Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Clemens Schoonus

Clemens Schoonus voelde zich minder thuis in de traditionele zorg en meer bij jongens met de ambitie weer verantwoord terug te keren in de reguliere samenleving. Clemens vertelt zijn loopbaan en zijn uitdagingen:

Clemens had na de lagere school eerst op het juvenaat van de fraters gezeten en daarna de ULO te Oisterwijk. De cijfers zaten niet mee en toen Clemens 16 werd vond vader het beter om dan maar te gaan werken. Broer Jan werkte al op Assisië. Clemens solliciteerde, kreeg een gesprek met broeder Wendelinus en kon op 1 augustus 1968 beginnen als leerling verpleegkundige op Franciscus 4, een afdeling waar de bewoners veel zorg nodig hadden en waar Jan van Straaten hoofd was. Voor Clemens aan zijn opleiding tot Z-verpleegkundige kon beginnen moest hij toch eerst het ULO-diploma behalen. Daarin voorzag een interne opleiding op Assisië. Na anderhalf te hebben gewerkt op Franciscus, volgde een periode op de bedzaal Antonius 6 en weer later volgde de overstap naar de ouderenafdeling Maria met Henk Cornelissen als hoofd. Vooral Antonius 6 was echt hard werken. Als je nachtdienst had – in je eentje – moest je tweemaal per nacht langs alle 60 bedden en indien nodig alle bewoners verschonen. Met alle ervaringen merkte Clemens dat zijn interesse niet primair in de verplegende zorg lag, maar veel meer in het begeleiden van jongeren naar grotere zelfstandigheid. Clemens zag en greep zijn kans toen er een vacature kwam op een afdeling aan de rand van Assisië voor moeilijk opvoedbare jongens, soms licht verstandelijk gehandicapt, maar in elk geval moeilijk thuis te handhaven. Clemens kwam te werken op Savio 1 waar Piet van den Berg hoofd was. Het werk bestond nu niet uit verplegen, maar uit heel andere zorg: opvoeden, proberen de jeugd in positieve zin te ontwikkelen met het doel dat ze weer zo zelfstandig tussen mensen kunnen functioneren dat ze weer thuis kunnen wonen, of zelfstandig, en dat ze werk kunnen vinden. Het is werk voor pedagogen, waarbij voortdurend voortgangsrapportages belangrijk zijn om alle betrokken personeel goed te informeren over de individuele status. Clemens vond voldoening in de uitdaging elke individuele bewoner weer toekomst te bieden. Na anderhalf jaar werden de afdelingen ondergebracht in nieuwbouw met de naam “’t Hooghout”. Later werd het Hooghout een zelfstandige organisatie, onafhankelijk van Assisië, met Frans Kuijpers als eerste directeur. Het Hooghout had sterker en sneller dan de verplegende afdelingen al de visie om kleinschalige zorg bieden. Zo kwamen er leefgroepen van het Hooghout in woonwijken. Clemens kwam te werken in een leefgroep in Boxtel, maar dat stopte in 1988 omdat de zorgorganisatie La Salle de zorg in de regio Boxtel opeiste. Daarna kreeg Clemens de uitdaging om een nieuw leefgroephuis op te zetten in Valkenswaard. Hij was er een soort bouwpastoor die te maken had met de inrichting van het huis, het lokaal regelen van alle voorzieningen, het samenleven in de buurt, etc. Volop contacten. Altijd zaken om te regelen en bij te sturen, ook op de eigen vrije dagen. Het was een verantwoordelijkheid van zeven dagen in de week. In 1994 maakte Clemens de overstap naar de leefgroep in de Goudsbloem in Udenhout, een moeilijkere groep dan in Valkenswaard. Clemens heeft er 15 jaar gewerkt.