Sala, Gebr.
Deze fabriek wordt onderzocht door Kuijpers, Karlijn
Inhoud
Algemene omschrijving
In de oprichtingsakte is opgenomen dat de firma tot doel heeft ‘het fabriceren van wollen manufacturen’. In de fabriek, die is gevestigd in de voormalige wollenstoffenfabriek van Willem Versterre, bevindt zich een stoomketel en een stoommachine van 15 pk. In 1885 wordt een nieuwe stoomketel van 35 pk (van firma Deprez & Co.) geplaatst. De verwarmingsoppervlakte in de fabriek is aanvankelijk 22 m2, vanaf 1885 52,5 m2. De fabriek groeit jaarlijks: aantallen medewerkers (steeds per 31-12 van dat jaar):
|
Herkomst en achtergrond van de oprichter
Louis Sala is woonachtig aan de Zomerstraat M 188 (in 1879), Heuvelstraat M 1051 (in 1881) en de Spoorlaan N 209/280 (in 1889/1900). Hij overlijdt op 18-03-1911, hij verdrinkt in een waterput bij zijn fabriek.
Sebald Sala is woonachtig aan het Koningsplein N 154 (in 1879), Heuvel N 567 (in 1881), St. Josephstraat N 350 (in 1889), Bosscheweg N 481 (in 1900) en de Goirkestraat. In de jaren 1881-1889 is hij brandmeester in de wijk Heuvel. Sebald overlijdt een jaar na zijn broer, op 20-02-1912.
In het adresboek voor 1889 staan zowel Sebald als Louis nog vermeld als wollenstoffenfabrikanten, maar dat adresboek is zeer waarschijnlijk opgesteld vóór de opheffing van de firma.
Louis gaat verder als textielfabrikant Louis Sala Jr., met wollenstoffenfabriek Fa. Louis Sala jr. aan de IJzerstraat. Sebald wordt in 1896 benoemd als generaal-vertegenwoordiger voor Noord-Brabant van de Internationale Electriciteits Maatschappij Volta te Rotterdam. In 1900 is hij agent in machinerieën, in 1904 richt hij een sigarendrogerij op aan de Goirkestraat en in het adresboek van 1911 wordt hij handelsagent genoemd.
Voordat zij hun eigen firma beginnen, hebben Louis en Sebald van 1874 tot 1882 een wollenstoffenfabriek met vader en zoon F.B.G. en F.F.C. Kieckens, onder de naam Kieckens & Sala. In 1877 trouwt Sebald met hun dochter/zus Angelique Kieckens (1849-1925). Louis trouwt in 1879 met Justina Johanna Petronella Jacoba van Welij (1852-1911). Hun zoon Johannes (1880-1945) richt in 1910 een sigarenfabriek op aan de Alleenhouderstraat onder de naam Sala & Co.
De familie Sala is afkomstig uit Vesino (Como) in Italië. In het begin van de 19de eeuw vestigde de grootvader van de gebroeders Sala, Jean Baptiste Sala, zich in Nederland.
BrandIn de nacht van 13 op 14 augustus 1887 brandt de fabriek van de Gebr. Sala volledig af. De oorzaak van de brand is onbekend. Alles gaat verloren: de fabriek met machines, half- en eindfabricaten, het kantoor en de wol- en goederenloodsen met grote voorraden wollen stoffen. Het ijzerwerk en hout van de afgebrande fabriek wordt verkocht en de fabriek wordt herbouwd, uitgebreid en voorzien van nieuwe machines en elektrisch licht. Een jaar later, op 17-08-1888 ontstaat echter opnieuw brand waardoor de fabriek, inclusief grondstoffen en goederen, opnieuw verloren gaat. De fabriek wordt daarna niet meer herbouwd. |
Het enige dat bij beide branden ongeschonden blijft, is de brandkast. De leverancier maakt van dat gegeven gebruik voor een reclame campagne. |
Gezinskaart
Opmerkingen
Sebald Sala haalt in 1901 de pers nadat hij in juni van dat jaar in de trein naar Parijs is aangevallen door twee Franse overvallers. Hij weet zich te verweren en als de overvallers uit de trein springen, overlijdt er een, de ander raakt gewond. Die laatste wordt in december in Frankrijk veroordeeld tot levenslange dwangarbeid voor de overval.
Zie verder ook: