Swagemakers & Enneking
Deze fabriek wordt onderzocht door Meer, Peter van
Swagemakers & Enneking | ||
Afbeelding gewenst | ||
Type bedrijf | wollenstoffenfabriek | |
Vestigingsadres | Goirke H 459 en 460 | |
Datum oprichting | 2-3-1872 | |
Datum opheffing | 1-1-1877 | |
Eigenaars / oprichters | Cornelis Theodorus Swagemakers
Hermann Friedrich Clemens Enneking | |
Opvolging | niet | |
Familieverbanden | De zus van Cornelis Swagemakers, Anna Alouisia, was de tweede vrouw van Hermann Enneking. |
Algemene omschrijving
In de stichtingsakte wordt als zakendoel omschreven het fabriceren van wollen manufacturen en tevens het voor loon spinnen, vollen en bereiden van wollen en wollen manufacturen of daarmee gelijkstaande stoffen.
Cornelis Theodorus Swagemakers was volgens de stichtingsakte in de vennootschap speciaal belast met het administratief beheer en de regeling der werkzaamheden. Over de producten is niets te vinden en het bedrijf heeft relatief kort bestaan. Al in januari 1877 is de vennootschap ontbonden. Daarbij is bepaald dat Hermann Enneking de gebouwen, de spinnerij en de voorraden overnam. Dat zou de grondslag vormen voor de latere firma H.F.C. Enneking.
Het verhaal over het fabrieksgebouw is vermeldenswaardig. In de Tilburgsche Courant verscheen in 1926 een artikel van de hand van Kees Smeulders. Daarin wordt verhaald over de heer Cool, afkomstig uit Wallonië, met de Tilburgse bijnaam 'zoerkool'. Wallonië is geen juiste omschrijving, want Aalst ligt in Oost-Vlaanderen, dus in het nederlandstalige deel; maar het is inderdaad ver over de grens. Tijdens de bouw van de fabriek (voor de firma Cool & Kuijpers) is in 1869 de fabrieksschoorsteen omgewaaid. De nasleep en de processen daarna heeft de heer Cool financieel de kop gekost en de fabriek is enige tijd daarna door Swagemakers en Enneking in een onderhandse akte aangekocht.