1919-08-Kermis

September

Gecorrespondeerd met den Burgemeester over de kermis, die gedurende de 5 jaren der mobilisatie op aandrang van het Legerbestuur niet had plaats gehad; en aangedrongen op niet weder invoering of minstens niet toelating van uiterlijk vertoon van kramen, kop van Jut en amusementen, om den toeloop der akelige "kermisloopers van professie" van elders te weren. Antwoord 4 September negative. De kermis was reeds door den Raad eenstemmig besloten, de staanplaatsen toegezegd, enz. Verbod van kramen, Jut, schiettenten, enz. zou geen toeloop weren. Ik was van een ander gevoelen, en drukte onverholen mijn spijt uit, dat een goede en misschien eenige gelegenheid tot afschaffing of localiseering en beperking der kermis onbenuttigd was voorbijgegaan. Kort daarna werd het zogenaamd "Vredesfeest" op een der kermisdagen gesteld. Alles werd achter ons om bedisseld, en het kreeg den schijn, of men de kermis eens terdege wilde oprakelen, en vooral de jeugd, die m.i. aan school en patronaat behoort, op de straat wilde lokken door openbare spelen, en aan onzen invloed onttrekken. Dit laatste mislukte, toen ik openlijk afkondigde, dat de eventueele deelneming der school- en patronaatsjeugd aan publieke volksspelen mijne instemming niet had. De Burgemeester, door mij absoluut gedwarsboomd in zijn plan om de kloostergronden en het armenland achter het klooster te halveeren en woningen te kunnen bouwen aan zijne geprojecteerde "Burgemeester Van Heeswijkstraat", speelde een vrij geniepige rol.