Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Een eeuw voetbalhistorie in Gilze en Rijen

Fitte honderdjarige aan de bal

Voetbalvereniging Gilze bestaat dit jaar honderd jaar. Samen met een hoogbejaarde club uit Rijen en een Molenschots team op leeftijd tonen zij nog wekelijks hun schijnbewegingen, slidings, voorzetten en doelpunten aan het publiek. Een eeuw lang houdt de belangrijkste bijzaak in het leven de plaatselijke gemoederen al bezig. Met z’n ups en downs: vriendschap en rivaliteit, promotie en degradatie, eensgezindheid en ruzie.

In het begin van de vorige eeuw kwam de industrie in de gemeente op gang. Een deel van de boerenbevolking in Gilze en Rijen vond werk in de nieuw opgerichte leerlooierijen en schoenfabrieken. Ze hoefden niet meer elk uur van de dag klaar te staan op de boerderij. Ondanks de lange werkdagen die ook in de fabrieken werden gemaakt, bleef er na sluiting van de poorten wat vrije tijd over. Dit leidde tot buurtclubs, vriendenteams en fabriekselftallen die met elkaar de sportieve strijd aangingen op een tot voetbalveld gepromoveerd weiland of braakliggend terrein. In de jaren twintig sloegen enkelen van hen de handen ineen en werden in Gilze en Rijen echte voetbalverenigingen opgericht. Dat gebeurde onder aansporing van de plaatselijke geestelijkheid en de (vaak nog jonge) kapelaans speelden daarbij een belangrijke rol.

Van GVC via AVM naar RKVV Gilze

In Gilze werd voor het eerst gevoetbald onder de naam GVC (Gilsche Voetbal Club) tegen clubjes uit omliggende dorpen. De spelers trokken er dan te voet op uit, want de meesten hadden nog geen fiets. De gelukkigen mét fiets namen een passagier mee, maar omdat een bagagedrager ontbrak moest die op het “pinnetje” staan. In 1920 werd de naam veranderd in AVM (Altijd Vol Moed) en het team speelde op een terrein aan de Warande, waar de grootste obstakels waren verwijderd. In 1921 besloten enkele van de jongens een echte vereniging op te richten. De stichtingsvergadering werd belegd op 7 maart in de oude jongensschool (die eind zestiger jaren is afgebroken) bij de kerk. De toenmalige kapelaan Verrijt (later pastoor van Molenschot) had de jongens enthousiast gemaakt, maar hij vond de tienerbestuurders nog wat te jong. Hij bracht ze onder het toeziend oog van de RK Werkliedenvereniging. Na een tijdje veranderde de naam AVM in het voor deze tijd van het “Rijke Roomsche leven” meer gangbare RKVV Gilze. De clubs speelden onder de hoede van de katholieke kerk in regionale – per bisdom ingerichte – bonden. Er bestond ook een nationale voetbalbond (NVB) voor de landelijke competitie. De kerk vond deze bond te neutraal en richtte daarom een eigen overkoepelende bond op. Zo bleven ook de katholieke teams die het landelijke niveau haalden onder de Roomse hoede.

Geldzorgen en een bestuurscrisis

Gilze kampioen in het "gouden jaar" 1932-1933 (Beeldarchief Heemkring Molenheide).

Het kostte veel hoofdbrekens om RKVV Gilze op de been te houden. Al het benodigde geld moest uit eigen zak (gespaarde centen!) komen. Zo ook in 1929 toen het team kampioen werd en kon promoveren naar een hogere klasse. Dat ging tot spijt van de spelers en supporters niet door. Er was te weinig geld om de reizen naar de uitwedstrijden te betalen en ook het terrein, dat achter de huidige burgemeester van Poppelstraat lag, voldeed niet aan de eisen. Ze speelden toen nog op zand. Ieder polletje gras werd weggehaald, want dat lag alleen maar in de weg. Op de donkere ondergrond werden met wit zand de lijnen getrokken. Tot overmaat van ramp brak één van de spelers op het hobbelige terrein een been en kwamen de kosten voor rekening van de club. Er werd ten bate van het genezende been een serie wedstrijden uitgeschreven. Opbrengst: f 100,-. Ook voor wedstrijdkleding was geen geld. Ieder bracht zijn eigen shirt mee en dat varieerde van polo’s tot overhemden. Sommigen droegen zelfs nog een stropdas. In 1932 kon Gilze een weiland huren aan de Lange Wagenstraat, waar ze in het weekeinde op speelden. Dat er door de week schapen op graasden, namen de spelers op de koop toe. Omkleden deden ze in het café van W. Faes aan het Steenakkerplein. In dat “gouden jaar” werd Gilze kampioen. Maar weer schoten de geldmiddelen te kort om het land in te reizen en werd van promotie afgezien.

De tribune van Gilze aan de Lange Wagenstraat werd in 1936 in gebruik genomen met een wedstrijd tegen DVC uit Dongen (Foto uit Jubileumboek VV Gilze).

In 1936 wist het bestuur de hand te leggen op een tribune die in Tilburg was afgedankt. Deze accommodatie werd door de leden zelf opgehaald en was groot genoeg om te delen met RAC uit Rijen; ieder de helft. Na herbouw werd het nieuwe pronkstuk met een wedstrijd tegen DVC uit Dongen in gebruik genomen. Hierna groeide het voetbalveld in Gilze uit tot een heus sportpark. In dat zelfde jaar deed zich ook een echte bestuurscrisis voor. De club wilde het vijftienjarig bestaan vieren met een Vlaamse Kermis. Die moest de nodige financiële middelen binnenbrengen om het exploitatietekort van de vereniging te dekken, of beter nog om er iets aan over te houden. Maar de geestelijk adviseur verzette zich. Hij vond de gemengde bediening op de kermis tegen de goede katholieke zeden in gaan. Enkele bestuurders raadpleegden de bisschop en die was iets milder in zijn oordeel. Maar het kwaad was al geschied, ze konden het niet eens worden en het bestuur trad af.

Rijense Amateurs Club

In Rijen werd er honderd jaar geleden ook al volop gevoetbald. Het dorp kende destijds twee elftallen. Hierin speelden jongens die werkten op de toen florerende looierijen “De Nederlander” en “De Brabander”. Net als in de omliggende plaatsen waren er daarnaast buurt- en vriendenteams zoals Wilhelmina, SDO en ‘t Haai-endje die een beruchte reputatie hadden. Toen de fabriekselftallen uiteen vielen was het kapelaan Van Mierlo die het initiatief nam om de voetballers uit het dorp bij elkaar te brengen. Dit leidde op 12 augustus 1928 tot de oprichting van de “Rijensche Amateurs Club”. Volgens de overlevering kwamen de jonge stichters op die dag bijeen bij de regenput van de weduwe Dientje Geerts. ’t Haai-endje en SDO sloten al snel aan en zo kon RKVV RAC aan zijn lange loopbaan beginnen. Bij gebrek aan een eigen terrein werd er op een veld aan de Haansbergseweg en op het Pils-terreintje aan de Julianastraat gespeeld, een opmerkelijke naam waarvan de oorsprong niet helemaal duidelijk is.

Velden aan de Laagstraat en omkleden bij Nooten

De tribune van RAC aan de Laagstraat werd in 1936 in gebruik genomen met een wedstrijd tegen La Chapelle uit Breda. De tribune ging bij een storm in 1938 volledig verloren (Foto uit Jubileumboek RAC).

In 1930 belandde RAC op de velden aan de Laagstraat. Het terrein werd ingezegend door pastoor Oomen. Hotel Nooten in de Stationsstraat werd het clubhuis; voor en vooral ook na de wedstrijd. Soms waren spelers er uren na het laatste fluitsignaal nog in wedstrijdtenue te vinden. Met name het wat hoger gelegen veld aan de Laagstraat was, volgens de oude verhalen, “een ware arena waar veel tranen zijn gevloeid van vreugde en verdriet”. In 1932 moeten het vreugdetranen zijn geweest want toen noteerde RAC de eerste grote triomf; de club werd kampioen en promoveerde. Het succes was van korte duur want de Rijenaren bleken niet sterk genoeg om zich te handhaven. Degradatie was het gevolg. In 1938 volgde er nog een “drama”. Door het ontbreken van windgaten in de achterwand van de tribune die de Rijenaren pas twee jaar daarvoor via hun buurvereniging uit Gilze hadden verworven, ging het bouwwerk op een stormachtige dag geheel verloren. Nog vóór de oorlog werd er door de betrokken leden een nieuwe, maar kleinere, tribune opgericht.

Voetballen in de oorlog

Op bevel van de Duitsers gingen de katholieke bonden, net als alle andere voetbalbonden in Nederland, in 1940 over in de nationale voetbalbond. Vanwege de aanhoudende bombardementen was Gilze tijdens de oorlogsjaren voor een groot deel geëvacueerd. De spelers moesten uit hun tijdelijke adressen in Alphen, Chaam, Riel en Baarle-Nassau komen om te voetballen. In Rijen was het was rustiger en werd er vaker gevoetbald. Maar de wedstrijden werden regelmatig verstoord door de Landwacht die op zoek was naar onderduikers. Tijdens de oorlog moesten de RAC-kers nog eens via de achterdeur het Stationskoffiehuis ontvluchten omdat de Duitse gasten woedend werden toen het clublied te hard en te vaak werd gezongen: “RAC zal wezen, RAC zal zijn, wij worden kampioen op het voetbalterrein.” Na de oorlog werden Gilze en RAC ingeschreven bij de KNVB.

De beroemdste wedstrijd én speler

Wedstrijd Baronie-RAC uit 1953 (Foto uit Jubileumboek RAC).

Het is misschien wel de beroemdste foto uit de RAC-historie: vertwijfelde spelers rond een doel met een gebroken lat. Het gebeurde in de wedstrijd Baronie-RAC in 1953. Een schot werd uit het doel gekopt, de bal ging recht omhoog en dreigde terug in het doel te vallen, RAC-keeper Peerden en stopperspil Van Eijck hingen samen een fractie van een seconde aan de lat en KNAK! De lat brak in twee stukken. Op een bijveld werd een vervangende goal uitgegraven. De wedstrijd eindigde in 3-2 voor Baronie. De jaren vijftig waren niet alleen goed voor de beroemdste wedstrijd, maar ook voor de beroemdste speler; de uit Molenschot afkomstige Jan Brooijmans.

Jan Brooijmans poseert samen met zijn zonen Jules en Adrie met de Hongaarse voetballegende Ferenc Puskas (links) (Foto uit Jubileumboek RAC).

Hij vertrok op zijn 24e van RAC naar Willem II en maakte als profvoetballer de mooiste jaren van deze club mee. In 1955 werd hij met de Tilburgers de eerste kampioen van Nederland in het pas opgerichte betaald voetbal. Hij won in 1963 tevens de KNVB-beker met de “Tricolores”. Daardoor speelde Brooijmans het seizoen daarna met Willem II als basisspeler tegen Manchester United in het Europacup II toernooi. Hij was aanvoerder en kwam in dertien seizoenen tot 402 wedstrijden voor de Tilburgers. Daarmee was hij recordhouder van de club tot 1996 toen hij, in het jaar dat hij overleed, het record moest afstaan aan John Feskens. “D’n Brooij”, zoals zijn bijnaam luidde, speelde enkele malen in het Nederlands Elftal, de selectie voor Oranje had hij afgedwongen in zijn RAC-periode.

Van Toxandria naar VV Molenschot

Voor de oorlog werd er in Molenschot al gevoetbald. Er was een clubje met de naam Toxandria. Toen de oorlog uitbrak hingen de spelers hun voetbalschoenen aan de wilgen. Maar na de oorlog ging het weer kriebelen en organiseerden oud-Toxandrialeden weer een echte voetbalwedstrijd. De strijd vond plaats op het weiland van Gerrit Boemaars, die zelf ook meedeed. Na 10 minuten was het voor hem al gedaan, hij brak zijn been; einde carrière! Deze wedstrijd leidde op 1 juli 1948 tot de oprichting van een voetbalvereniging in het dorp. De initiatiefnemers schreven zich onder de naam Toxandria in bij de KNVB. Omdat er al een club met die naam bestond, moest gekozen worden voor RKVV Molenschot. Eerste voorzitter was Gerrit Boemaars, met zijn been nog in het gips. Omkleden deden de spelers thuis en de tegenstander kon terecht in het clublokaal, het café van A. van Bavel. Daar stond dan na de wedstrijd een teiltje met koud water klaar. Na verschillende keren van terrein te zijn gewisseld, kreeg de club in 1959 een nieuw terrein op “Het Vlak” aan de Molenschotse Baan. In 1963 vertrokken enkele jonge spelers bij Van Bavel en vonden hun thuisbasis bij café Planken Wammes aan de rijksweg. Een aantal oudere spelers was het hier niet mee eens, bleef het oude clubhuis trouw en richtte een eigen elftal op. Later werd het conflict bijgelegd en sloten zij zich als veteranenteam toch weer bij de RKVV Molenschot aan. In 1977 werd sportpark ’t Hoogeind aan de Broekstraat betrokken en kreeg de inmiddels met jeugdelftallen uitgebreide vereniging de ruimte die het nodig had.

Molenschot speelde in 1948 op het weiland van Gerrit Boemaars (Beeldarchief Heemkring Molenheide).

Elf Vlugge Ventjes

In het najaar van 1957 werden de woningen aan het Hilsondishof, het eerste hofje van het nieuwbouwplan Vijf Eiken in Rijen betrokken. Voor de jongens uit dit hofje en hun vrienden was voetballen de enige vrijetijdsbesteding. Zodra het weer het toeliet voetbalden ze op het weiland naast de toenmalige Bernadetteschool. Hun speelgoed was een eivormige bal met een veter als sluiting. Verdere attributen, zoals een paar jassen met een steen erop, waren voldoende voor de bezigheid van vele uren. Op een mooie dag in de paasvakantie van 1958 lag het vaste groepje jongelui rustend in het gras en daar ontstond het idee om een vereniging op te richten. Er werd ook een naam geboren: Elf Vlugge Ventjes (EVV). In korte tijd ontgroeide het clubje het straatvoetbal en er werd een bestuur geformeerd dat bestond uit enkele vaders en volwassen buren. De schuur van de familie Tijs voldeed als kleed- en clublokaal. De voortvarende jongens meldden zich bij de gemeente voor subsidie en klopten bij de KNVB aan. EVV verhuisde naar een veldje bij de Curverfabriek en veranderde de al goed ingeburgerde afkorting in het officiëlere Eendracht Verwerft Victorie. Het heeft nog even geduurd, maar in 1962 werd de club ingedeeld bij de KNVB en speelde toen tijdelijk op het Ericssonveld. Ze moesten nog wel het oprichtingsjaar ’58 aan de naam toevoegen, omdat er al twee clubs met de naam EVV waren ingeschreven. Kapelaan A. de Nijs van de nieuwe parochie Maria Boodschap werd de geestelijk adviseur.

Eerste lustrum van EVV in 1962 (de jongens waren in 1957 al begonnen met voetballen) (Beeldarchief Heemkring Molenheide).

Een jaar later vond de voetbalclub onderdak bij camping ’t Haasje, waar ze het voetbalveld en de kleedkamers mochten gebruiken. Omdat ’t Haasje op Oosterhouts grondgebied lag bleef er behoefte aan een accommodatie in Rijen. De EVV-ers waren dan ook wat blij toen ze in 1968 samen met zustervereniging RAC op het nieuwe sportpark De Vijf Eiken konden gaan voetballen. Nu kreeg EVV de kans om zich volledig te ontplooien.

RAC + EVV = VV Rijen

In de jaren negentig begon het te rommelen binnen de Rijense voetbalgelederen. De sportieve prestaties vielen tegen. Bij EVV lieten sommigen het hoofd hangen en verlieten de club. De eerste geluiden kwamen naar buiten over een eventuele fusie. Een kansloos plan, zo leek het. Bij RAC bloeide ondertussen de jeugdafdeling. De groei ging zo hard dat de accommodatie – ondanks nieuwe kantine en extra kleedkamers bij het hoofdveld – tegen het einde van de jaren negentig steeds meer tekort schoot. Tijdens de gesprekken hierover met de gemeente voelde RAC zich gegijzeld; een fusie met EVV werd als voorwaarde gesteld voor verbeteringen van het sportpark. Besprekingen tussen de besturen van beide clubs leidden tot een fusievoorstel dat tijdens een emotionele ledenvergadering van RAC werd afgewezen. Maar beide partijen wisten de onwil bij de meeste leden weg te masseren en zo kwam het alsnog tot een fusie. RAC en EVV gingen samen verder als VV Rijen. Na respectievelijk 75 en 45 jaar verdween het zwart-wit en rood-wit van de velden. Als compromis werd gekozen voor de gemeentekleuren geel-groen. Maar de geschiedenis, de prachtige verhalen én de herinneringen aan de mensen die beide verenigingen groot maakten, verhuisden mee. 2003 was het laatste en meteen wonderlijkste jaar uit de historie van beide dorpsclubs: jubileum, afscheid én geboortefeest in één keer!

Hultense Voetbal Club uit 1932 (Beeldarchief Heemkring Molenheide).

Aan de stam van de oude voetbalboom in Gilze en Rijen zitten nog meer loten. Zo moet er voor de oorlog in Hulten korte tijd ook een voetbalclub zijn geweest. De informatie hierover is spaarzaam, maar een oude foto uit 1932 getuigt hier nog van. Hierop poseren spelers in een voetbaldoel onder de naam HVC (Hultense Voetbal Club). Ook kennen we het café- en bedrijfsvoetbal dat bijvoorbeeld op de velden van Ericsson in Rijen, de Hooikar in Gilze en manege Thielen in Hulten werd gespeeld en dat vooral triomfen vierde in de derde helft. Na de komst van de sporthallen kwam in de jaren zeventig en tachtig het zaalvoetbal opzetten. Het uit Hulten afkomstige team van jongerensoos The Chump was één van de pioniers. Al met al staat het voetbal er in de gemeente na een eeuw goed voor met de jubilerende derde klasser VV Gilze op het prachtige voetbalcomplex Verhoven en tweede klasser VV Rijen op het vernieuwde sportpark de Vijf Eiken. Hopelijk levert dit in de komende jaren weer eens een kampioen op.



Tekst: Kees van der Heijden; Fotoredactie: Piet Weterings Bronnen: www.heemkringmolenheide.nl; www.tijdmachinegilzerijen.nl; (foto)archief Heemkring Molenheide; Jubileumboeken VV Gilze, RAC, VV Molenschot en EVV’58.

Dit artikel is in maart 2021 in Weekblad Gilze en Rijen verschenen als themapagina van Heemkring Molenheide.