroeid op de Zandkant

Frans Robben is opgegroeid aan de Zandkant in Biezenmortel en in zijn jeugd speelde hij met een voetbalteam vanuit de lagere school van Biezenmortel regelmatig tegen een voetbalteam op Assisië. Misschien is het daardoor dat Frans affiniteit kreeg met zorg. Dat bleek ook uit een beroepskeuzetest, die hij deed na de middelbare school. De test duidde op een zorgzaam beroep.

Naar Assisië

Frans solliciteerde op Assisië en even later kwam Frans Kuijpers – ook geboren op de Zandkant – thuis op bezoek. Dat Frans uit een boerengezin kwam was een pré, want op de boerderij leer je aanpakken. Frans kon beginnen op Assisië, maar was nog te jong om met de opleiding te beginnen. Hij volgde intussen een cursus “Sport en spel en handvaardigheid”. Ondertussen werd Frans op een afdeling geplaatst en gedurende de Z-opleiding elk jaar op een andere afdeling geplaatst, om ervaringen op te doen. Voor Frans waren de afdelingen achtereenvolgens Franciscus 4, Jozef 2, Antonius 2, Antonius 6-7 en Elisabeth 2. Na de opleiding werd Frans nog hoofd van Antonius 4. Voor de toen 30-jarige Frans Robben veranderde de loopbaan ingrijpend toen in 1983 Frans de Weijer hem attendeerde op de functie van souschef van de wasserij met de mededeling dat zijn functie binnen enkele jaren wegens pensionering beschikbaar zou komen. Frans maakte de overstap en dat was het begin van managementcarrière in de sfeer van grootschalige organisatie. Op de wasserij werkten in die tijd 40 bewoners, maar tot de werkzaamheden behoorden bijvoorbeeld ook de keuterboerderij en de huiswerkers (bewoners die op verschillende plaatsen werkten, zoals op de woonvoorziening, in de keuken, de tuin en de kleermakerij), waardoor het totale bereik de inzet van 120 bewoners betrof. Frans volgde diverse opleidingen, onder andere bij TNO. Hij kon zich ontwikkelen tot een ondernemer die verantwoordelijkheid neemt voor de inhoud van het werk, de kwaliteit van het werk, de arbeidsomstandigheden (geluid en temperatuur binnen de wasserij) en de functionaliteit (zoals de ombouw van de keuterboerderij tot een evenement voor de bewoners). Na zeven jaar ging Frans op verzoek van hoofd Behandel en Begeleiding Rosenthal naar de Activering met de opdracht vooral naar de inhoud van het werk te kijken. Onder Peter Nouwens werd Frans hoofd Arbeidstherapie A. Dat betrof niet exclusief de Activering, maar meerdere vormen van dagbesteding voor alle bewoners. Voor elke individuele bewoner moest worden gezocht naar een zinvolle dagbesteding, waar mogelijk ingevuld met collectieve activiteiten. De opbouw van dagbesteding op maat maakte een investering van ruim 1 miljoen gulden noodzakelijk.

Decentralisatie

In de jaren tachtig en negentig kwam de decentralisatie van de woonvoorzieningen in een stroomversnelling. De bewoners zouden zich beter individueel persoonlijk kunnen ontwikkelen in kleinere gemeenschappen. Het centraal zetten van de individuele belangen van de bewoners leidde tot een veel geciteerde opmerking die Frans Robben vaak heeft gemaakt, namelijk de vraag: “Wat heeft Jan Jansen eraan?”.

Er was discussie of er op het terrein een nieuw arbeidscentrum zou komen ter vervanging van de Activering. Maar dat zou niet passen bij het beleid deconcentratie. Bewoners gingen voortaan met de bus naar een gehuurd arbeidscentrum in Waalwijk en het arbeidscentrum op het terrein van Assisië is opgeheven.

Dagbesteding opp maat

De opbouw van dagbesteding op maat heeft vooral plaatsgevonden in de jaren negentig met het project “Volwaardige dagbesteding”. Hierbij is toen – wat uniek was voor Nederland – dagbesteding voor alle bewoners gerealiseerd. Op het terrein betrof dat ongeveer 56 cliënten, waarvoor een bouwkundige investering van 1 miljoen gulden nodig was. Het betrof ongeveer 150 cliënten met een ernstig verstandelijke beperking, ouderen en bewoners met gedragsproblemen, die tot dan toe geen dagbesteding kregen, maar voornamelijk op de woongroep bleven. Vanaf 1995 kregen bewoners met ernstige of meervoudige beperking een dagdeel per dag dagbesteding, voor een deel aangeboden op de woonlocatie voor de bewoners die tussendoor nog veel op bed lagen. In 1999 werd dit uitgebreid naar een hele dag.

Frans Robben bleef actief op het terrein van dagbesteding voor bewoners, met veel organisatorische werkzaamheden zoals sluiten en vernieuwen, nieuwbouw, e.d., in Udenhout en later in Oosterhout en Waalwijk. Borging en duurzaamheid waren kernwoorden.