Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Maria Susanna Johanna van Dopff: verschil tussen versies

Regel 5: Regel 5:
 
| Cell 2.1 |
 
| Cell 2.1 |
 
[[Bestand:MariaSusanneDopff.jpg|170px]]
 
[[Bestand:MariaSusanneDopff.jpg|170px]]
|}De baronesse Maria van Dopff, dillem van Dopff, kasteelvrouwe en echtgenote van de tweede burgemeester van Udenhout, Jean van Franckenberg en Proschlitz, was een zonderlinge vrouw. Een militair die in augustus 1831 op het kasteel logeerde, schreef in zijn dagboek: Men treft te Udenhout een buitengoed aan, door eene vrij zonderlinge eigenaarster bewoond. Dezelve verloochent op verschillende manieren haar sekse en vindt er genoegen in voor man door te gaan. Zij tooit zich in mansgewaad, zij verkiest ‘mijnheer’ genoemd te worden, zij is liefhebster van de jacht, zij gaat als een man te paard en mag graag vissen. Zij rookt en zij besteedt een groot deel van haar tijd aan lezen.
+
|}De baronesse Maria van Dopff, dillem van Dopff, kasteelvrouwe en echtgenote van de tweede burgemeester van Udenhout, [[Jean de Franckenberg de Proschlitz]], was een zonderlinge vrouw. Een militair die in augustus 1831 op het kasteel logeerde, schreef in zijn dagboek: Men treft te Udenhout een buitengoed aan, door eene vrij zonderlinge eigenaarster bewoond. Dezelve verloochent op verschillende manieren haar sekse en vindt er genoegen in voor man door te gaan. Zij tooit zich in mansgewaad, zij verkiest ‘mijnheer’ genoemd te worden, zij is liefhebster van de jacht, zij gaat als een man te paard en mag graag vissen. Zij rookt en zij besteedt een groot deel van haar tijd aan lezen.
 
[[categorie: Personen uit Udenhout|Dopff, Maria Susanna Johanna van]]
 
[[categorie: Personen uit Udenhout|Dopff, Maria Susanna Johanna van]]

Versie van 2 dec 2013 om 13:02

'

MariaSusanneDopff.jpg

De baronesse Maria van Dopff, dillem van Dopff, kasteelvrouwe en echtgenote van de tweede burgemeester van Udenhout, Jean de Franckenberg de Proschlitz, was een zonderlinge vrouw. Een militair die in augustus 1831 op het kasteel logeerde, schreef in zijn dagboek: Men treft te Udenhout een buitengoed aan, door eene vrij zonderlinge eigenaarster bewoond. Dezelve verloochent op verschillende manieren haar sekse en vindt er genoegen in voor man door te gaan. Zij tooit zich in mansgewaad, zij verkiest ‘mijnheer’ genoemd te worden, zij is liefhebster van de jacht, zij gaat als een man te paard en mag graag vissen. Zij rookt en zij besteedt een groot deel van haar tijd aan lezen.