Bloemenparadijs
De opvoering van de sprookjesoperette “Het Bloemenparadijs” was het grootste succes van het jongenskoor Gaudeamus uit Udenhout. De eerste uitvoering was op eerste Pinksterdag 1950 en het optreden werd 13 keer geprolongeerd. Totaal kwamen er ruim 6000 mensen kijken en er waren nog 1200 aanvragen voor kaarten bij het laatste optreden, aldus de krantenberichten. Deze operette was door de fraters zelf in elkaar gezet, op muziek van grote componisten als Grieg, Schubert en Mozart, speciaal voor de opening van het parochiehuis. Er was een driemanschap dat de organisatie had. Frater Georgius was de grote stimulator en frater Francino verleende hand en spandiensten. Tante Cor maakte de kleding. Er was een jaar gerepeteerd door de 60 spelertjes. Ook was er een jaar gewerkt aan de decors en er waren 80 kostuums speciaal voor deze operette ontworpen en gemaakt. Het verhaal had een simpele intrige. Lelieglans werd verleid door Prins Monaco en wilde wel eens meer van de wereld zien. Met onbaatzuchtige offervaardigheid trotseerde Rozenschoon de strengheid van de winter en Lelieglans werd daardoor gered. Zij mocht daardoor weer “als een reine bloem gaan bloeien voor Gods ogen”. Er waren ook rollen voor: Bloemen, Vlinders, Dauwgietertjes, Schittersneeuw, Vriezevlug, Dooigauw, Pinijs, Koning Winter, Wintermannetjes, Jonker Lente, Pareldauw en Fioretta. Het stuk speelde zich af in Bloemendal, een ongerept stukje natuurschoon. Het eerste bedrijf was tegen de avond van een nazomerse dag. Het tweede bedrijf was in de winter. Het derde bedrijf was het lentefeest. De bloemen, de wind, de vlinders en wintermannetjes zongen. “Alles danste, juichte en jubelde van pure vreugde, die het leven ons zo overvloedig biedt” aldus een krantenartikel.