Janssens-Kanters
Deze fabriek wordt onderzocht door Kleijberg, Claudy
Janssens-Kanters | ||
Afbeelding gewenst | ||
Type bedrijf | wolwasserij en pluizerij gedreven op stoom | |
Vestigingsadres | Koningshoeve | |
Datum oprichting | 1865 | |
Datum opheffing | 1886 | |
Eigenaars / oprichters | Isidorius Johannes Hendrikus Janssens | |
Familieverbanden | Zoon van Cornelis Janssens en Josephina Anna Martina Dams (firma Janssens-Dams) groothandel in wollenstoffen; broer van Bisschop Janssens; grootvader was Willebrordus Antonius Dams (burgemeester van Tilburg tijdens Franse periode); broer van Eduard en Alphons (fabrikanten van firma Janssens-de Horion) | |
Herkomst eigenaars / oprichters | In 1864 maakte I. Janssens samen met Nicolaas Pessers en Franken deel uit van de firma N. Pessers & Cie; vellenbloterij en handel in wol en leer | |
Innovatieve aspecten | 1865 aanleg van gasfabriek v fabrieksverlichting. Na zijn vertrek bleek de hele omgeving zonder gas te zitten. In 1868 werd de locomobiel vervangen door een stoommachine. Op 11-11-1875 wordt Is. Janssens-Kanters onderscheiden en ontvangt een gouden medaille uit handen van de Jury der Tentoonstelling voor de bijdrage aan de vooruitgang van Tilburg |
Algemene omschrijving
Als wolwasser vestigt hij zich in het moerassige gebied de Hoeve gelegen aan de Leij. Hier lag een wildernis met moerasachtige grond en wat voor veel mensen de reden was om er met een flinke bocht omheen te rijden. Door deze slechte bereikbaarheid lag Tilburg in de isolatie van de buitenwereld.
Janssens-Kanters weet binnen drie jaar zich uit te breiden tot een lucratieve machinale wolwasserij, door toevoeging van aanmerkelijk verbeterde machines. In 1868 draaide de fabriek op drie stoomketels samen 80 pk en een stoommachine van gelijk vermogen. Er waren toen 50 mensen werkzaam.
Als geniale ontwerper en uitvoerder van een herindeling veranderde I. Janssens, in zeer korte tijd, de Koningshoeven tot een vruchtbaar gebied. Mede door zijn enorme wolwasserij die hij had neergezet in de Hoeve kwam er een omkering tot stand. Opeens werd het gebied aantrekkelijk voor andere industriëlen, en ging de industrie flink uitbreiden. De welvaart en nijverheid namen toe en Tilburg kon de concurrentie voor blijven, vooral de Belgische.