Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Swolfs, Franciscus Joannes Cornelius

Franciscus Joannes Cornelius Swolfs
Volledige namen Franciscus Joannes Cornelius Swolfs
Geboortedatum 25-10-1901
Geboorteplaats Tilburg
Adres Van Mierisstraat 77
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Adriana Joanna van der Meer
Beroep Los arbeider
Overlijdensdatum 03-05-1945
Plaats van overlijden Lübecker Bucht (DE)
Bijzonderheden Gearresteerd tijdens de CPN Aktion in de nacht van 24 op 25 juni 1941, als lid van de CPN.

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Swolfs, Franciscus Joannes Cornelius (geb. Tilburg 25-10-1901, gest. Lübecker Bocht, 03-05-1945), los arbeider. Zoon van Johannes Petrus Swolfs (1873-1931) en Catharina van der Loo (1878-1903). Gehuwd met Adriana Joanna van der Meer (1895-1967), fabriekswerkster. Drie kinderen.


Achtergrond

Franciscus Joannes Cornelius Swolfs (Frans of ook Franske genoemd) is op 25 oktober 1901 in Tilburg geboren. Zijn ouders, fabrieksarbeider Johannes Petrus Swolfs (1873-1931) uit Tilburg en dienstbode Catharina van der Loo (1878-1903) uit Alphen aan Den Rijn, zijn in 1898 in Vught getrouwd. Het Rooms Katholieke echtpaar krijgt vier kinderen: twee jongens en twee meisjes. Frans is de jongste van de vier. Als moeder Catharina in 1903 sterft, zijn een zoontje en een dochtertje al overleden. Frans en zijn zus Maria Johanna blijven achter met hun vader. Vader is op dat moment voerman; hij wordt daarna wever, wat hij voor de rest van zijn leven zal blijven. Frans woont rond 1903 een poos in het klooster van de Zusters van Liefde op Korvel.

Vader Johannes Petrus hertrouwt in 1905 in Tilburg met de Tilburgse Adriana Maria Somers (1869-1939). Uit dit huwelijk worden drie kinderen geboren, alle drie meisjes. Twee van hen sterven in hun eerste levensjaar, het derde meisje, Francisca Gerdina blijft over. Het leven van het gezin Swolfs-Somers, dat bestaat uit de echtelieden en de drie overgebleven kinderen, wordt niet alleen getekend door sterfgevallen. In 10 jaar tijd, tot 1915, woont het gezin op acht adressen, nu eens zelfstandig, dan weer bij familie: Hasseltstraat 140, Kuiperstraat 22, Boomstraat 24, Capucijnenstraat 215, Nieuwstraat 262, opnieuw Capucijnenstraat 215, Berkdijkschestraat 8 en Hasseltstraat 142. In die periode is het gezin niet altijd compleet; Adriana Maria Somers verlaat met ruzie meermaals de echtelijke woning, om telkens terug te keren.

Vader staat in 1915 voor de rechtbank. Hij wordt veroordeeld wegens ontucht die hij heeft gepleegd met een van zijn dochters. Vader gaat hiervoor drie jaar naar de gevangenis in Breda. In 1918 komt hij vrij. Het gezin valt binnen twee jaar definitief uiteen: vrouw en twee dochters komen langs verschillende wegen in Amsterdam terecht en keren niet meer terug naar Tilburg. Frans blijft in Tilburg en woont in bij ooms en tantes totdat hij in 1921 zelfstandig gaat wonen. Johannes Petrus woont na zijn vrijlating eerst in bij familie en daarna, vanaf 1920 tot aan zijn dood in 1931, als alleenstaande op een vijftiental adressen in Tilburg.

In 1924 trouwt Frans in Tilburg met de Tilburgse fabriekwerkster Adriana Joanna van der Meer (1895-1967). Zij krijgen vier kinderen: Andreas Joannes (1924-1992), Petronella Catharina Adriana (1931-1995), Catharina Maria (1938-2007) en een naamloos kind dat in 1934 levenloos wordt geboren. Frans is los arbeider en woont met vrouw en zoon in Tilburg eerst op Hesperenstraat 2, daarna op Ruwerstraat 9 en in 1925-1926 in een keet op de Bosscheweg. Vervolgens woont het gezin drie jaar tussen Helmond en Aarle-Rixtel in een keet bij het Rijksmagazijn; Frans gaat van daaruit naar de Zuid-Willemsvaart om er onderhoudswerk te doen. In 1929 verlaat het gezin de keet en gaat terug naar Tilburg, waar het gezin opnieuw komt te wonen op Hesperenstraat 2. Beekschedijk 71h is het volgende adres. Daarna komen St. Janshof 8 (Frans is grondwerker; het tweede kind wordt er geboren), Prinses Sophiastraat 50, Staringstraat 47 en 25 (hier wordt het naamloos kind geboren), Jozef Israelstraat 47, Eekhoffstraat 5 (Frans is opperman), Veemarktstraat 22 (daar wordt het vierde kind geboren), Alleenhoudersstraat 61 en tenslotte, in 1939, van Mierisstraat 77. Bij het Tilburgse Bevolkingsregister noteert een ambtenaar op de gezinskaart dat Frans een “Communistisch propagandist” is.

Communist in een onrustig Tilburg

Al sinds de Beurskrach op Wallstreet in 1929 is het crisis in Nederland: grote werkloosheid, honger, dalende winsten en bedrijfssluitingen. Bijna een kwart van de beroepsbevolking is werkloos. De NSB (Nationaal-Socialistische Beweging) en de CPN (Communistische Partij van Nederland) komen op, terwijl een aantal gevestigde partijen bij verkiezingen zetelverlies lijdt. Er zijn ongeregeldheden in arbeiderswijken en stakingen in de textielindustrie.

Ook in Tilburg is het leven in de jaren 1930 bij tijd en wijlen roerig. De crisis leidt hier tot een aantal opeenvolgende loonsverlagingen door de textielfabrikanten, tot armoede en stijgende werkeloosheid. Communisten roeren zich en leiden in 1935 een wilde staking in de Tilburgse textiel, die een viertal weken duurt.

Frans heeft aanvankelijk geen affiniteit met het communisme. Door contacten met een Tilburgse arbeider die rond 1932 met een arbeidsdelegatie de Sovjet-Unie heeft bezocht, raakt Frans in de ban van het communisme. Hij wordt lid van de CPN, voorheen de Communistische Partij Holland genaamd. Voor de CPN staat in die jaren de strijd tegen het fascisme en tegen de gevolgen van de economische crisis centraal. Frans gaat zich inzetten voor de beginselen van de CPN en wordt een bekende persoon onder de Tilburgse arbeiders. Zowel binnen als buiten Tilburg is hij actief voor de CPN. Frans spreekt tijdens bijeenkomsten, zoals het CPN-congres van 1936 in de Amsterdamse RAI en de Tilburgse Lenin-herdenking in 1938. Hij wordt plaatsvervangend lid van het landelijk partijbestuur en schrijft krantenartikelen waarin hij ageert tegen het regeringsbeleid en het fascisme. Ook stelt hij zich verkiesbaar in de politiek. Namens de CPN staat hij op de kandidatenlijst voor de Tilburgse gemeenteraadsverkiezingen (1935 en 1939), de Provinciale Statenverkiezingen voor Noord-Brabant (1935) en de Tweede Kamerverkiezingen (1937). Geen enkele keer wordt hij gekozen. Tussen de bedrijven door ondergaat hij met succes een maagoperatie.

In 1939 staat hij op de lijst van links-extremistische personen van de CID (Centrale Inlichtingen Dienst) als volgt vermeld: “1939 lid C.P.N. partijbest.; bezoldigd propagandist; heeft geronseld voor Spanje; zeer vooraanstaand; cand. C.P.N. gem. raad”.

Arrestatie

In 1938 schrijft Frans Swolfs in een krantenartikel dat een overval van Duitsland op Nederland niet denkbeeldig is. Nadat de Duitsers in mei 1940 inderdaad Nederland hebben bezet, verbieden zij de communistische partijen. De CPN gaat ondergronds en gaat meteen in verzet. Dit verzet bestaat uit onderduik regelen, overvallen plegen en illegale bladen uitbrengen en verspreiden.

Op 22 juni 1941 voeren de Duitsers Operatie Barbarossa uit – zij vallen de Sovjet-Unie binnen. De inval betekent het einde van het niet-aanvalsverdrag dat Duitsland en de Sovjet-Unie in 1939 hebben gesloten, het Molotov-Ribbentrop verdrag. In Nederland is de inval in de Sovjet-Unie het startsein voor een felle jacht van de Duitsers op de communisten. In de nacht van 24 op 25 juni 1941 voert de bezetter de “CPN-Aktion” uit. Met behulp van namenlijsten, waaronder de lijst van links-extremistische personen van de CID uit 1939, worden die nacht in Nederland meer dan 400 communisten opgepakt. Onder hen is Frans Swolfs die op de CID-lijst staat.

Frans, die in het begin van de bezetting vrijwillig voor de Duitse Wehrmacht werkt op vliegveld Gilze-Rijen, wordt op 25 juni 1941 tussen 5 en 6 uur ‘s ochtends aangehouden. Hij wordt naar het bureau van de gemeentepolitie Tilburg gebracht, samen met Johan de Lepper, Adrianus van Esch en Sjef Doedée. Franciscus Doedée, broer van Sjef, wordt die ochtend om 8 uur ook op het bureau binnengebracht. De Ordnungspolizei haalt de vijf arrestanten om 10.30 uur die dag op en brengt hen naar de Wolvenhoek in Den Bosch, waar de SiPo (Sicherheitspolizei)/SD (Sicherheitsdienst) huist.

Kampen in Nederland

Frans Swolfs komt vanuit Den Bosch eerst terecht in Polizeiliches Durchgangslager (PDA) Schoorl en daarna in PDA Amersfoort. Vervolgens is hij Häftling 192 in Aussenlager Haaren, een buitencommando van Kamp Vught, waarvan de officiële naam Konzentrationslager (KZ) Herzogenbusch is. Hij is een Schutzhäftling, een opgesloten tegenstander van het Naziregime. Zijn vrouw verklaart na de oorlog over het verblijf van Frans in deze drie kampen: “Heeft in Hollandsche Concentratiekampen betrekkelijk weinig ondervonden”.

Kamp Schoorl in Noord-Holland is het eerste gevangenenkamp dat door de Duitse bezetter in Nederland in gebruik wordt genomen. Het kamp doet van juni 1940 tot september 1941 dienst als concentratiekamp en als politiedoorgangskamp onder bevel van de SiPo. Twee van de grootste groepen geïnterneerden in het kamp zijn Joodse gevangenen en politieke gevangenen, onder wie vooral communisten. Mede omdat het kamp te klein is, neemt Kamp Amersfoort de rol van Kamp Schoorl over. De eerste gevangenen in Kamp Amersfoort zijn dan ook gevangenen uit Schoorl die op 18 augustus 1941 aankomen. De bezetter beheert Kamp Amersfoort tot april 1945.

Groot seminarie Haaren.jpg

Buitencommando Haaren is een van de 14 Aussenlagers van Kamp Vught en bestaat van eind 1941 tot september 1944. Om het kamp draaiende te krijgen worden eind november 1941 “Amersfoorters” ingezet. Daarmee worden communisten en andere gevangenen aangeduid die in Kamp Amersfoort voor deze klus zijn geselecteerd. Onder hen zijn schilders, timmerlieden, monteurs, koks en tuinlieden. Kamp Haaren zit in het gebouw van het vroegere Grootseminarie van 's Hertogenbosch en is een gijzelaarskamp en huis van bewaring. Een aantal bekende Nederlanders heeft hier tot begin 1943 als gijzelaar gezeten, zoals Frits Philips en Jan de Quay, de latere premier. Ook zitten er opgepakte misdadigers, verzetsmensen, onderduikers en piloten. De gevangenen in Haaren doen administratieve werkzaamheden voor de “Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD”, maar Frans werkt er als bediende van de Duitse bewakers.

Daags voor Dolle Dinsdag (5 september 1944) wordt Buitencommando Haaren ontruimd en gaan de gevangenen naar kamp Vught. Gevangenen zonder papieren worden in Vught vrijgelaten. De overige mannelijke gevangenen worden naar concentratiekamp Sachsenhausen in Duitsland gedeporteerd, de vrouwelijke gevangenen gaan naar Ravensbrück. Ook Frans gaat op transport naar Sachsenhausen.

Kampen in Duitsland

Frans Swolfs verblijft tot medio oktober 1944 in KZ Sachsenhausen, gevestigd in Oranienburg, een stad in de buurt van Berlijn. De gevangenen in Sachsenhausen worden aanvankelijk tewerk gesteld in werkplaatsen en bedrijven van de SS op het industrieterrein van het kamp. Later moeten gevangenen een baksteenfabriek bouwen nabij Oranienburg, die materiaal levert voor bouwprojecten in Berlijn.

Frans gaat vanuit Sachsenhausen op transport naar KZ Neuengamme in de buurt van Hamburg, waar hij op 16 oktober 1944 aankomt. KZ Neuengamme is, als een van de grootste kampen in Duitsland, het centrale concentratiekamp in Noord-Duitsland. Het kamp is het hart van een netwerk dat in de loop der jaren in totaal zo’n 85 satellietkampen heeft omvat. Gevangenen moeten in een steenfabriek werken en later ook in wapenfabrieken.

Cap Arcona.jpg

Op 19 april 1945 wordt het bevel gegeven tot ontruiming van KZ Neuengamme. Als onderdeel van de ontruiming gaan ruim 9000 gevangenen te voet of in goederenwagons op transport naar de haven van Lübeck. Frans is een van hen. In Lübeck worden de gevangenen bij aankomst in drie grote schepen opgesloten: de S.S. Thielbek, S.S. Athen en S.S. Cap Arcona. Op de schepen is nauwelijks voedsel en de gevangenen zitten dicht opeengepakt in het donker. Frans wordt samen met zo’n 4600 medegevangenen uit Neuengamme opgesloten in de S.S. Cap Arcona dat gebouwd is als een passagiersschip.

Op 3 mei 1945, varend in de Lübecker Bocht voor Neustadt in Holstein, worden de schepen gebombardeerd door Britse vliegtuigen. De Thielbek en de Cap Arcona zinken, de Athen niet. Van de opvarenden van de Cap Arcona komt 90% om, veelal door verbranding. Gevangenen die van de zinkende schepen weten weg te komen worden door rondvarende SS-ers doodgeschoten. Frans Swolfs is een van de doden, hij sterft volgens de Duitse overlijdensakte op 3 mei 1945 aan boord van de Cap Arcona. Zijn lichaam is niet geïdentificeerd. De familie raakt van zijn overlijden op de hoogte via een bericht in De Waarheid van 5 juni 1945.

Gebeurtenis

Bronnen (in bewerking)

Literatuur

  • Henk J.M. van Doremalen, De handen ineen, Hoofdstuk 5, 1996.
  • Elias van der Plicht, De jacht op Communisten. Historisch Nieuwsblad 2021 nr. 5.
  • Sander van Bladel, “Wij zullen er langs gaan!” Tilburgers in de Spaanse Burgeroorlog. Erfgoed Magazine Tilburg, jrg. 40, nr. 1, april 2022.
  • Vrienden kring Neuengamme, Brochure "Overlevensstrijd, gevangenen onder de SS heerschappij. Het concentratiekamp Neuengamme 1938-1945" bij de permanente tentoonstelling van de concentratiekamp gedenkplaats Neuengamme.

Externe links