Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Goossens, Thomas: verschil tussen versies

Regel 1: Regel 1:
Goossens werd in 1907 tot priester gewijd, studeerde geschiedenis en promoveerde in 1917 op het proefschrift Franciscus Sonnius in de pamfletten. In dat jaar stichtte hij het tijdschrift Bossche Bijdragen. Hij was in 1922 mede-initiatiefnemer van het in Tilburg uitgegeven Historisch Tijdschrift. In 1921 volgde hij dr. Hendrik [[Moller]] op als rector van de RK [[Leergangen]], en bekleedde dit ambt tot 1956. Hij was in 1927 de stichter van de RK Handelshoogeschool ([[Universiteit van Tilburg]]). Hiervan was hij drie jaar rector-magnificus. Nadat hij in 1956 als rector was afgetreden, vertrok hij naar Den Bosch. Goossens was tevens bibliothecaris van de Leergangen en pleegde ook historisch onderzoek. Hij publiceerde onder meer in Tijdschrift voor Taal en Letteren, Taxandria, [[Brabantia Nostra]] en Bossche Bijdragen. In Het [[Nieuwsblad van]] het Zuiden schreef hij in 1945 veertien artikelen over de geschiedenis van Tilburg onder de titel Uit de oude doos. Vier van zijn bekende dies-reden zijn Het arme Brabant (1929), Het keerpunt van Brabant 1 maart 1796 (1930), Onontgonnen Brabant (1935) en Van den ‘Wolwerck’ in Den Bosch (1940). Hij was coauteur van het Gedenkboek R.K. Leergangen 1912-1937 (1937) en hij schreef Mr. J.F.R. van Hoof: Een Brabants patriot 1755-1816 (1948). Zijn bibliografie (1908-1950) verscheen in de bundel Land van mijn hart, die hem in 1952 bij zijn 70e verjaardag door vrienden en leerlingen werd aangeboden.
+
Goossens werd in 1907 tot priester gewijd, studeerde geschiedenis en promoveerde in 1917 op het proefschrift Franciscus Sonnius in de pamfletten. In dat jaar stichtte hij het tijdschrift Bossche Bijdragen. Hij was in 1922 mede-initiatiefnemer van het in Tilburg uitgegeven Historisch Tijdschrift. In 1921 volgde hij dr. [[Hendrik Moller]] op als rector van de [[RK Leergangen]], en bekleedde dit ambt tot 1956. Hij was in 1927 de stichter van de RK Handelshoogeschool ([[Universiteit van Tilburg]]). Hiervan was hij drie jaar rector-magnificus. Nadat hij in 1956 als rector was afgetreden, vertrok hij naar Den Bosch. Goossens was tevens bibliothecaris van de Leergangen en pleegde ook historisch onderzoek. Hij publiceerde onder meer in Tijdschrift voor Taal en Letteren, Taxandria, [[Brabantia Nostra]] en Bossche Bijdragen. In Het [[Nieuwsblad van]] het Zuiden schreef hij in 1945 veertien artikelen over de geschiedenis van Tilburg onder de titel Uit de oude doos. Vier van zijn bekende dies-reden zijn Het arme Brabant (1929), Het keerpunt van Brabant 1 maart 1796 (1930), Onontgonnen Brabant (1935) en Van den ‘Wolwerck’ in Den Bosch (1940). Hij was coauteur van het Gedenkboek R.K. Leergangen 1912-1937 (1937) en hij schreef Mr. J.F.R. van Hoof: Een Brabants patriot 1755-1816 (1948). Zijn bibliografie (1908-1950) verscheen in de bundel Land van mijn hart, die hem in 1952 bij zijn 70e verjaardag door vrienden en leerlingen werd aangeboden.
  
 
[[Categorie:Religieus_persoon]]
 
[[Categorie:Religieus_persoon]]
 
[[Categorie:Tilburgs_Lexicon]]
 
[[Categorie:Tilburgs_Lexicon]]

Versie van 9 mei 2012 om 12:55

Goossens werd in 1907 tot priester gewijd, studeerde geschiedenis en promoveerde in 1917 op het proefschrift Franciscus Sonnius in de pamfletten. In dat jaar stichtte hij het tijdschrift Bossche Bijdragen. Hij was in 1922 mede-initiatiefnemer van het in Tilburg uitgegeven Historisch Tijdschrift. In 1921 volgde hij dr. Hendrik Moller op als rector van de RK Leergangen, en bekleedde dit ambt tot 1956. Hij was in 1927 de stichter van de RK Handelshoogeschool (Universiteit van Tilburg). Hiervan was hij drie jaar rector-magnificus. Nadat hij in 1956 als rector was afgetreden, vertrok hij naar Den Bosch. Goossens was tevens bibliothecaris van de Leergangen en pleegde ook historisch onderzoek. Hij publiceerde onder meer in Tijdschrift voor Taal en Letteren, Taxandria, Brabantia Nostra en Bossche Bijdragen. In Het Nieuwsblad van het Zuiden schreef hij in 1945 veertien artikelen over de geschiedenis van Tilburg onder de titel Uit de oude doos. Vier van zijn bekende dies-reden zijn Het arme Brabant (1929), Het keerpunt van Brabant 1 maart 1796 (1930), Onontgonnen Brabant (1935) en Van den ‘Wolwerck’ in Den Bosch (1940). Hij was coauteur van het Gedenkboek R.K. Leergangen 1912-1937 (1937) en hij schreef Mr. J.F.R. van Hoof: Een Brabants patriot 1755-1816 (1948). Zijn bibliografie (1908-1950) verscheen in de bundel Land van mijn hart, die hem in 1952 bij zijn 70e verjaardag door vrienden en leerlingen werd aangeboden.