Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

1920-08-100 Weense kinderen

2 juni

Aankomst van ruim honderd kinderen uit Weenen van 7-15 jaren. Er was op zulk groot getal niet gerekend; maar de deelneming in het beklagenswaardig lot dezer verzwakte, uitgehongerde en nauwlijks voldoend gekleede kleinen was zo groot, dat allen een onderdak vonden. Den 7 Juni kwam een tweede bezending, zoodat het getal tot 170 steeg. Het R.K.Huisvesting-Comité te 's Bosch, dat deze kinderen in speciale treinen naar Holland haalde, en de locale comités 1), die ze in hunne gemeenten bij goede menschen onderdak brachten, hadden de handen vol werk. Ook de tweede bezending werd hier met liefde opgenomen, niet het minst door gewone menschen en arbeiders, die niet schroomden hun reeds talrijk gezin tijdelijk te vermeerderen. Het is zelfs gebeurd dat Udenhoutsche kinderen, met een Weensch kindje aan het station opgepikt, thuis kwamen aandragen.

1) Het Bestuur van den R.K.Boerenbond vormde hier het plaatselijk Comité en heeft zich zeer verdienstelijk van die taak gekweten. Reeds den 8ste Juni werden al deze kinderen in klassen verdeeld en begon een geregeld Kathechismus-onderricht, verscheidene malen per week, in het Duitsch gegeven, door den Pastoor. (Godsdienstige verzorging der "Wiener Kinder"). De Jongsten werden opgeleid tot de Biecht en Eerste H.Communie, die zij dan tezamen en stichtend deden op 8 Juli ten getalle van 56. De ouderen werden eveneens op vastgestelde tijden tot gezamenlijke H.H.Communiën toegelaten. Het was een dankbaar werk, onder deze van nature goedige, reine en godsdienstige kinderen te arbeiden. Aan allen werd het scapulier opgelegd en een paternoster gegeven en zoo noodig, een Duitsch kerkboekje en dito Katechismus. Ook Duitsche leesboekjes werden zooveel mogelijk verstrekt. De jongens bezochten steeds in grooten getalle het patronaat en waren ijverige spelers en voetbal¬lers, ook gedurende de week. Zij duldden echter niet de min¬sten overlast of partijdigheid van onze Udenhoutsche jeugd. Dan klonk het "Herr Pfarrer, er lässt mich nicht in Ruhe" of "der Schiedsrichter ist parteiisch", enz. Het streven, al deze kinderen spoedig op hun gemak te brengen, was volkomen bereikt; vooral toen met grooten ophef het jaarlijksch feest van Pastoor's verjaardag (20 Juni) werd gevierd. Allen amuseerden zich buitengewoon op de Groote Uitvoering door Chambly en Kardeck in de Patronaatsgebouwen gegeven en genoten van het gulle traktaak. Nog beter voelden zij zich "eingebürgert" toen ik, gebruik makend van hun aanleg voor tooneel en zang, hen mooie sprookjes-drama's en rei-zangen liet instudeeren, om die "uit dankbaarheid" op te voeren voor hunne pleegouders, pleegooms en -tantes. De uitvoeringen der "Wiener Kinder" in het Patronaat werden druk bezocht en waren werkelijk zeer schoon. Opgevoerd werden onder andere Schneewitchen, Dornröschen, Bauernburschentraum, Studentenstreich, Schuster-lehrling, Bauer im Fegafeuer. De Wiener Mädchen, pronkend in mijne mooie costumes, voerden op zeer nette wijze allerlei reizangen uit. Tooneel en voorraad van costumes, door mij in vroegere jaren aangeschaft ten gebruike der St.Jozefs-Congregatie, kwamen nu te pas. Kortom, de kinderen waren hier tevreden, en vertroeteld door hunne pleegouders, noemden zij Udenhout "ihr Paradies". En toen in de maand September 1) de meeste kinderen naar Weenen terugkeerden, rijk beladen met de geschenken hunner pleegouders, werden tranen bij het afscheid vergoten, en mij zelven was het, of een stuk van mijn hart werd weggevoerd. Sommigen dezer "Wiener Kinder" zijn met volgende "Kin¬derzüge" bij hunne pleegouders eenigen tijd teruggekeerd; en overigens brachten de volgende Kinderzüge steeds nieuwe kinde¬ren aan, maar niet meer in zoo grooten getalle. De episode der "Wiener Kinder" vult het heele jaar 1920; en het einde is nog niet te voorzien. Ik zelf durfde in 1920 geen Plege-Kind opnemen, om geene jalouzie te wekken en "alles voor allen" te kunnen zijn.

1) 2 September vertrokken 10 kinderen, 6 jongens en 4 meisjes. 7 September vertrokken er 41, onder andere Alois Houda, Aug. Uhbrech, Otto Berger, Ferd. Kuinck, Jos Schuster, Jos und Joh. Suster, Karl Thierkens, Herm. Künz, Ludw. Hasberger, Aug. Hawelka, Franz Hufnagel, Rud. und Gustav Schwacha, enz. 15 September vertrokken er 34, onder andere Rich. Spitzbart, Fritz Pretsch, Othmar lahner, Rudolf Fink, enz. 5 en 18 Okto¬ber weer anderen, zoodat er slechts 15 meer in Udenhout waren. 13 december vertrokken 5 meisjes. DE brieven van dankbaarheid van deze kinderen en hunne ouders stegen tot honderden, zoodat spoedig niet meer aan beantwoording viel te denken.