Mutsaers & Zn., wed. B.: verschil tussen versies
| Regel 9: | Regel 9: | ||
| datum oprichting = 1821 | | datum oprichting = 1821 | ||
1830 | 1830 | ||
| − | 1872 informatie Rob van Putten | + | 1872 (informatie van Rob van Putten) |
| datum opheffing = overgenomen door de Fa. Jean Lenglet rond 1910 | | datum opheffing = overgenomen door de Fa. Jean Lenglet rond 1910 | ||
| eigenaars / oprichters = Bernardus Jacobus Mutsaers (16-06-1795 -20-08-1872) X Elisabeth Boex; XX Catharina van Roessel | | eigenaars / oprichters = Bernardus Jacobus Mutsaers (16-06-1795 -20-08-1872) X Elisabeth Boex; XX Catharina van Roessel | ||
| opvolging = vennoot: Arnoldus Antonius Mutsaers (16-02-1827 - 12-12-1895) X Josepha van Loon | | opvolging = vennoot: Arnoldus Antonius Mutsaers (16-02-1827 - 12-12-1895) X Josepha van Loon | ||
| − | Vennoot: Wilhelmus Petrus Adrianus Mutsaers (03-03-1833 - 12-02-1907) | + | Vennoot: Wilhelmus Petrus Adrianus Mutsaers (03-03-1833 - 12-02-1907) |
| − | | familieverbanden = | + | | familieverbanden = Bernardus Jacobus Mutsaers met de zonen Arnoldus Antonius Mutsaers en Wilhelmus Petrus Adrianus Mutsaers |
| − | | herkomst eigenaars / oprichters = | + | | herkomst eigenaars / oprichters = Nederland |
| − | | herkomst vreemd kapitaal = | + | | herkomst vreemd kapitaal = eigen familiekapitaal |
| − | | innovatieve aspecten = | + | | innovatieve aspecten = Het vuile verontreinigde water werd vanaf 1826 door middel van eigen potbussen op eigen grond, of met toestemming op andermans grond, afgevoerd. |
| − | | Reikwijdte van het bedrijf = | + | Het is niet duidelijk of er uiteindelijk een stoommachine geïnstalleerd is. |
| + | | Reikwijdte van het bedrijf = niet bekend | ||
| monumentstatus= | | monumentstatus= | ||
| monumentnummer= | | monumentnummer= | ||
| Regel 32: | Regel 33: | ||
==Algemene omschrijving== | ==Algemene omschrijving== | ||
| − | + | Het wassen, pluizen, spinnen en weven van wollen stoffen. UNI goederen. | |
| + | Mede-initiatiefnemer van de lakenhal. De lakenhal was een instelling berustende op het K.B. van 1 juli 1820, staatsblad 14, door welke Hallen-goederen, vóór ze werden uitgevoerd, een bewijs van oorsprong werd afgegeven. Ook werd een “loodje” aan het laken gehecht. Dit werd min of meer gezien als zijnde een bewijs van goede kwaliteit. In ieder geval was het een voordeel bij leveringen aan het Nederlandse leger. In 1862 werden 4161 stuks laken van een loodje voorzien. In 1869 is de “Lakenhal” gestopt. | ||
| + | In 1889 is het bedrijf sterk afgeslankt. Dit valt te concluderen uit het verslag van de bijdrage aan het Algemeen Verzekeringsfonds voor Werklieden. De bijdrage van het bedrijf was slechts Fl. 2,50. Dit is in vergelijking met andere textielbedrijven een erg klein bedrag. Brands, de Beer en Diepen b.v. betaalden elk Fl. 50,-. | ||
==Gezinskaart== | ==Gezinskaart== | ||
| Regel 38: | Regel 41: | ||
==Opmerkingen== | ==Opmerkingen== | ||
| + | Bernardus (Barend) Mutsaerts (08-01-1669 - 11-06-1776) wordt in het boek van J.C.F. van Osch "De nakomelingen van Mutsaers c.s. 1270-2000" genoemd als zijnde van beroep fabrikant. | ||
| + | Bernardus (Barend) Mutsaerts wordt genoemd als grondlegger van de Fa. B. Mutsaers, de Wed. B. Mutsaers & Zn. en Gebr. Mutsaers, en was hoofdman van het Dionysius-Gilde. Hij heeft de basis gelegd voor de familiedynastie. Zijn twee zonen, Adrianus en Arnoldus, hadden eigendommen in Tilburg, Gilze e.o. en hadden veel pachtovereenkomsten voor veengrond en hooiland. | ||
| + | In het oude familiepand aan het Wilhelminapark, waar later de zusters Franciscanen gevestigd waren, is na de verkoop in 1903 een muur vrijgekomen waarop brieven geplakt waren uit 1739 en volgende jaren van Barend Mutsaerts. Daaruit bleek o.a. dat Barend Mutsaers aanvankelijk werkte in commissie voor de Leidsche fabrikant en firma Abraham Muskatier & Zn. | ||
| + | Van zijn zoon Arnoldus Bernardus Mutsaerts (18-09-1745 - 23-09-1811), getruwd met Maria E. de Greef wordt in het boek van Van Osch gemeld dat deze lakenfabrikant en wijnhandelaar was. Woonadres Gasthuisstraat 305. | ||
| + | Diens twee zonen, Arnoldus Antonius, wethouder Tilburg, secretaris van de Kamer van Koophandel, en Wilhelmus Petrus, wijnhandelaar, regent van het R.K. Gasthuis, lid van gedeputeerde staten, burgemeester van Tilburg, worden genoemd in het adresboek van 1881 als firmant van de firma Wed. B. Mutsaers & Zn. | ||
==Archivalia== | ==Archivalia== | ||
Versie van 25 mrt 2016 om 19:34
Deze fabriek wordt onderzocht door Mutsaers, Auk
| Mutsaers & Zn., wed. B. | ||
| Afbeelding gewenst | ||
| Type bedrijf | wollenstoffenfabriek z. stoom | |
| Vestigingsadres | Heuvelstraat | |
| Datum oprichting | 1821
1830 1872 (informatie van Rob van Putten) | |
| Datum opheffing | overgenomen door de Fa. Jean Lenglet rond 1910 | |
| Eigenaars / oprichters | Bernardus Jacobus Mutsaers (16-06-1795 -20-08-1872) X Elisabeth Boex; XX Catharina van Roessel | |
| Opvolging | vennoot: Arnoldus Antonius Mutsaers (16-02-1827 - 12-12-1895) X Josepha van Loon
Vennoot: Wilhelmus Petrus Adrianus Mutsaers (03-03-1833 - 12-02-1907) | |
| Familieverbanden | Bernardus Jacobus Mutsaers met de zonen Arnoldus Antonius Mutsaers en Wilhelmus Petrus Adrianus Mutsaers | |
| Herkomst eigenaars / oprichters | Nederland | |
| Herkomst vreemd kapitaal | eigen familiekapitaal | |
| Innovatieve aspecten | Het vuile verontreinigde water werd vanaf 1826 door middel van eigen potbussen op eigen grond, of met toestemming op andermans grond, afgevoerd.
Het is niet duidelijk of er uiteindelijk een stoommachine geïnstalleerd is. | |
| Reikwijdte van het bedrijf | niet bekend | |
Algemene omschrijving
Het wassen, pluizen, spinnen en weven van wollen stoffen. UNI goederen. Mede-initiatiefnemer van de lakenhal. De lakenhal was een instelling berustende op het K.B. van 1 juli 1820, staatsblad 14, door welke Hallen-goederen, vóór ze werden uitgevoerd, een bewijs van oorsprong werd afgegeven. Ook werd een “loodje” aan het laken gehecht. Dit werd min of meer gezien als zijnde een bewijs van goede kwaliteit. In ieder geval was het een voordeel bij leveringen aan het Nederlandse leger. In 1862 werden 4161 stuks laken van een loodje voorzien. In 1869 is de “Lakenhal” gestopt. In 1889 is het bedrijf sterk afgeslankt. Dit valt te concluderen uit het verslag van de bijdrage aan het Algemeen Verzekeringsfonds voor Werklieden. De bijdrage van het bedrijf was slechts Fl. 2,50. Dit is in vergelijking met andere textielbedrijven een erg klein bedrag. Brands, de Beer en Diepen b.v. betaalden elk Fl. 50,-.
Gezinskaart
- Interne link naar gezinskaart
Opmerkingen
Bernardus (Barend) Mutsaerts (08-01-1669 - 11-06-1776) wordt in het boek van J.C.F. van Osch "De nakomelingen van Mutsaers c.s. 1270-2000" genoemd als zijnde van beroep fabrikant. Bernardus (Barend) Mutsaerts wordt genoemd als grondlegger van de Fa. B. Mutsaers, de Wed. B. Mutsaers & Zn. en Gebr. Mutsaers, en was hoofdman van het Dionysius-Gilde. Hij heeft de basis gelegd voor de familiedynastie. Zijn twee zonen, Adrianus en Arnoldus, hadden eigendommen in Tilburg, Gilze e.o. en hadden veel pachtovereenkomsten voor veengrond en hooiland. In het oude familiepand aan het Wilhelminapark, waar later de zusters Franciscanen gevestigd waren, is na de verkoop in 1903 een muur vrijgekomen waarop brieven geplakt waren uit 1739 en volgende jaren van Barend Mutsaerts. Daaruit bleek o.a. dat Barend Mutsaers aanvankelijk werkte in commissie voor de Leidsche fabrikant en firma Abraham Muskatier & Zn. Van zijn zoon Arnoldus Bernardus Mutsaerts (18-09-1745 - 23-09-1811), getruwd met Maria E. de Greef wordt in het boek van Van Osch gemeld dat deze lakenfabrikant en wijnhandelaar was. Woonadres Gasthuisstraat 305. Diens twee zonen, Arnoldus Antonius, wethouder Tilburg, secretaris van de Kamer van Koophandel, en Wilhelmus Petrus, wijnhandelaar, regent van het R.K. Gasthuis, lid van gedeputeerde staten, burgemeester van Tilburg, worden genoemd in het adresboek van 1881 als firmant van de firma Wed. B. Mutsaers & Zn.