Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Fusillade Drunense Duinen: verschil tussen versies

Regel 10: Regel 10:
  
  
Verzet kent daden die verborgen waren en verborgen bleven, waarover alleen in kleine kring gepraat werd en wordt. Verzet kent ook daden die na de bezetting algemeen bekend werden, die nog steeds tot de verbeelding spreken en zijn opgenomen in de geschiedenis. Verzet kent de naamloze verzetsmensen die in het verborgen werkten en ook na de oorlog verborgen bleven. Verzet kent ook verzetsmensen die na de oorlog de ‘boegbeelden’ werden van het lokale, misschien wel het landelijke verzet.
+
Op 26 mei 1944 werden in de Loonse en Drunense Duinen 14 mannen gefusilleerd. Vijf van hen  waren betrokken bij de mislukte aanslag op Piet Gerrits, een van de meest gehate politiemannen die Tilburg ooit gekend heeft. Het ging om de volgende vijf verzetslieden: Wim Berkelmans, ambtenaar van het Tilburgse Bevolkingsregister, Rob van Spaendonck, textielfabrikant, Harry Verbunt, ambtenaar, en Barend Busnac en Albert Meintser. De laatste twee waren afkomstig uit Amsterdam maar tijdelijk ingeschreven in Tilburg. Ook Jan de Jong uit Doorn, onderhopman bij de Nederlandse Arbeidsdienst, werd die dag op dezelfde locatie terechtgesteld. Hij had Harry Verbunt onderdak verleend.
  
24 Januari 1944: de voorgenomen aanslag op Piet Gerrits.
+
Het was begin januari 1944 dat Van Spaendonck, Berkelmans en Verbunt samen met politieagent Toon van Beek een aanslag beraamden op Piet Gerrits. De NSB-er Gerrits was een verlengstuk van de Sicherheitsdienst bij het Tilburgse politiecorps,. Afgesproken werd dat de aanslag gepleegd zou worden door Van Beek en door de twee Amsterdammers en wel op 19 januari. Op de bewuste dag bleek Piet Gerrits echter niet in de stad te zijn, waarna een nieuwe datum geprikt werd: 24 januari.
Het is ronduit tragisch dat een aanslag die niet kon worden uitgevoerd, geleid heeft tot de terechtstelling van vijf Tilburgers: Wim Berkelmans, ambtenaar van het Tilburgse Bevolkingsregister, Rob van Spaendonck, textielfabrikant, Harry Verbunt, ambtenaar, Barend Busnac, kantoorbediende en Albert Meintser, eveneens kantoorbediende (zij kwamen beiden uit Amsterdam, maar waren ingeschreven in Tilburg). Terechtgesteld werd ook Jan de Jong, onderhopman bij de Nederlandse Arbeidsdienst, uit Doorn.
+
Omdat men - kennelijk bij nader inzien -  niet veel vertrouwen had in de capaciteiten van Busnac en Meintser, werd Joop Kerstens uit Nijmegen gevraagd aan de aanslag deel te nemen. Eerst leek die niet op tijd te komen, zodat men de Amsterdammers toch in moest schakelen, maar uiteindelijk meldde Kerstens zich wel op het afgesproken tijdstip. Afgesproken werd nu dat hij en Van Beek de aanslag zouden plegen en dat Meintser en Busnac achter Gerrits zouden fietsen om zich na de aanslag meester te maken van diens aktetas met officiële papieren. Kerstens en Van Beek zouden Gerrits opwachten en neerschieten op de hoek van de Nieuwlandstraat en Noordstraat, een punt dat hij doorgaans op weg naar huis passeerde.
 
 
Begin januari 1944 spraken van Spaendonck, Berkelmans, Verbunt en Van Beek, agent van politie, af dat een aanslag gepleegd moest worden op Piet Gerrits, een verlengstuk van de Sicherheitsdienst bij het Tilburgse politiecorps, om groter kwaad te voorkomen. Voor de uitvoering daarvan zond Berkelmans, die intussen in Amsterdam was ondergedoken, Barend Busnac en Albert Meintser.
 
Afgesproken werd dat de aanslag zou plaatsvinden op 19 januari 1944 en uitgevoerd zou worden door Van Beek, Busnac en Meintser.
 
 
 
De aanslag ging toen niet door, omdat Gerrits op dat ogenblik niet in Tilburg was. De datum voor de aanslag werd daarop verschoven naar 24 januari. Omdat men in de capaciteiten van Busnac en Meintser niet veel vertrouwen had, werd Joop Kerstens uit Nijmegen gevraagd aan de aanslag deel te nemen. Maar omdat hij zich niet op tijd meldde, werd Berkelmans gebeld om toch maar Meintser en Busnac weer te sturen. Omdat Kerstens toch nog voor het geplande moment van de aanslag arriveerde, werd afgesproken dat hij en Van Beek de aanslag zouden plegen en dat Meintser en Busnac achter Gerrits zouden fietsen om zich na de aanslag meester te maken van zijn aktetas met officiële papieren. Kerstens en Van Beek zouden Gerrits opwachten en neerschieten op het kruispunt Nieuwlandstraat/hoek Noordstraat. Het was het punt dat Gerrits op weg naar huis normaal passeerde.
 
 
 
De aanslag ging niet door. Om kwart voor elf ’s avonds zag het viertal Gerrits vanuit het hoofdbureau van politie komen. Van Beek en Kerstens begaven zich naar de afgesproken plaats, maar wachtten tevergeefs. Gerrits was de Nieuwlandstraat inderdaad ingereden, maar zag dat achter hem twee mannen (Meintser en Busnac) zonder licht reden. Hij hield ze aan. Meintser liet zijn papieren zien. Busnac sloeg op de vlucht. Gerrits keerde daarop met Meintser terug naar het hoofdbureau, niet wetende welke vangst hij had gedaan en niet wetend dat hij ongewild een aanslag ontliep.
 
 
 
Toen Busnac zich na twee dagen op het hoofdbureau meldde om te vragen naar zijn vriend Meintser, kreeg Gerrits argwaan. Hij kwam er achter dat Busnac Van Beek kende en merkte dat Van Beek ondergedoken was. Hij informeerde de Sicherheitsdienst die Meintser en Busnac overnam. Bij de SD werd de naam genoemd van Verbunt die in Doorn ondergedoken zat bij De Jong. Verbunt en De Jong werden aangehouden. Enige tijd later werd Berkelmans aangehouden in Arnhem. Als laatste werd van Spaendonck, die gezien werd als drijvende kracht, aangehouden in Tilburg. Tijdens een zitting in het kamp Haaren werden zij ter dood veroordeeld en op 26 mei 1944 werden zij in de Drunense Duinen geëxecuteerd. Waar zij begraven liggen is tot op heden onbekend. 
 
(De overlijdensakten werd in Tilburg opgemaakt)
 
  
 +
Op die bewuste avond zagen de verzetslieden Gerrits om kwart voor elf uit het aan de Bisschop Zwijsenstraat gelegen hoofdbureau van politie komen. Van Beek en Kerstens begaven zich naar de afgesproken plaats, maar wachtten tevergeefs. Waarom?  Gerrits was weliswaar de Nieuwlandstraat ingereden, maar had gezien dat er achter hem twee mannen reden -  Meintser en Busnac - die zonder licht reden. Toen hij ze aanhield, was Busnac op de vlucht geslagen. En zo keerde Gerrits samen met Meintser terug naar het politiebureau, niet wetend dat hij zelf de dans ontsprongen was.
 +
Toen Busnac zich na twee dagen op het hoofdbureau meldde om te vragen naar zijn vriend Meintser, ging het balletje rollen. Gerrits kwam er achter dat Busnac zijn collega Van Beek kende en dat die ondergedoken was.  Hij informeerde de Sicherheitsdienst die Meintser en Busnac overnam. Niet lang daarna volgde de aanhouding van Verbunt die in Doorn zat ondergedoken bij De Jong, De Jong zelf, en van Berkelmans in Arnhem. Van Spaendock, die de drijvende kracht zou zijn geweest achter de aanslag, werd als laatste ingerekend in Tilburg.
  
 +
De zes verzetsmannen en nog acht andere personen werden op  24 mei 1944  tijdens een zitting in het kamp Haaren ter dood veroordeeld en op 26 mei 1944 in de Loonse en Drunense Duinen geëxecuteerd. Diverse pogingen ten spijt is nooit achterhaald waar zij begraven liggen. Op 26 mei 2005  werd voor de veertien mannen  een monument  opgericht nabij het Udenhoutse café-restaurant Bosch en Duin.
 
</oorlogsslachtoffer>
 
</oorlogsslachtoffer>
 
[[category:Oorlogsslachtoffers]]
 
[[category:Oorlogsslachtoffers]]
 +
[[category:gebeurtenissen]]
 
[[category:gebeurtenissen]]
 
[[category:gebeurtenissen]]
 
[[category:gebeurtenissen]]
 
[[category:gebeurtenissen]]

Versie van 25 apr 2012 om 15:34


Op 26 mei 1944 werden in de Loonse en Drunense Duinen 14 mannen gefusilleerd. Vijf van hen waren betrokken bij de mislukte aanslag op Piet Gerrits, een van de meest gehate politiemannen die Tilburg ooit gekend heeft. Het ging om de volgende vijf verzetslieden: Wim Berkelmans, ambtenaar van het Tilburgse Bevolkingsregister, Rob van Spaendonck, textielfabrikant, Harry Verbunt, ambtenaar, en Barend Busnac en Albert Meintser. De laatste twee waren afkomstig uit Amsterdam maar tijdelijk ingeschreven in Tilburg. Ook Jan de Jong uit Doorn, onderhopman bij de Nederlandse Arbeidsdienst, werd die dag op dezelfde locatie terechtgesteld. Hij had Harry Verbunt onderdak verleend.

Het was begin januari 1944 dat Van Spaendonck, Berkelmans en Verbunt samen met politieagent Toon van Beek een aanslag beraamden op Piet Gerrits. De NSB-er Gerrits was een verlengstuk van de Sicherheitsdienst bij het Tilburgse politiecorps,. Afgesproken werd dat de aanslag gepleegd zou worden door Van Beek en door de twee Amsterdammers en wel op 19 januari. Op de bewuste dag bleek Piet Gerrits echter niet in de stad te zijn, waarna een nieuwe datum geprikt werd: 24 januari. Omdat men - kennelijk bij nader inzien - niet veel vertrouwen had in de capaciteiten van Busnac en Meintser, werd Joop Kerstens uit Nijmegen gevraagd aan de aanslag deel te nemen. Eerst leek die niet op tijd te komen, zodat men de Amsterdammers toch in moest schakelen, maar uiteindelijk meldde Kerstens zich wel op het afgesproken tijdstip. Afgesproken werd nu dat hij en Van Beek de aanslag zouden plegen en dat Meintser en Busnac achter Gerrits zouden fietsen om zich na de aanslag meester te maken van diens aktetas met officiële papieren. Kerstens en Van Beek zouden Gerrits opwachten en neerschieten op de hoek van de Nieuwlandstraat en Noordstraat, een punt dat hij doorgaans op weg naar huis passeerde.

Op die bewuste avond zagen de verzetslieden Gerrits om kwart voor elf uit het aan de Bisschop Zwijsenstraat gelegen hoofdbureau van politie komen. Van Beek en Kerstens begaven zich naar de afgesproken plaats, maar wachtten tevergeefs. Waarom? Gerrits was weliswaar de Nieuwlandstraat ingereden, maar had gezien dat er achter hem twee mannen reden - Meintser en Busnac - die zonder licht reden. Toen hij ze aanhield, was Busnac op de vlucht geslagen. En zo keerde Gerrits samen met Meintser terug naar het politiebureau, niet wetend dat hij zelf de dans ontsprongen was. Toen Busnac zich na twee dagen op het hoofdbureau meldde om te vragen naar zijn vriend Meintser, ging het balletje rollen. Gerrits kwam er achter dat Busnac zijn collega Van Beek kende en dat die ondergedoken was. Hij informeerde de Sicherheitsdienst die Meintser en Busnac overnam. Niet lang daarna volgde de aanhouding van Verbunt die in Doorn zat ondergedoken bij De Jong, De Jong zelf, en van Berkelmans in Arnhem. Van Spaendock, die de drijvende kracht zou zijn geweest achter de aanslag, werd als laatste ingerekend in Tilburg.

De zes verzetsmannen en nog acht andere personen werden op 24 mei 1944 tijdens een zitting in het kamp Haaren ter dood veroordeeld en op 26 mei 1944 in de Loonse en Drunense Duinen geëxecuteerd. Diverse pogingen ten spijt is nooit achterhaald waar zij begraven liggen. Op 26 mei 2005 werd voor de veertien mannen een monument opgericht nabij het Udenhoutse café-restaurant Bosch en Duin.