Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Jan Boelaars: verschil tussen versies

Regel 37: Regel 37:
 
Jan Boelaars werd in 1934 lid van de [[Rooi harten]]. In 1939 werd hij tot priester gewijd. In 1950 promoveerde hij in Utrecht op het proefschrift The Linguistic position of South-western New Guinea. In 1951 vertrok hij naar Irian Jaya (Nieuw-Guinea), deed daar tot 1960 een adat-studie en was vervolgens tot 1961 leraar op het seminarie in Merauke. Na adat-studies in het Mandobo-gebied (1961-1967) en in het Mappi-gebied (1967), keerde hij in 1967 terug naar Nederland. Van 1970 tot 1984 was hij docent pastorale antropologie aan verschillende instituten in Indonesië en op Irian Jaya. Hij verbleef weer korte tijd in Nederland en vervolgens van 1986 tot 1989 op Irian Jaya, waarna hij naar Tilburg werd gerepatrieerd. Boelaars schreef artikelen en enkele boeken, zoals Nieuw-Guinea uw mensen zijn wonderbaar (1953), Papoea's aan de Mappi (1960), Mandobo's tussen de Digoel en de Kao (1970), Headhunters about themselves (An ethnographic report from Irian Jaya, Indonesia) (1981) en Tot mensen gezonden (1986). Over de Jaqaj-cultuur schreef hij drie studies (1956).
 
Jan Boelaars werd in 1934 lid van de [[Rooi harten]]. In 1939 werd hij tot priester gewijd. In 1950 promoveerde hij in Utrecht op het proefschrift The Linguistic position of South-western New Guinea. In 1951 vertrok hij naar Irian Jaya (Nieuw-Guinea), deed daar tot 1960 een adat-studie en was vervolgens tot 1961 leraar op het seminarie in Merauke. Na adat-studies in het Mandobo-gebied (1961-1967) en in het Mappi-gebied (1967), keerde hij in 1967 terug naar Nederland. Van 1970 tot 1984 was hij docent pastorale antropologie aan verschillende instituten in Indonesië en op Irian Jaya. Hij verbleef weer korte tijd in Nederland en vervolgens van 1986 tot 1989 op Irian Jaya, waarna hij naar Tilburg werd gerepatrieerd. Boelaars schreef artikelen en enkele boeken, zoals Nieuw-Guinea uw mensen zijn wonderbaar (1953), Papoea's aan de Mappi (1960), Mandobo's tussen de Digoel en de Kao (1970), Headhunters about themselves (An ethnographic report from Irian Jaya, Indonesia) (1981) en Tot mensen gezonden (1986). Over de Jaqaj-cultuur schreef hij drie studies (1956).
  
[[Categorie:Religieus_persoon]]
+
[[Categorie:Religieuzen_Tilburg]]
 
[[Categorie:Tilburgs_Lexicon]]
 
[[Categorie:Tilburgs_Lexicon]]

Versie van 23 dec 2020 om 16:36

Dr. Johannes (Jan) Honoré Marie Cornelis Boelaars MSC
Afbeelding gewenst
Hoofdambt Priester
Bijnaam Jan Boelaars
Geboortedatum 1915
Geboorteplaats Tilburg
Sterfdatum 2004
Sterfplaats Tilburg

Dr. Johannes (Jan) Honoré Marie Cornelis Boelaars MSC (Tilburg 1915 – Tilburg 2004).

Leven en werk

Jan Boelaars werd in 1934 lid van de Rooi harten. In 1939 werd hij tot priester gewijd. In 1950 promoveerde hij in Utrecht op het proefschrift The Linguistic position of South-western New Guinea. In 1951 vertrok hij naar Irian Jaya (Nieuw-Guinea), deed daar tot 1960 een adat-studie en was vervolgens tot 1961 leraar op het seminarie in Merauke. Na adat-studies in het Mandobo-gebied (1961-1967) en in het Mappi-gebied (1967), keerde hij in 1967 terug naar Nederland. Van 1970 tot 1984 was hij docent pastorale antropologie aan verschillende instituten in Indonesië en op Irian Jaya. Hij verbleef weer korte tijd in Nederland en vervolgens van 1986 tot 1989 op Irian Jaya, waarna hij naar Tilburg werd gerepatrieerd. Boelaars schreef artikelen en enkele boeken, zoals Nieuw-Guinea uw mensen zijn wonderbaar (1953), Papoea's aan de Mappi (1960), Mandobo's tussen de Digoel en de Kao (1970), Headhunters about themselves (An ethnographic report from Irian Jaya, Indonesia) (1981) en Tot mensen gezonden (1986). Over de Jaqaj-cultuur schreef hij drie studies (1956).