Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Anneke Schoenmaker

Anneke Schoenmaker was klaar met haar huisartsenopleiding en werkte als waarnemend huisarts op diverse huisartsenpraktijken, toen haar oom Jozef, werkzaam op de school, belde dat er op Assisië een vacature kwam voor huisarts. Anneke begon op Assisië in 1987 en heeft nog drie maanden mogen samenwerken met dokter Huismans, die daarna met pensioen ging en die werd opgevolgd door Jan Trommelen, een net zo jonge huisarts als Anneke. Twee jonge artsen, redelijk onervaren in het werkveld van de gezondheidszorg voor mensen met een verstandelijke beperking, trokken zich aan elkaar op en gunden elkaar een voortreffelijke en snelle praktische leerschool. Ze deden de spreekuren samen. Er was wel een verdeling van de afdelingen over beide artsen en ieder voerde het woord voor de patiënten van de eigen afdelingen, maar in de begintijd deden ze alle spreekuren met z’n tweeën. Voor de bewoners van Assisië was het soms te ingewikkeld. De meesten dachten dat Jan de huisarts was en Anneke de lieve juffrouw. Soms kwamen er bewoners binnen, keken rond, zagen Jan niet en zeiden dan: “Oh, de dokter is er niet!” en liepen weer weg. Maar Jan en Anneke gebruikten deze situatie. Als patiënten bang waren van de dokter deed Anneke het woord en het onderzoek. Voor Anneke waren de eerste maanden een aangename openbaring, hoe de jongens hun klachten aangaven of welke aandoeningen specifiek zijn, maar bovenal het tijd hebben om naar patiënten te luisteren en de waarde van de multidisciplinaire samenwerking.

Met de tijd ontstond er op het Medisch Centrum een enthousiast team met huisartsen, fysiotherapeuten, logopedisten, orthopedagogen, psychologen, de apotheek, e.a. Anneke Schoenmaker heeft die situatie als geweldig effectief ervaren. “Men werkte in hetzelfde gebouw en kende elkaars lief en leed. Het gevolg was dat iedereen op de hoogte was van de diagnoses en de effectiviteit van de behandelingen en dat men snel kon bijsturen als dat nodig was. Men overlegde samen of men zou kiezen voor een pedagogische behandeling of voor een medische behandeling of een combinatie ervan.”