Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

07. Het oorlogsjaar 1944 en de bevrijding

Geallieerde bommen veroorzaken veel schade

Een groep van twintig Amerikaanse jachtbommenwerpers viel op 23 januari 1944 het vliegveld aan. Van de twintig afgeworpen bommen, vielen er maar vier op het vliegveld. De rest belandde bij Hulten en Dongewijk. Een week later op 31 januari 1944 werden in drie aanvalsgolven zo'n zeventig bommen afgeworpen. Daarvan viel de helft op het vliegveld, de rest belandde op Rijen en Hulten. In Rijen kwam een bom vlakbij Coöperatieve Zuivelfabriek De Hoop in de Pastoor Gillisstraat terecht.

De vernielde lederfabriek van de Firma A.J. Hoevenaars-Van den Noort in Gilze

Door de geweldige ontploffing werden zes woonhuizen zo zwaar beschadigd, dat zij voorlopig onbewoonbaar waren. Acht personen raakten gewond door rondvliegende glasscherven. Op het vliegveld werden twee Duitse soldaten gedood en vier anderen raakten licht gewond. De materiële schade was zo erg dat het vliegveld voor onbepaalde tijd buiten bedrijf was. Op 10 februari 1944 rond 13.00 uur was het weer raak toen Amerikaanse bommenwerpers van grote hoogte hun bommen uitwierpen. De Duitsers meldden dat 150 bommen op het veld neerkwamen, onder andere op de startbanen en het rolveld. Ook het centrum van Gilze werd getroffen. Vooral Warande, Nieuwstraat, Heuvel, Molenstraat, Vrijwel het hele dorp had glas- en dakschade. Een negenjarig meisje moest de aanval met de dood bekopen. Vijf woonhuizen en lederfabriek Firma A.J. Hoevenaars-Van den Noort werden totaal vernield.

Het dagelijks leven werd lam gelegd

Vier dagen later was er opnieuw een zware aanval op het vliegveld. Gelukkig vielen toen geen doden onder de burgerbevolking. Wel was er weer veel materiële schade. In Gilze hadden 50 woningen glas- en dakschade en in Rijen was dat bij 40 woningen het geval.

Bevolking verlaat Gilze

Grote gevolgen voor de individuele mens

Vanwege de onophoudelijke bombardementen en de heftigheid daarvan, vluchtten veel inwoners van Gilze naar omringende dorpen.

Vlucht naar het 'rustiger' Alphen

Ze zochten vooral hun heil in Alphen en Chaam. Sommigen keerden pas na de bevrijding terug in Gilze. Gilze was volgens sommigen veranderd in een spookdorp.

Gedwongen tewerkstelling op het vliegveld

Onder bedreiging van strenge straffen kregen vele inwoners van de gemeente in februari 1944 het bevel zich te melden voor herstelwerkzaamheden op het vliegveld. Zelfs in Tilburg en Breda haalden de Duitsers hiervoor mensen van de straat. De boeren uit de omgeving werden gedwongen om de beurt een week lang met paard en wagen op het vliegveld te werken. Vanwege het grote gevaar probeerden veel mensen zich aan de verplichte tewerkstelling te onttrekken.

Leerfabrieken in Rijen gevorderd

Tijdens de oorlog, maar vooral vanaf februari 1944, vorderde de Luftwaffe fabrieksruimten voor het legeren van militairen, het huisvesten van diensten of opslaan van materieel. De Duitsers achtten deze plaatsen veiliger dan het vliegveld, dat regelmatig werd gebombardeerd. Zo was bijvoorbeeld in een deel van de leerfabriek van de Gebr. Smeekens aan de Laagstraat in Rijen een zogenaamde Waffenmeisterei ondergebracht: een werkplaats voor reparatie en onderhoud van kleine vuurwapens. In de leerfabriek van de firma Van Dongen-Verheijden in de Tuinstraat lag veel linnengoed opgeslagen. En aan de Hoofdstraat tegenover de kerk diende de leerfabriek van de Gebr. Theeuwes (GT) als magazijn voor vliegtuigonderdelen. Opvallend is dat de Duitsers zich vaak zo dicht mogelijk rondom de kerk nestelden.

Centrum van Gilze verwoest

Op 5 juli 1944 vond een groot bombardement op het vliegveld plaats. Maar de 209 zware bommen vielen helaas buiten het terrein van het vliegveld. Het centrum van Gilze werd zwaar getroffen en er vielen 21 burgerslachtoffers. Complete gezinnen kwamen om in hun schuilkelders. Er was ook enorme materiële schade, vooral in de Oranjestraat, de Kerkstraat, de Raadhuisstraat en de Biestraat. Er gingen die dag een aantal karakteristieke gebouwen in Gilze verloren, onder andere de pastorie en het jeugdhuis, dat uit 1652 dateerde. Het dorp zat zonder gas, water, telefoon en elektriciteit. Straten en wegen waren onbegaanbaar. Bij een aanval van vijftien Liberators op het vliegveld op 7 augustus 1944 werden de Duitse stellingen evenmin getroffen. De bommen vielen op de buurtschappen Moleneind en Verhoven in Gilze. Er werden hierbij vijf burgers en één Duitse militair gedood. Meerdere boerderijen werden verwoest of beschadigd door de brisantbommen.

Kerk in Hulten en leerfabriek Noord-Brabant in Rijen verwoest

Een week later op 15 augustus vielen tijdens Maria Hemelvaart meer dan 1100 viermotorige bommenwerpers van de Royal Air Force (RAF) en tussen de 750 en 1000 toestellen van de Amerikaanse luchtmacht vliegvelden aan in Nederland, België en Duitsland. Die dag was ook vliegveld Gilze-Rijen een van de doelen en vond het grootste bombardement van de gehele Tweede Wereldoorlog plaats. Na twee loze luchtalarmen in de ochtend, vielen vanaf 11.00 uur 102 Engelse bommenwerpers het vliegveld aan. Met de startbanen duidelijk als doel. Twee werden er totaal vernield en de derde kwam zwaar beschadigd uit de strijd. De Duitsers haalden uit de fabrieken in Tilburg en Breda 1500 arbeiders om de bomkraters te dichten en de start- en rolbanen te herstellen. Vijf dagen na het bombardement was één van de landingsbanen dusdanig hersteld dat er weer Duitse vliegtuigen konden landen en opstijgen. Op 3 september 1944 vond het laatste geallieerde bombardement plaats op vliegveld Gilze-Rijen door honderd Engelse bommenwerpers. Dit bombardement op het noordelijk gedeelte van het vliegveld verwoestte in Hulten de kerk, de naastgelegen pastorie en de school volledig. Het kerkhof werd ‘omgeploegd’ en er was aanzienlijke schade aan veel huizen. Geen van de inwoners werd gedood of gewond. De meesten van hen hadden Hulten immers al verlaten.

De verwoeste lederfabriek Noord Brabant in Rijen

Bij dat bombardement werd niet alleen het hart van Hulten verwoest, maar belandden ook een aantal bommen in Rijen. De grote lederfabriek Noord-Brabant aan het begin van de Julianastraat (op de plek van het huidige Goudsmit-Hoff-complex) werd getroffen en brandde bijna helemaal uit. Ook de Marechausseekazerne en café 't Haasje aan de Rijksweg werden vernield en de Rijksweg Breda-Tilburg werd zwaar beschadigd. De vrijwillige brandweer van Rijen kon door gebrek aan water niet veel doen. Door de vele bombardementen functioneerden gas, water en elektriciteit niet meer.

Duitsers in paniek

De vernielde kerk in Hulten

Door de snelle opmars van de geallieerde troepen, en verward door valse radioberichten, raakten de Duitsers in september 1944 in paniek. Op 4 september begonnen ze overhaast het vliegveld, Kamp Prinsenbosch en hun luchtdoelartilleriestellingen te ontruimen. Zogenaamde Sprengkommando's begonnen het vliegveld te vernielen. In Rijen werden door de Duitsers gebruikte opslagplaatsen in brand gestoken. Diverse gebouwen, waaronder leerfabrieken, de Bewaarschool en het Meisjes- en Jongenspatronaat aan de Tuinstraat en de Jongensschool aan de Hoofdstraat vielen aan de vlammen ten prooi. Lange colonnes Duitse troepen trokken zich over de Rijksweg van west naar oost terug.

Dolle Dinsdag

Terugtrekkende Luftwaffe op 'Dolle dinsdag'

De dag daarna, 5 september, werd bekend onder Dolle dinsdag. Burgers gingen naar het door de Duitsers overhaast verlaten vliegveld en Kamp Prinsenbosch. Overal lagen achtergelaten spullen: munitie, huisraad, militaire uitrustingsstukken, kleding, meubilair en zelfs wapens. Zonder al te veel gewetensbezwaren werd van alles wat nog bruikbaar was meegenomen. Vooral kolen, destijds een schaarse brandstof, waren gewild. De Nederlandse politie stond machteloos tegen al deze plunderingen. Enkele dagen na Dolle dinsdag verdween de paniek bij de Duitsers en op 11 september keerden zij terug. Ze wierpen een nieuwe verdedigingslinie op in België langs het Albertkanaal en wisten daar de geallieerde opmars tegen te houden. Door Gilze trok een stroom oorlogsmateriaal in de richting van de Belgische grens. Ook achter het front probeerden de Duitsers op allerlei manieren de orde weer te herstellen. Ze gijzelden twee inwoners van de gemeente en dreigden hen dood te schieten als de bevolking de geplunderde goederen uit Kamp Prinsenbosch niet inleverde. Daarop brachten de mensen veel terug naar de verzamelplaats bij de zuivelfabriek en de gegijzelden kwamen vrij. Voor de inwoners werd het er met de terugkeer van de Duitsers niet gemakkelijker op. Ze kregen te maken met inkwartieringen, vorderingen van vee en paarden, razzia’s en vernielingen van bouwwerken. De definitieve bevrijding liet nog even op zich wachten.

Geallieerden in opmars

Begin oktober 1944 waren de geallieerden opgerukt tot aan Alphen, waar zich het front bevond. Hierdoor kwam Gilze in de frontlinie te liggen. Omdat de Duitsers hardnekkig standhielden bij Alphen, lag Gilze drie weken bijna dagelijks onder geallieerd artillerievuur. Buiten Gilze hadden de Duitsers zich bij hun kanonnen ingegraven, die verspreid stonden opgesteld, onder andere langs de Alphenseweg in de bossen. Bij geallieerde beschietingen vanuit deze stellingen viel op 5 oktober 1944 een slachtoffer en brandde een houten clubgebouw af. In de nacht kwam op de Bolberg in Gilze nog een kind van drie maanden om het leven. Op 10 oktober 1944 vernietigden de Duitsers strategische gebouwen in Gilze, zoals de twee molens, het raadhuis en de watertoren. Ook werd de kerk ondermijnd door het plaatsen van twee vliegtuigbommen. De Duitsers deden dit om te voorkomen dat de geallieerden deze gebouwen als uitkijkposten zouden gebruiken. Op 22 oktober bliezen ze de schoorsteen van de steenfabriek nog op.

Nieuwe raadhuis in Gilze opgeblazen

De vernielde kerk in Gilze

Het nieuwe raadhuis op Nerhoven in Gilze was geen lang leven beschoren. Het was pas in juni 1939 geopend. Het ontwerp van het raadhuis was van architect ir. A. Siebers. Hij had medio dertiger jaren ook de stedenbouwkundige plannen voor de gemeente ontwikkeld. Deze plannen gingen ervan uit dat de dorpen Gilze en Rijen naar elkaar toe gebouwd zouden worden. Voor Gilze waren grote uitbreidingsplannen aan de noordzijde van het dorp voorzien. Maar door de oorlog werden de plannen voor een groot gedeelte niet meer uitgevoerd. De Duitsers sloten de verbindingsweg tussen Gilze (einde Nieuwstraat) en Rijen (verlengde van de Julianastraat) af. Ze verbonden het vliegveld Molenheide en het in de jaren dertig ontwikkelde vliegveld Nerhoven met elkaar en bouwden het verder uit tot een van de grootste vliegvelden in West-Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Bevrijding

In de vroege morgen van 27 oktober 1944 trokken de Duitsers zich terug uit Gilze om op een andere plaats een nieuwe verdedigingslinie op te richten. Dezelfde dag rukte de 1e Poolse pantserdivisie op vanuit Alphen en sloeg een enorme bres in het Duitse front. Er was door een misverstand bij de Duitsers een gat in de verdediging tussen Alphen en Dongen ontstaan. Overal in de omgeving van Gilze waren gevechten gaande. Om 11.00 uur bliezen de Duitsers de kerktoren van Gilze op. Rond het middaguur vonden bij Stad Parijs in Hulten gevechten plaats. Het bekende café werd in brand geschoten, omdat de Polen dachten dat de Duitsers zich daar hadden verschanst. Kort daarna werd Hulten bevrijd. In de namiddag verschenen de eerste tanks in het centrum van Gilze, waarbij geen gevechten plaatsvonden. De Polen bereikten ook het vliegveld waar zich geen Duitsers meer ophielden. Via het vliegveld trokken zij op naar de rijksweg Breda-Tilburg. De Poolse troepeneenheden verkenden Rijen en omgeving.

De Polen zetten op 28 oktober 1944 vanuit Gilze de aanval in om via Molenschot en Bavel, het doel Breda te bevrijden. Om 10.00 uur werd Molenschot bevrijd. Bij beschietingen van de oprukkende Poolse troepen door de Duitsers vond een inwoonster van Molenschot de dood. Pastoor Verrijt heeft hier nog persoonlijke aantekeningen van gemaakt. In de namiddag vonden hevige gevechten plaats bij het huidige golfterrein van golfclub Toxandria. Dertien boerderijen raakten in brand. Nog diezelfde dag vielen vanuit Tilburg Engelse troepen samen met de Polen Rijen aan en veroverden het dorp gedeeltelijk. De westrand en de aangrenzende bossen bleven nog in Duitse handen. Op 28 en 29 oktober lag Rijen onder zwaar vuur van zowel de Duitse als de Engelse artillerie. De granaten vielen vooral in de straten rondom de kerk, het huidige Burgemeester Sweensplein en het station. Vier inwoners kwamen als gevolg van deze artilleriebeschietingen om het leven. Talrijke huizen en fabrieken werden beschadigd of volledig vernield. Ook de kerk kreeg ontelbare voltreffers en vooral de toren moest het zwaar ontgelden. Overigens gebruikten de Duitsers die toren als artilleriepost. Opblazen van de kerk door de Duitsers werd op het allerlaatste moment verhinderd en de soldaten die de post bezetten werden overmeesterd.

De geallieerden in de Julianastraat in Rijen

Ondanks hevig verzet van de Duitsers, stonden 's middags de geallieerde tanks in Rijen. Pas na enkele dagen was het hele dorp en omgeving van Duitse troepen gezuiverd en ook Rijen definitief bevrijd. Hiermee kwam een einde aan de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog in Gilze en Rijen. Dit betekende echter niet dat men in de gemeente geen hinder meer ondervond van de gevolgen van de oorlog, die elders in het land werd voortgezet.

Na de verovering van het verwoeste vliegveld op de Duitsers, begonnen de Engelsen in november 1944 vrijwel onmiddellijk met de wederopbouw ervan. Al na enkele dagen waren de startbanen gerepareerd en konden de eerste geallieerde toestellen landen en opstijgen. Tot aan het eind van de oorlog zou vliegveld B.77, zoals de geallieerde codenaam van het vliegveld luidde, als uitvalsbasis dienen voor diverse squadrons van de Engelse Royal Air Force. Op het vliegveld waren voornamelijk jachtvliegtuigen en jachtbommenwerpers gestationeerd. Er stonden soms wel meer dan 200 toestellen. Voornaamste taken van deze toestellen waren: onderscheppen in de lucht, bommenwerpers escorteren, het luchtruim boven bevrijd gebied verdedigen, fotoverkenningen uitvoeren en luchtsteun leveren aan de grondtroepen. Kamp Prinsenbosch, dat nog vrijwel intact was, gebruikten de geallieerden voor de huisvesting van personeel.

Herdenking 75 jaar vrijheid

De bevrijding van Gilze en Rijen wordt in de tweede helft van 2019, 75 jaar na dato, uitgebreid herdacht. Zie voor de herdenkingsactiviteiten de bevrijdingspagina van Heemkring Molenheide en de webpagina van de projectgroep 75 jaar vrijheid. Daarnaast zijn er door de gemeente Gilze en Rijen in samenwerking met Heemkring Molenheide vanaf 2014 herinneringsbordjes ontwikkeld. Deze herinneringsbordjes vormen samen met drie Liberationzuilen en twee dankkapellen de verbindingspunten voor een herinneringsfietsroute.


Tekst: Kees van der Heijden; Fotoredactie: Piet Weterings en Ad Leenaars