Joodse onderduikers in Udenhout: verschil tussen versies
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| − | Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren enkele Joodse onderduikers te gast in gezinnen in Biezenmortel, met alle gevaren vandien. De familie Hartogs – Koopman verbleef bij de familie Van de Pas in Biezenmortel. De familie Haimann – Goldschmidt, familie van het gezin Hartogs, waren te gast bij de familie Keuninx in Biezenmortel. Een derde Joods echtpaar dat in de Capucijnenstraat een veilig onderkomen had gevonden waren Richard en Roosje. Dit waren schuilnamen en niet hun echte namen. Ze waren Oostenrijkse joden. Dit echtpaar was ondergedoken bij de familie Van Ostade. Jacobine Monnikendam vond als joods meisje onder de schuilnaam Anne-Marie Kapteins in Biezenmortel | + | Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren enkele Joodse onderduikers te gast in gezinnen in Biezenmortel, met alle gevaren vandien. De familie Hartogs – Koopman verbleef bij de familie Van de Pas in Biezenmortel. De familie Haimann – Goldschmidt, familie van het gezin Hartogs, waren te gast bij de familie Keuninx in Biezenmortel. Een derde Joods echtpaar dat in de Capucijnenstraat een veilig onderkomen had gevonden waren Richard en Roosje. Dit waren schuilnamen en niet hun echte namen. Ze waren Oostenrijkse joden. Dit echtpaar was ondergedoken bij de familie Van Ostade. Jacobine Monnikendam vond als joods meisje onder de schuilnaam Anne-Marie Kapteins in Biezenmortel een onderduikadres bij het echtpaar Willem Timmermans en Hanneke Mallens aan de Biezenmortelsestraat. Deze mensen vonden onderdak in Biezenmortel door bemiddeling van de paters Kapucijnen. |
==Zie ook== | ==Zie ook== | ||
Versie van 30 sep 2022 om 16:40
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren enkele Joodse onderduikers te gast in gezinnen in Biezenmortel, met alle gevaren vandien. De familie Hartogs – Koopman verbleef bij de familie Van de Pas in Biezenmortel. De familie Haimann – Goldschmidt, familie van het gezin Hartogs, waren te gast bij de familie Keuninx in Biezenmortel. Een derde Joods echtpaar dat in de Capucijnenstraat een veilig onderkomen had gevonden waren Richard en Roosje. Dit waren schuilnamen en niet hun echte namen. Ze waren Oostenrijkse joden. Dit echtpaar was ondergedoken bij de familie Van Ostade. Jacobine Monnikendam vond als joods meisje onder de schuilnaam Anne-Marie Kapteins in Biezenmortel een onderduikadres bij het echtpaar Willem Timmermans en Hanneke Mallens aan de Biezenmortelsestraat. Deze mensen vonden onderdak in Biezenmortel door bemiddeling van de paters Kapucijnen.