Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Mortel, Jan Marie Joseph van de

Jan van de Mortel
Bidprentje, collectie Regionaal Archief Tilburg
Volledige namen Jan Marie Joseph van de Mortel
Geboortedatum 16-07-1914
Geboorteplaats Tilburg
Adres Havendijk 11
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Lamberta Theresia Josepha Andrea Blomjous
Beroep Makelaar
Overlijdensdatum 11-10-1956
Plaats van overlijden Nijmegen

In bewerking

Mortel, Jan Marie Joseph van de (geb. Tilburg 16-07-1914, gest. 14-10-1956 Nijmegen), actief in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zoon van Jan Christiaan Alphonse Maria van de Mortel (1880-1947), burgemeester van Tilburg, en Josephina ‘Fien’ Eleonora Arnolda Maria Houben (1887-1966). Op 03-11-1952 trouwde hij te Tilburg met Lamberta Theresia Josepha Andrea Blomjous (1908-?). Van de Mortel overleed op 14-10-1956 in Nijmegen.

Gebeurtenis

Achtergrond en jeugd

Jan van de Mortel werd op 16 juli 1914 te Tilburg geboren als zoon van Jan van de Mortel sr., griffier bij het kantongerecht, en Fien Houben. Het gezin Van de Mortel bestond uit acht kinderen; twee dochters en zes zoons. Jan was de op een na oudste. Van de Mortel senior bekleedde gedurende zijn leven verschillende openbare functies zoals griffier van het kantongerecht, voorzitter van de Raad van Arbeid, wethouder, burgemeester van Tilburg, lid van de Eerste Kamer van de Staten-Generaal. Jan groeide op in een villa aan de Sint Josephstraat 67. In 1930 vertrok hij naar Huize Katwijk, Raamweg 47 in Den Haag, een jongensinternaat onder leiding van Jezuïeten. Op het bijbehorende St. Aloijsiuscollege volgde hij de HBS. Alle jongens uit het gezin Van de Mortel verbleven in Huize Katwijk, behalve Caspar die het kleinseminarie in Sint Michielsgestel volgde.

Individuele gebeurtenis

Op 14 december 1941 werd hij in het ouderlijk huis gearresteerd vanwege zijn verzetsactiviteiten en overgebracht naar de strafgevangenis Scheveningen. Vervolgens naar Amersfoort, Vught en Sachsenhausen. Overleed in 1956 aan de gevolgen van zijn gevangenschap in diverse kampen.

Bronnen en literatuur