Adriaan Teurlings

Adriaan Teurlings

Adriaan Teurlings

De molen gebouwd in 1868 hier nog met wieken

Adriaan Teurlings

De huidige molen zonder wieken

In 1777 komen we Adriaen Teurlings (1724-1808) in de schepenregisters van Oisterwijk tegen. Volgens de akte uit 1777 verkocht Adriaen Teurlings als man van Anna Maria Adriaan van de Pasch samen met de andere kinderen van Adriaan van de Pasch en Helena de Kok een huis, schop en bakhuis met 1 ½ lopense in de Kuil aan Adriaan van Loon. Het was een burgerhuis dat gestaan moet hebben in de Kuil net voorbij de Kuilpad, ongeveer ter plaatse van nummer 42/44. Van Adriaen Teurlings is een koningsschildje bewaard gebleven uit 1778, toen hij koning schoot bij het Udenhoutse Sint-Antonius en Sint-Sebastiaansgilde. Adriaen was meestersmid in Berkel. Op het schildje staat een aambeeld met hamer afgebeeld. Uit het huwelijk van Adriaen Teurlings en Anna Maria van de Pasch stamt zoon Adriaan (1761-1841), de stamvader van de Tilburgse molenaarsfamilie Teurlings die de Heikantse molen bemaalde en later ook de molen in Udenhout op de Loonse Molenstraat. Hoewel het lotje (nummer 3) dat Adriaan bij de loting voor de nationale militie trok, hem wel verplichtte om zich als dienstplichtig militair te melden, is hij niet daadwerkelijk in dienst geweest. Hij had, net als vele anderen wiens ouders het konden betalen, gezorgd voor een plaatsvervanger of remplaçant die namens hem aan de dienstplicht voldeed.