Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

De verbandkamer

16 066 draaierij 1951.jpg

‘Ik werkte als broeder-verpleegkundige op het St. Elisabethziekenhuis toen nog aan de Jan van Beverwijckstraat, maar ik heb nooit spijt gehad van mijn overstap naar de werkplaats’, aldus Jan van Hest die op 1 mei 1970 bij de spoorwegen aan de slag ging. Hoe kom je nu als verpleegkundige met weliswaar een vooropleiding op de ambachtsschool bij een bedrijf als de werkplaats van de spoorwegen terecht. Dat ligt toch niet voor de hand. ‘Dat dacht ik zelf ook’, aldus Van Hest, ‘toen ik van een patiënt Willy Klijsen hoorde dat er op de werkplaats ‘iemand’ werd gevraagd voor wat men ‘de verbandkamer’ noemde. Wat voor mij meespeelde was, dat ik op het Elisabethziekenhuis weinig perspectief zag. Maar heel eerlijk gezegd was het nooit bij me opgekomen om daar te solliciteren.

‘De bedrijfsarts, dokter De Haas had nog nooit van een bedrijfsverpleegkundige gehoord en eerlijk gezegd wist ik aanvankelijk ook niet wat ik moest doen. Een specifieke opleiding bedrijfsverpleegkundige was er nog niet, die is van latere datum. Duidelijk was dat de verbandkamer van 08.00 tot 17.00 uur bemand moest zijn. Het was een Eerste Hulp post op het bedrijf. Als er iets gebeurde en dat kon met zo veel machines en bedrijvigheid altijd, moest er iemand aanwezig zijn. Dat is tot 1996 zo gebleven. Toen er nog meer dan 1000 mensen bij het spoor werkte, was zo’n EHBO post verplicht. We hadden een bedrijfsarts, een verpleegkundige en een doktersassistente. Er was een aardige apotheek en gedurende mijn loopbaan zijn er ook allerlei apparaten bij gekomen‘

In 1962 was wat nu gebouw 81 heet neergezet, een medisch centrum. Daarvoor was er een oude verbandkamer waar later een moderne kantine is gebouwd. Een bekende verschijning in die jaren was broeder Van Kempen, die veel oud-spoormannen uit die jaren noemen. De verpleegkundige had ook de taak om op huisbezoek te gaan en het ziekteverzuim te controleren. De mensen van de verbandkamer vielen onder Personeelszaken.

In de jaren dat Van Hest er werkte was er in meerdere opzichten sprake van een omslag. Van Hest: ‘ We scoorden met ziekteverzuim altijd al redelijk met zo’n 8 %. Dat zakte door allerlei maatregelen tot 3 %. Preventie ging een steeds grotere rol spelen. Opmerkelijk was dat er op de werkplaats relatief weinig ongelukken gebeurden. De buitenwereld verbaasde zich daar wel over mede gezien de aard van het bedrijf. De policy was dat de direct betrokken groepschefs werden aangesproken op hun verantwoording voor hun mensen. ‘

‘Eind jaren zeventig kregen we met een golf aan afkeuringen te maken. Niet omdat het nu ineens allemaal ongezonder en slechter was, maar er was een afslanking van het personeel nodig en er werd ‘van bovenaf’ druk uitgeoefend, om mensen de WAO in te sturen. Anderzijds waren er ook mensen die met name door het veelvuldige asbestgebruik en de zware werkomstandigheden op latere leeftijd wel degelijk iets mankeerde. Rugklachten kwamen nog al eens voor, omdat het tot in de jaren zeventig de gewoonte was om zware onderdelen met de hand op te tillen.‘

‘Steeds meer werd ons werk gericht op preventie en voorlichting. Zo was er een periodieke keuring. Lichamelijk onderzoek waarbij bloed en urine werden onderzocht, maar ook gekeken werd naar wat voor soort werk mensen deden. Ergonomie gaat een belangrijke rol spelen. Bij deze onderzoeken kwam aan het licht dat nogal wat mensen gehoorbeschadigingen hadden. Demping van machines, wat geld kostte, was noodzakelijk, maar direct toepasbaar was het dragen van oordopjes. Wat de rugklachten betreft werden er voorstellen gedaan om anders te werken en (later) ook meer van hulpmiddelen gebruik te maken. Vanaf de jaren negentig wordt de Bedrijfshulpverlening (BHV) van belang. Ook daar speelden wij een rol in.’

Opvallend is dat bij de mensen van de werkplaats de EHBO post of het Medisch Centrum altijd bekend stond als de verbandkamer. Het is een van die vele oude tradities die d’n Atelier kende.

Henk van Doremalen