Dutselen
onov. ww., een duts zijn, zich sukkelig en stumperig gedragen, niet goed wakker kunnen blijven; vooral gezegd van oude mensen die aftakelen en dutselachtig worden.
onov. ww., een duts zijn, zich sukkelig en stumperig gedragen, niet goed wakker kunnen blijven; vooral gezegd van oude mensen die aftakelen en dutselachtig worden.