Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Dierbaar Udenhout: Historie

Dierbaar Udenhout, een dorp dat de historie koestert

Jan Denissen en Kees van Kempen


In Udenhout is de geschiedenis van bijna 800 jaar nog altijd heel goed zichtbaar, te bewandelen en te vertellen. Op deze pagina een overzicht van enkele aspecten daarvan.


Oude wegen

Een oude weg door het Brabantse land loopt vanaf Eindhoven, over Oirschot, Moergestel, Enschot en Waalwijk richting Holland. Een deel van deze oude weg ligt op de grens van Udenhout en heette vroeger als een geheel de Hollandse weg. Het was voor Brabanders en andere reizigers de weg naar Holland. Nu kennen we deze route als Waalwijksebaan, Waalwijkseweg, Houtsestraat en Loonse Molenstraat. Dat moet je oorspronkelijk zien als één doorgaande weg, de Hollandseweg. Ook liep er een binnenweg van Helvoirt over ’t Winkel, door de Berkhoek over Berkel naar Enschot. Mogelijk dat zich al vroeg kleine buurtschapjes hebben gevormd op ’t Winkel en in de Berkhoek, aan de rand van de grote gemeint, een voor algemeen gebruik dienend heidegebied tussen Udenhout, Haaren, Oisterwijk en Berkel. In de oudste geschiedenis van het dorp – vóór 1200 – lagen er in Udenhout al twee zogenaamde Einzelhöfe, grote landgoederen die er al waren voordat de gestructureerde ontginning van het bos op gang kwam. De ene lag in de Mortel en besloeg nagenoeg de complete huidige wijk Achthoeven. De tweede is Moffenhoeve (nu Moffelhoeve), in 1269 betrokken bij de schenking van de Heerlijkheid van Loon op Zand door de hertog van Brabant aan heer Willem van Hoorne. De Schoorstraat maakt ter hoogte van de Moffenhoeve een knik, een teken dat de hoeve ouder is dan de weg.


Boshoeven aan een ontginningsweg

In 1232/1233 kreeg de Abdij van Tongerlo van de hertog van Brabant het recht van houtkap in het Odenhout nabij Oisterwijk, dat duidt op het in ontginning nemen van het bos. Onder regie van de hertog is een ontginningsweg aangelegd vanaf de oude Hollandseweg. De ontginningsweg heette aanvankelijk in z’n geheel Groenstraat, maar kennen we nu als Molenhoefstraat (vanaf de oude Waalwijksebaan bij de Hemeltjes), de Slimstraat, de Groenstraat en de Biezenmortelsestraat.

Vervolgens ontstaan er hoeves aan de ontginningsweg en aan de randen van het dorp. Een hoeve is een zekere maat. Het staat voor voldoende grond om een zelfstandig draaiende boerderij te runnen, met voldoende weiland, akkerland en bossen voor het hout. We noemen dat de boshoevencultuur. En tussen de hoeven kwamen er wegen het achterland in. Dat is nog het best zichtbaar aan de noordkant van de Groenstraat. Vanaf het kruispunt tot aan ’t Gommelen lopen er vele paadjes richting den Brand en al die paadjes staan loodrecht op de Groenstraat.


’t törp

Het stratenplan van nu (behalve natuurlijk de recente nieuwbouwwijken) is ontstaan rondom 1300. Het dorp was toen al zo groot, er waren al zoveel boerderijen, dat het loonde om een eigen molen te hebben. Die was er al in 1340 aan de rand van de grote gemeint, de Kreitenhei. De molen werd vernoemd naar de plaats waar hij stond: de Kreitenmolen. De scheidingsweg die vanaf de Groenstraat recht naar de molen liep werd een vaak gebruikte weg en kreeg de naam Kreitenmolenstraat. De Schoorstraat was aanvankelijk (met uitzondering van de knik bij Moffenhoeve) ook een kaarsrechte weg, die aan de oude Groenstraat (nu Slimstraat) begon bij de weg die we nu kennen als de Korenbloem. Maar de boeren op ’t Hoog Schoor en in de Loonsehoek wilden ook een kortste weg naar de molen. Zo kwam er een kortere weg vanaf de poort van het kasteel richting de Kreitenmolenstraat. Die weg kennen we nu als de Schoorstraat. Als gevolg hiervan ontstond er een kruispunt, dat in het dorp de naam Kruisstraat had. Als je in oude aktes leest, zie je vaak de aanduiding Kruisstraat, en dan weet je wel dat het in het dorpscentrum is, maar niet of het in het eerste stuk van de Kreitenmolenstraat, de Slimstraat, de Groenstraat of de Schoorstraat is.


Udenhout behoorde tot de parochie van Oisterwijk. Al die tijd “kerkten” de Udenhouters in Oisterwijk, maar in 1474 hadden ze een eigen kapel gebouwd, weliswaar behorend tot de parochie van Oisterwijk, maar met een eigen kapelaan. De kapel hebben ze gebouwd aan het eerder beschreven kruispunt. De kapel kreeg dan ook de naam Cruijsstaetse kapel, de kapel bij het kruispunt. Zo is het dorpscentrum van Udenhout ontstaan, ’t törp.


Raadhuis, kerk en kasteel

Wie in 1850 in Udenhout zou rondwandelen, zou zich wanen in een nostalgische sfeer. Midden in het dorp het raadhuis en de kerk en daar vlakbij de pastorie en de openbare school met de woning van de schoolmeester, en op korte loopafstand een kasteel. Raadhuis, kerk en kasteel staan er nog altijd en hebben een bepalende invloed op het dorpsbeeld.


Het kasteel is de oudste van de drie. Het is gebouwd in 1761 door een hoge militair uit het leger van de prins, baron Willem van Dopff, die de grond had geërfd van zijn schoonouders. Later woonden er zijn (achter)kleinkinderen, de familie Le Mire. Het fietspad rechts van de Schoorstraat was vroeger bekend als Lemierkesdreef. Uitsluitend de kasteelheer mocht gebruik maken van deze dreef om in zijn koets naar het kasteel te rijden.


De Waterstaatskerk is van 1841. De oude Cruijsstraetse kapel was tijdens de Tachtigjarige Oorlog na de val van Den Bosch in 1629 in protestantse handen gekomen en de Udenhoutse katholieken beleden hun geloof in schuren, wat later in een zogenaamde schuurkerk, die stond op de plek aan de Slimstraat waar nu het Kloosterpad ligt. De Franse revolutie bracht vrijheid, gelijkheid, broederschap en dus ook vrijheid van godsdienst. Onze voorouders mochten hun geloof weer openbaar belijden. Ze mochten in 1841 een kerk bouwen. De buitenkant kwam nog tot stand in opdracht van het protestantse Ministerie van Waterstaat, maar onze voorouders konden aan de binnenkant naar hartelust hun gang gaan. Ze hebben er een prachtige kerk van gemaakt.


Het gemeentehuis is gebouwd in 1849, rechts naast de Cruijsstraetse kapel en bijna op de Schoorstraat. Het gemeentehuis omvatte ook de openbare school en de woning van de schoolmeester.


Een rijk boerendorp

Udenhout is van oudsher een boerendorp en is dat gebleven tot in de jaren zestig van de vorige eeuw. Het was goed boeren in Udenhout op vruchtbare grond. Er ontstonden vele rijke boerenfamilies met vele statussymbolen. De Udenhoutse boerenstand heeft prachtige boerderijen gebouwd en zo van Udenhout en Biezenmortel een mooi dorp gemaakt. Kijk eens naar de boerderijen, met hun leien dak, hun grote voordeur en hun versierselen.


Een katholiek dorp

Udenhout was ook een katholiek dorp. Wandel eens door Udenhout en laat je verrassen naast hoeveel voordeuren een Mariabeeldje is aangebracht. In het dorp vind je nog Mariabeeldjes en kruisbeelden langs de weg. In het katholieke dorp kwamen ook de kloosters en de congregaties voor onderwijs en zorg. Ook dat is nog zichtbaar. In 1862 kwamen de Zusters van Liefde uit Tilburg naar Udenhout voor katholiek onderwijs aan meisjes en voor bejaardenzorg. Hun Huize Sint-Felix is er niet meer, maar in de Felixhof staat nog een monument dat aan het klooster herinnert. Het fraterhuis aan de Slimstraat hoort natuurlijk bij de Fraters van Tilburg die in 1901 begonnen met katholiek onderwijs voor jongens. In 1903 begonnen de Broeders Penitenten uit Boekel in Biezenmortel een centrum voor geestelijke gezondheidszorg. Daar is nog steeds de organisatie Prisma op het Landpark Assisië. In 1919 bouwden de Paters Kapucijnen een klooster in Biezenmortel, een opleidingsinstituut annex kerk voor de Biezenmortelse gemeenschap. Zorgcentrum Huize Vincentius vooraan in de Schoorstraat is gebouwd in 1925 als kostschool, verzorgd door de Zusters van de Choorstraat uit Den Bosch.


Volop herinneringen

Het dorp heeft haar herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog met het kapelletje aan de Schoorstraat en monumenten op de kerkhoven van Udenhout en Biezenmortel en bij Bosch en Duin. Het dorp had ooit de grootste steenfabriek van Nederland, al weer vele decennia geleden gesloten, maar de erfenis is er nog, de afgegraven laaggelegen weilanden en akkers, maar ook de leemputten aan de Heusdensebaan. Aan de Kreitenmolenstraat – iets voor de spoorwegovergang – stond vroeger de boerentrots van Udenhout: de Landbouwschool, de Melkfabriek en de Boerenbond. Tot voor kort zat in de oude Landbouwschool een natuursteenzaak. In de voormalige Melkfabriek zit nu supermarkt EmTé. In het gebouw van de Boerenbond zit nu de winkel van Welkoop.


En natuurlijk zijn er de persoonlijke herinneringen aan gebeurtenissen, niet meer zichtbaar, maar wel aanwezig in de verhalen: de standsorganisaties van het dorp, de gemeenteraad, de gemeenteraadscrisis van 1970, de bouw van de wijk Achthoeven met z’n vele allochtone dorpsgenoten, de verenigingen, de harmonie door de straten van het dorp, etc.


Unentse taal

En nog elke dag is de oude Udenhoutse taal hoorbaar. Niet dat Udenhout een eigen dialect had, maar er was wel typisch woordgebruik. Iedereen kent wel de woorden “op törp”, “ons moeder” en “houdoe”. In Udenhout woon je langs de buurman en heb je knikkers gerolen. U beheerst het Unents voldoende als u het verschil kunt uitleggen tussen een schuup, een schup, een schop, een schaop, een schap, een schopke en een schöpke. Als u het verschil weet tussen een schopke en een schöpke is dat ook al prima, zeker als u weet dat het verkleinwoord van schop niet schopke is. Het Schrijversteam van ’t Schoor heeft in 2013 een Unents leesplenkske uitgebracht, waarop alle voorkomende klanken zijn weergegeven.