Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Antoon Hamers

Verhaal van Leo Hamers over zijn broer Toon


Onder de oorlog en de eerste maanden erna kon je altijd risico lopen met gevonden munitie, zoals mijnen en granaten. Er zijn vele ongelukken bekend. Op 21 december 1944 verloren op het Kapucijnenklooster te Biezenmortel drie Kapucijnen het leven na het openen van een kist met een tankmijn. Op 18 mei 1948 overleed op de Zandkant de boerenknecht Adriaan de Wit bij het demonteren van explosieven.

Zo was er ook een explosief dat wij een lont noemden. Het lijkt een beetje op een rotje op oudjaar, maar dan een van zeker 20 centimeter lang. Het is de eenvoudigste uitvoering van een handgranaat. Het heeft in het midden een buis met aan het begin ervan een slaghoedje. Dit slaghoedje wordt geraakt door een slagpin, die losspringt op het ogenblik dat de lont wordt weggeworpen. Het slaghoedje ontsteekt een langzaam brandende lont die, na 4 tot 7 seconden aan het andere eind van de buis het slagpijpje laat ontploffen, middenin de hoofdlading.

Mijn broer Antoon stond in 1944 bij ons op de schuilkelder, toen er iemand een lont naar hem toegooide. Hij raapte het op en toen ontplofte het. De scherven drongen zijn lichaam in en beschadigden in ernstige mate zijn longen. Hij werd eerst overgebracht naar het ziekenhuis in Tilburg maar drie weken later al naar het Sanatorium Berg en Bosch in Bilthoven. Deze kliniek was gespecialiseerd in longziekten, met name tuberculose. Er zijn verschillende Udenhouters die langere tijd in dat sanatorium hebben doorgebracht. Antoon werd erheen gebracht vanwege zijn longbeschadigingen, maar mensen in het dorp wisten dat hij in tbc-kliniek te Bilthoven lag. Hij is er drie jaar verpleegd en is daar overleden en enkele dagen daarna begraven op het Udenhoutse kerkhof. En mensen vertelden dat Antoon was overleden aan tuberculose. Arnold is evenwel slachtoffer van munitie, die zomaar ergens lag.