Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Modernisering van de werkplaats

20 086 H-1 loods 1989.jpg

Verschillende keren werd de werkplaats grondig aangepast. Vanaf 1868 zijn er steeds gebouwen bijgekomen, afgebroken, nieuwe apparatuur en machines geplaatst, stoomkracht vervangen door stroom, stelsels van assen en wielen die door de afdelingen liepen verwijderd. De werkplaats was dynamisch. De generatie, die na de Tweede Wereldoorlog tot en met 1970 op de werkplaats begon (en die nu die nu zeventigers en tachtigers zijn) kent de tijd dat veel nog op handkracht ging, zoals in de 19e en eerste helft 20e eeuw, van de oudere garde. Het op een rolwagenspoor duwen van de locomotieven, was al voor de Tweede Wereldoorlog verdwenen, maar in de jaren vijftig en zestig van de 20e eeuw was het in veel opzichten nog behoorlijk primitief met het werken en de werkomstandigheden. Zeker vergeleken met de jaren negentig en de 21e eeuw toen ergonomie algemeen ingang vond.

Thijs van Hoek ziet Ing. Kaletzky die in de zomer van 1973 aantrad als chef werkplaats als de man die veel vernieuwingen heeft bewerkstelligd. ‘Er was al langer de noodzaak om het rioolsysteem te verbeteren. Dat gebeurde toen met een scheiding van industrieel afvalwater en hemelwater. De werkputten werden aanzienlijk verbeterd zodat er ergonomisch beter gewerkt kon worden. En ook het kantoorgebouw werd aangepast.’ Probleem was dat eind jaren zestig de gedachte bij NS (‘in Utrecht’) voor het eerst uitgingen naar één centrale werkplaats. Daarbij zou Tilburg verdwijnen. Die gedachte blijft de rest van de 20e eeuw steeds terugkeren. En als zo’n werkplaats wordt opgeheven ga je niet investeren. Maar het idee van sluiten wordt niet doorgezet en de hoofdwerkplaats Tilburg ondergaat een ware vernieuwingsslag.

Kaletzky kwam in 1973 als opvolger van Ir J. de Koningh die vanaf 1958 chef werkplaats (Cwph) was geweest. Er waren toen al verbeteringen gaande, maar dat liep niet goed. Het bedrijfsgebouw (gebouw 80) uit 1931 was een oud gebouw dat dringend aan opknappen toe was. Kaletzky was de eerste ing en geen ir, die hoofd werd van de werkplaats. Dat werd wel met enige argwaan bekeken. Hij ging met de bouw echter voortvarend te werk. Dat was niet zo vreemd, want in een van in maatschappelijke functies was hij voorzitter van de woningbouwvereniging TBV.

Kees Schijvens: ‘Je werkte met grote gereedschappen, zware sleutels en zwaar materieel. Veel zaken werden op handkracht gedaan. Het was gewoon zwaar werk. Een van de monteurs in onze ploeg Sjef Haans werd ‘silverback’ genoemd omdat zijn overall altijd wiltuitgeslagen was van het zweet. Toen Jan Smulders baas bij ons werd, is er veel veranderd. Hij bedacht veel hulpmiddelen die het werk minde zwaar maakte. Maar ook de rest verbeterde. Zo kwamen er vloeistofvaste vloeren, terwijl we daarvoor houten vloeren hadden.’

Jos van Gurp: ‘In de jaren zestig en begin zeventig waren de werkomstandigheden eigenlijk heel primitief. Zo werden motoren met terpetine afgespoten en dat liep zo de grond in. Het spuiten van een casco van een locomotief moest na werktijd gebeuren. De omgeving was onbeschermd, zodat het onmogelijk was om dat tijdens het werken te doen. In 1983 is de nieuwe afgesloten schildersafdeling gekomen met afzuiginstallatie . Dat proces van renoveren is vanaf het midden van de jaren zeventig tot eind jaren tachtig doorgelopen.’

Er kwamen nieuwe machines bij laat Jos van Gurp weten. ‘Je moet bedenken dat er in die tijd 1 vorkheftruck voor de hele werkplaats was. Om zaken te verplaatsen was dat niet handig. Er zijn toen ook veel kleinere kranen bijgekomen. Gaandeweg werd de hele werkplaats vernieuwd en dat was hard nodig. In de jaren tachtig kwamen er automaten in de draaierij.’ Vol trots werd dat in het huisorgaan d’n Atelier aangekondigd. Bij rondleidingen die jaarlijks voor de familieleden van NS-ers plaatsvonden was de nieuwe automastische draaibank iets om trots te laten zien. De facilitaire dienst van zo’n 40 man zorgde voor het onderhoud van de machines waarmee gewerkt werd, reparatie, maar ook kwamen er steeds betere machines bij. In deze jaren is ook het premiestelsel afgeschaft en in 1972 verdween de prikklok. .

Met de ingebruikname van de nieuwe H-1 loods voor kleine herstellingen, botsschades e.d. in 1987 is de vernieuwing van de werkplaats voor een belangrijk deel als voltooid te beschouwen. Maar de tijd stond ook daarna niet stil en de komst van computer direct op de werkplek betekende een volgende vernieuwingsslag. Het proces dat in 1867 begon met de eerste bouwactiviteiten is feitelijk tot het laatst doorgegaan. Tot de sluiting van de werkplaats en de bouw van de nieuwe kleinere werkplaats, de onderdelenfabriek, op Loven.

Henk van Doremalen