Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Biesbosch; Raamsdonksveer en de Biesbosch

Raamsdonksveer en de Biesbosch

Als ode aan de Biesboschwerker is in 1993 dit standbeeld van de rietsnijder onthuld. Kunstenaar Maria (Mieke) Coppens-Frehe nam Jan de Ruijter uit Raamsdonksveer als voorbeeld. Jan was niet alleen de laatste rietsnijder uit Raamsdonksveer, maar ook één van de weinige linkshandige rietsnijders. Dit standbeeld snijdt zijn riet linkshandig.

Raamsdonksveer heeft al eeuwen een band met de Biesbosch. Biesboschwerkers woonden vaak met hun grote kinderrijke gezinnen in kleine huisjes in een wirwar van steegjes op het Sandoel. De gezinnen waren voor werk en inkomen afhankelijk van de Biesbosch. De mannen werkten er als rietsnijder of griendwerker. Zelfs de straatnamen hadden met de Biesbosch te maken. De steegjes hadden namen zoals Rietsteeg, Hoepelsteeg, Biezensteeg, Kadepad, enz.

De Biesbosch was een goede bodem voor riet en grienden. Kleine akkers met wilgenbomen, omgeven door slootjes. Mede door invloed van eb en vloed werd het riet er wel vijf meter hoog. Het riet en het griendhout werden ter plekke gesneden, gesorteerd en samengebonden tot grote bossen.

In de winter, van november tot maart, vertrokken de mannen op maandagmorgen, in alle vroegte per roeiboot naar de Biesbosch. Vijf, zes uur roeien, door weer en wind, voor ze op de plaats van bestemming waren. Een zesdaagse werkweek, van zonsopkomst tot zonsondergang riet snijden, zonder enige vorm van comfort. Bij gunstig getij roeiden de Biesboschwerkers op zaterdagmiddag weer terug naar het Zuidergat.

Na het winterseizoen werd de oogst verkocht of verwerkt tot rietmatten, manden en hoepels voor tonnen en vaatjes. Rietsnijders werkten door het hele land voor Waterwerken, het huidige Rijkswaterstaat. Ze maakten zinkstukken voor de Afsluitdijk, de Deltawerken en voor de versterking van de dijken.

Het hoogtepunt van de rietmattenfabricage lag tussen 1900 en 1970. Rietmatten werden gebruikt o.a. bij de (glas)tuinbouw en de baksteenindustrie. Met de afsluiting van het Haringvliet in 1971, verdween het getij. Dit betekende het einde van dit ambacht.


Heeft u aanvullingen of wijzigingen bij dit artikel? opdekaart@veerserfgoed.nl