Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Deken van Orthen

In 1811 werd pastoor Lambertus van den Boome deken van het dekenaat Orthen, waar Udenhout toen toe behoorde. Na de oprichting van het bisdom 's-Hertogenbosch in 1559, kwam er in 1571 een nieuwe dekenale indeling. Een van de nieuwe dekenaten was Orthen, waartoe 20 parochies behoorden, te weten Alem, Berlicum, Boxtel, Dinther, Dungen, Empel, Engelen, Esch, Gemonde, Sint-Michielsgestel, Haaren, Heeswijk, Helvoirt, Oisterwijk, Orthen, Rosmalen, Schijndel, Vlijmen, de Sint-Peterskerk en de Sint-Lambertuskerk in Vught. In 1603 kreeg Liempde (onder Boxtel) een eigen parochie en sloot zich ook aan. Dinther en Schijndel gingen over naar het nieuwe dekenaat Sint-Oedenrode. In 1717 kwam Cromvoirt, als zelfstandige parochie afgescheiden van Vught, erbij en in 1722 Udenhout, als zelfstandige parochie afgescheiden van Oisterwijk. Als deken kwam pastoor Van den Boome nog al eens in andere parochies. Men vroeg hem eens of de mensen van Udenhout beter waren dan die van Haaren. De deken balde zijn vuist en wees met de vinger op de kneukels, waarbij hij zei: Haaren en Udenhout, knokkels van mensen. Voor de pastoor waren de mensen keihard, zoals hij hen had meegemaakt rondom alle mogelijke financiële kwesties, zoals zijn salaris en zoals bij de staking van het mannenkoor.