Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Gouden kalf: verschil tussen versies

(Nieuwe pagina aangemaakt met '==Rij 6 bank 7 Het gouden kalf== De dans om het gouden kalf. Exodus 32: “Toen het volk merkte dat het lang duurde voordat Mozes van de berg kwam, schoolde het samen...')
 
Regel 1: Regel 1:
 +
 +
 
==Rij 6 bank 7 Het gouden kalf==  
 
==Rij 6 bank 7 Het gouden kalf==  
 
De dans om het gouden kalf. Exodus 32: “Toen het volk merkte dat het lang duurde voordat Mozes van de berg kwam, schoolde het samen tegen Aäron en zei: maak ons Goden (zoals ze die in Egypte hadden leren kennen), die ons voorgaan. …..en hij maakte van gouden oorbellen een kalf en zei: dit is uw God. En de Heer sprak tot Mozes: ga, daal af; gezondigd heeft uw volk. En toen Mozes naderde zag hij het kalf en de dansende mensen; ….en het kalf, dat zij gemaakt hadden, vermorzelde hij tot stof.”
 
De dans om het gouden kalf. Exodus 32: “Toen het volk merkte dat het lang duurde voordat Mozes van de berg kwam, schoolde het samen tegen Aäron en zei: maak ons Goden (zoals ze die in Egypte hadden leren kennen), die ons voorgaan. …..en hij maakte van gouden oorbellen een kalf en zei: dit is uw God. En de Heer sprak tot Mozes: ga, daal af; gezondigd heeft uw volk. En toen Mozes naderde zag hij het kalf en de dansende mensen; ….en het kalf, dat zij gemaakt hadden, vermorzelde hij tot stof.”

Versie van 27 nov 2015 om 15:06


Rij 6 bank 7 Het gouden kalf

De dans om het gouden kalf. Exodus 32: “Toen het volk merkte dat het lang duurde voordat Mozes van de berg kwam, schoolde het samen tegen Aäron en zei: maak ons Goden (zoals ze die in Egypte hadden leren kennen), die ons voorgaan. …..en hij maakte van gouden oorbellen een kalf en zei: dit is uw God. En de Heer sprak tot Mozes: ga, daal af; gezondigd heeft uw volk. En toen Mozes naderde zag hij het kalf en de dansende mensen; ….en het kalf, dat zij gemaakt hadden, vermorzelde hij tot stof.”

“De Udenhoutse bank”, schreef pastoor Prinsen in zijn plakboek over de kerkbanken.