Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Eind

(ènd), o., einde, maar ook: 1. (van vee gezegd) stuks: zeuven ènde vee; ook wel exemplaar van de menselijke soort: ‘n driftig ènd, een opvliegend persoon; 2. (van iets langs gezegd, bv. worst of hout) stuk: ‘n end hout; 3. in enkele uitdrukkingen: tèène: aan het eind, afgelopen; ook wel: doodmoe, aan het einde van zijn krachten: ik zé tèènenaon, op het einde, aan het andere einde; tèènemekare, vlak achter elkaar, direct aansluitend, zonder uitstel, onmiddellijk: ge moet tèènemekare komen; ook: aachtermekare.