Kartuizersstraat (Tilburg)

Kartuizersstraat (Tilburg)

Afbeelding gewenst

De straat lopende vanaf de Trappistenstraat ten zuiden van de Predikherenlaan oostwaarts en daarna zuidwaarts tot de Karmelietenstraat.

Herkomst

Kartuizers zijn leden van de in 1084 gestichte kloosterorde (La Grande Chartreuse), geïnspireerd op de levenswijze van de H. Bruno (> Brunostraat). In de 14e en 15e eeuw kenden de karthuizers hun grootste ontwikkeling. Thans bestaan er nog negentien kloosters. Zij leven een overwegend kluizenaarsbestaan. In Noord-Brabant werd in 1473 een kartuize gesticht te Vught, onder de naam Sophia's burg. In de 80-jarige oorlog werd het klooster vernietigd. Uiteindelijk waren er maar vier kartuizers overgebleven, toen zij op 19 mei 1635 van de magistraat van de heerlijkheid Tilburg en Goirle sauvegardes (paspoorten) kregen en op het kasteel van de katholieke Antony Schetz, baron van Grobbendonck (> Van Grobbendonckstraat) mochten wonen. Het waren de prior, pater Arnoldus de Kegel, de vicaris, pater Robbrecht van Halle, de procurator, pater Vincentius Kuibbe, en de lekebroeder Jan Scholaster. In 1636 moesten zij door het felle retorsie-plakkaat uitwijken naar het vrije Bokhoven en in 1639 zijn zij naar Antwerpen vertrokken. De laatste kartuizers van Vught woonden dus in 1635 op het kasteel van Tilburg.

Bron: Ronald Peeters, De straten van Tilburg (1987).