Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Duitse bommenwerper stort neer in Gilze, Nieuwstraat – 5 september 1940: verschil tussen versies

Regel 21: Regel 21:
  
 
[[Bestand:Nieuwstraat puin wordt geruimd.jpg|right|thumb|300px|Het huis op de foto is zwaar beschadigd, ramen en deuren zijn vernield, geen dakpan is op zijn plek gebleven. Deze schade is grotendeels veroorzaakt door de explosie van de bomlading van het vliegtuig, enkele minuten na het neerstorten. De intense hitte van de vele honderden liters brandende benzine bracht tot overmaat van ramp de bommen tot ontploffing]]
 
[[Bestand:Nieuwstraat puin wordt geruimd.jpg|right|thumb|300px|Het huis op de foto is zwaar beschadigd, ramen en deuren zijn vernield, geen dakpan is op zijn plek gebleven. Deze schade is grotendeels veroorzaakt door de explosie van de bomlading van het vliegtuig, enkele minuten na het neerstorten. De intense hitte van de vele honderden liters brandende benzine bracht tot overmaat van ramp de bommen tot ontploffing]]
 
Uit: www.heemkringmolenheide.nl/tweede-wereldoorlog-gilze-rijen/oorlogsjaren/oorlogsjaar-1940/duitse-bommenwerper-in-gilze-neergestort-2/
 
  
 
==Arnold Verster: 'Vreselijke ramp, geweldige ravage'==
 
==Arnold Verster: 'Vreselijke ramp, geweldige ravage'==
Regel 32: Regel 30:
  
 
''De brandweren van Reijen, van Tilburg en Breda snellen ter assistentie, helaas er is geen water, waar steeds de voorraden der waterleiding door het kamp worden opgebruikt. Alles tezamen waren dertien mensenlevens te betreuren, waaronder zes Duitsers, vier uit de machine, één logé juist die avond gearriveerd en een schildwacht. Het huisgezin Van Wezel verloor ouders en vier kinderen – twee der familie Vermeulen zijn ten gevolge van deze ramp bezweken. Voor onze fabriek lagen onder andere vier grote onontplofte bommen (voor Londen bestemd) en door de neerstortende machine weggeworpen. Het was een eerste groot ongeluk in de omtrek en de deelneming was algemeen.De Duitse ploegen snelden te hulp, maar zorgden voor eigen landslui. Ze zagen ons niet eens staan. Ieder bleef met de hulpactie zoveel mogelijk op eigen terrein. De lijken werden naar het RK Gasthuis vervoerd en volgende dag had de beaarding plaats in een groot graf. R.I.P.''
 
''De brandweren van Reijen, van Tilburg en Breda snellen ter assistentie, helaas er is geen water, waar steeds de voorraden der waterleiding door het kamp worden opgebruikt. Alles tezamen waren dertien mensenlevens te betreuren, waaronder zes Duitsers, vier uit de machine, één logé juist die avond gearriveerd en een schildwacht. Het huisgezin Van Wezel verloor ouders en vier kinderen – twee der familie Vermeulen zijn ten gevolge van deze ramp bezweken. Voor onze fabriek lagen onder andere vier grote onontplofte bommen (voor Londen bestemd) en door de neerstortende machine weggeworpen. Het was een eerste groot ongeluk in de omtrek en de deelneming was algemeen.De Duitse ploegen snelden te hulp, maar zorgden voor eigen landslui. Ze zagen ons niet eens staan. Ieder bleef met de hulpactie zoveel mogelijk op eigen terrein. De lijken werden naar het RK Gasthuis vervoerd en volgende dag had de beaarding plaats in een groot graf. R.I.P.''
Uit: Gilze tijdens de oorlogsjaren – dagboekaantekeningen van Arnold Verster
 
  
 
[[Bestand:Nieuwstraat zwaar beschadigd.jpg|right|thumb|300px|Nog een beeld van de verwoesting in de Nieuwstraat. Duitse militairen zoeken in de smeulende resten op de dag van het ongeluk]]
 
[[Bestand:Nieuwstraat zwaar beschadigd.jpg|right|thumb|300px|Nog een beeld van de verwoesting in de Nieuwstraat. Duitse militairen zoeken in de smeulende resten op de dag van het ongeluk]]

Versie van 5 feb 2024 om 14:34

Duitse bommenwerper stort neer in de Nieuwstraat in Gilze

Er is veel vastgelegd over de vliegtuigramp op 5 september 1940 in de Nieuwstraat; de crash van de Duitse Heinkel had grote impact op het dorp.

Volgeladen met kerosine en bommen

Op de website van Heemkring Molenheide/Tweede Wereldoorlog staat het volgende verslag:

Kort na middernacht, het was net donderdag 5 september 1940, stortte in de Nieuwstraat in Gilze een Duitse bommenwerper van het type Heinkel 111 IH + FP neer. De bommenwerper – op weg naar Engeland – was volgeladen met kerosine en bommen. Op dat moment genoten de meeste mensen in Gilze al van hun nachtrust, totaal onkundig van wat er zou gaan gebeuren.

Hotel De Kronen zoals het vroeger was

Ook de familie van Wezel in de Nieuwstraat was in diepe slaap verzonken en bij de overburen, de familie Vermeulen in hotel De Kronen werden de laatste voorbereidingen getroffen om een einde aan de dag te maken. In de keuken hadden moeder Vermeulen en zoon Kees de laatste spullen opgeruimd en ze praatten nog wat na met twee stamgasten, die hier hun laatste glas dronken.

Toen brak de hel los. Een gierend geluid gevolgd door een daverende klap. Het scheurend geluid van brekend metaal en hout, gevolgd door een enorme vuurzee. Met woeste kracht sloegen balken, dakpannen, stenen en stukken metaal door de ramen van De Kronen naar binnen en er werden enorme gaten in de muren geslagen. Even was er bij de wakker geschrokken bewoners een verstarring van schrik. Toen kwam een verzengende hitte op hen af en was er nog die ene gedachte: “Er uit!”.

De situatie op de plaats van het ongeluk was onbeschrijflijk. Het Duitse vliegtuig was in de bovenverdieping van het huis van Willem van Wezel gedrongen, alles met zich meesleurend. Dakpannen, spanten, huisraad, muren vielen op straat. Ook de mensen die in hun bed lagen werden meegesleurd en lagen tussen het puin en de brandende benzine op straat. Stukken vliegtuig, puin en balken, maar vooral brandende benzine sloegen door naar het hotel aan de overkant en zetten dit in lichterlaaie.

Gelukkig zagen alle bewoners, zij het bedekt met brandwonden, kans het pand te verlaten. Ook zij konden het vege lijf redden door uit ramen en gaten in de muren naar buiten te springen. De plaats van de ramp veranderde in een ware hel. Door het geluid van de ontploffende munitie en de loeiende vlammen heen klonk het geluid van de nog steeds startende vliegtuigen van het vliegveld. Daar overheen de angstaanjagende alarmstem van de luidende kerkklokken. Doordat bij het ongeluk ook de elektrische stroom was uitgevallen werkten de sirenes niet. Toen volgden drie doffe dreunende slagen van de ontploffende bommen, die ruiten en dakpannen in de verre omgeving deden sneuvelen.

Pas in de ochtend van 5 september werd duidelijk hoe groot de ravage was. De straat lag vol met puin en glas. Daartussen stukken van het vliegtuig, overal verspreid. Van drie huizen en een schuur stonden alleen nog de geblakerde, verbrande resten overeind. Daar tussendoor bewogen zich, met geschroeide en bezwete gezichten, de brandweermannen en reddingsploegen, moe gestreden onder de zwarte helmen, de ogen brandend van rook en hitte. Urenlang hadden zij keihard moeten werken om te redden wat er te redden viel. Nu pas konden ze ook beginnen met het bergen van de bemanning van het verongelukte vliegtuig en al spoedig werden de verkoolde resten van de vier vliegers her en der onder het puin vandaan gehaald. Toen de Duitse instanties aan het eind van de middag begonnen met het ruimen van het puin, kon het dorp Gilze de trieste balans opmaken. Een balans die een schaduw van grimmigheid over dit anders zo vriendelijke dorp legde. In de harten van de mensen maakten de angst en schrik van de afgelopen nacht plaats voor een gevoel van diepe verslagenheid en machteloze woede. De trieste lijst van de slachtoffers gaf er alle reden toe. Vader Jan Vermeulen lag op dat moment nog zwaar gewond in het ziekenhuis. Later stierf hij alsnog.

Het huis op de foto is zwaar beschadigd, ramen en deuren zijn vernield, geen dakpan is op zijn plek gebleven. Deze schade is grotendeels veroorzaakt door de explosie van de bomlading van het vliegtuig, enkele minuten na het neerstorten. De intense hitte van de vele honderden liters brandende benzine bracht tot overmaat van ramp de bommen tot ontploffing

Arnold Verster: 'Vreselijke ramp, geweldige ravage'

Gilzenaar Arnold Verster schrijft over de vliegtuigramp in de nacht van 4 op 5 september 1940 het volgende in zijn dagboek:

Sinds enige dagen ronkt vanaf de vroege avond vliegmachine na vliegmachine op het veld. Het zijn de Engelandvaarders – de Stuka’s, de Heinkels en de Messerschmitt’s. Grote schuiten die als zwarte reuzen in de avondlucht opklimmen. Kort ná middernacht gaat er weer een opstijgen. Het zucht en kraakt, het blaast en poeft – het kan moeilijk omhoog. Zie daar dondert het aan vanaf de heide. Het neemt plotseling een zwaai naar links en met oorverdovend rumoer en geplof valt het als een brandend laken ergens neer.

Ik sta vóór ons huis en zie een geweldige helle vuurgloed ten hemel stijgen. Ontploffing volgt na ontploffing en vanaf ons gezien klaart een helle brandschijn, waaruit dikke wolken opstijgen, de lucht; ergens in de omtrek onzer fabriek. Daar rinkelt de telefoon vanuit de post, ik weet dat de L.B. (luchtbescherming) op hun post zijn en verneem dat de fruittuinen van de heren H.Jacobs en W. van Wezel zijn weggemaaid, dat de huizen van Van Wezel en Koch eveneens zijn “ausradiert” en dat het monster zich geboord heeft in het geheel verwoeste tegenoverliggende café De Kronen van de heer Jan Vermeulen. Een vreselijke ramp, een geweldige ravage.

De brandweren van Reijen, van Tilburg en Breda snellen ter assistentie, helaas er is geen water, waar steeds de voorraden der waterleiding door het kamp worden opgebruikt. Alles tezamen waren dertien mensenlevens te betreuren, waaronder zes Duitsers, vier uit de machine, één logé juist die avond gearriveerd en een schildwacht. Het huisgezin Van Wezel verloor ouders en vier kinderen – twee der familie Vermeulen zijn ten gevolge van deze ramp bezweken. Voor onze fabriek lagen onder andere vier grote onontplofte bommen (voor Londen bestemd) en door de neerstortende machine weggeworpen. Het was een eerste groot ongeluk in de omtrek en de deelneming was algemeen.De Duitse ploegen snelden te hulp, maar zorgden voor eigen landslui. Ze zagen ons niet eens staan. Ieder bleef met de hulpactie zoveel mogelijk op eigen terrein. De lijken werden naar het RK Gasthuis vervoerd en volgende dag had de beaarding plaats in een groot graf. R.I.P.

Nog een beeld van de verwoesting in de Nieuwstraat. Duitse militairen zoeken in de smeulende resten op de dag van het ongeluk

Hel van vuur

In Vijf jaar Luchtfront – Het vliegveld Gilze-Rijen als oorlogsveld, uitgegeven door de Gilzer Luchtvaartclub Illustrious vinden we onder de titel ‘Vreselijk vliegtuigongeluk’ het volgende verslag:

In de nacht van 4 op 5 september stijgen de bommenwerpers voor het eerst op, zwaar beladen met springstoffen en benzine. De nachtverlichting is nog niet voltooid en dit is misschien de oorzaak geweest, dat in deze eerste nacht reeds een vreselijk ongeluk gebeurt. Het derde opstijgende vliegtuig zwenkt kort na de start naar links in de richting van het dorp Gilze, snel zakt het naar beneden en slaat met geweldige kracht te pletter tegen de huizen in de Nieuwstraat. Hoog springen de vlammen op en brandende benzine verspreidt zich wijd en breed in de straat. Dreunende explosies van bommen, die heet worden in het vuur, brengen het hele dorp in opschudding, de zware tonen van klokkengelui en een akelig gillen van getroffenen verwekken bange voorgevoelens. Met grote onverschrokkenheid en moed trachten enkelen deze hel van vuur binnen te dringen om de reikende hand te bieden aan de hulpelozen, die gedoemd zijn het tragisch lot van de vuurdood te ondergaan. En een van hen moet zijn heldendaad met de dood bekopen…. Drie lange uren verheffen de bleke vlammen zich boven de huizen en houdt het knetteren van brandende munitie aan, waardoor het reddingswerk uiterst bemoeilijkt wordt. Toch treedt de nog onervaren Luchtbescherming kranig op, en weet verdere uitbreiding van het vuur te voorkomen.

Als eindelijk de dag aanbreekt kan men de toestand overzien: acht burgers, plus de bemanning van het vliegtuig en een paar andere Duitsers zijn gedood en drie woningen vernield, waaronder het Hotel De Kronen. Voorts is er in de omgeving veel schade aan dakpannen en glas en een massa puin maakt de weg tijdelijk onbruikbaar. Op 7 september worden de slachtoffers begraven. Dit ongeluk maakt diepe indruk op de inwoners van Gilze en ook in omliggende plaatsen en het verwekt sombere vooruitzichten voor de toekomst. Het is het begin van veel ellende en een droevige inleiding op al wat in de komende jaren nog te verwachten is.


Gerrit Vermeulen:'Het moeilijkste moment in mijn leven'

En ook deel 2 van de vijfdelige serie Vijf jaar luchtfront – Het vliegveld Gilze-Rijen in de Tweede Wereldoorlog geeft een uitgebreide beschrijving: Na een inleiding over nieuw gearriveerde vliegtuigen op 4e september 1940: ‘Zij zullen tegen de avond starten om met nog 200 andere toestellen een gezamenlijke aanval op Liverpool uit te voeren. De hele dag is het grondpersoneel druk in de weer. De vliegtuigen worden geïnspecteerd, boordwapens van munitie voorzien, brandstoftanks gevuld en bommen in en onder de vliegtuigen bevestigd. En als de bemanningen zich rond 8 uur in de avond naar de "Gefechtsstand" begeven voor de vluchtplanning, staan daar veertig vliegtuigen gereed, zwaar beladen en zwanger van hun dood en verderf zaaiende explosieve lading. Volgens ooggetuigen zijn alle herkenningstekens van de vliegtuigen onzichtbaar gemaakt met zwarte verf of iets dergelijks. Tegen 22.00 uur komen de bemanningen uit de bunker en begeven zich naar de vliegtuigen. Even later worden de eerste kisten opgestart en drijven de rookwolken uit de uitlaten over het veld. Na het warmdraaien van de motoren, taxiet het eerste vliegtuig naar de kop van de baan aan de Bredase Weg.

Nog even een laatste controle van de instrumenten, dan gaan de gashandels naar voren en breken de 1680 paardekrachten van de beide Jumo 211 motoren los. Brullend trekken zij het vliegtuig naar voren, steeds meer snelheid makend om even later het logge gevaarte van de groen geschilderde startbaan af de lucht in te trekken. Nog maar net is de kist in het donker verdwenen of de tweede begint aan zijn aanloop naar de duistere onbekende verten. En zo gaat het maar door, de een na de ander. Om de 10 à 15 minuten vertrekt er een. Als achtste in de rij staat nu de He 111 1H + FP (Werknr. 3318) van het zesde Staffel. Aan het stuurwiel zit Lt. Siegfried Baltes afkomstig uit Gleichamberg in Duitsland. Langzaam rolt het vliegtuig naar de kop van de startbaan. Nog even kijkt Baltes zijn bemanning aan, dan schuift ook hij de gashandels naar voren. Onmiddellijk reageert de kist. Trillend in al zijn spanten begint het de aanloop, steeds sneller raast het over de baan en even later zijn de wielen los. Langzaam wint de kist hoogte. De trillende naald van de hoogtemeter klimt mee. 25 m, 50 m, 100 m. Langzaam gaat de hand van Baltes naar de handel van het landingsgestel om de wielen in te trekken. Ineens, die lichte trilling, de Heinkel luistert niet naar zijn roeren, steeds meer verliest hij hoogte, valt weg over de linkervleugel en raast recht op het dorp Gilze af. Wanhopig doet Baltes wat hij kan maar hij zit al te laag.

Machteloos moet hij er in berusten dat het overtrokken vliegtuig niet onder controle is te krijgen. En met wijd opengesperde ogen ziet hij de huizen van de Nieuwstraat op zich afkomen. Op dat moment, terwijl Siegfried Baltes duidelijk in de problemen zit, genieten de meeste mensen in Gilze reeds van hun nachtrust, totaal onkundig van hetgeen er boven hun huizen gebeurt. Ook de familie van Wezel in de Nieuwstraat is in diepe slaap verzonken en bij de overburen, de familie Vermeulen in hotel "De Kronen" worden de laatste voorbereidingen getroffen om ook een einde aan de dag te maken. Reeds is het immers 12 uur geweest en heeft de nieuwe dag een aanvang genomen. In de keuken hebben moeder Vermeulen en zoon Kees de laatste spullen opgeruimd en praten nog wat na met twee stamgasten, die hier hun laatste glas drinken. Het is een warme nacht en de 16-jarige Gerrit Vermeulen is dan ook maar boven op de dekens in slaap gevallen. Nog maar net een half uur ligt hij op bed en dan breekt de hel los. Een gierend geluid gevolgd door een daverende klap. Het scheurend geluid van brekend metaal en hout, gevolgd door een enorme vuurzee. Met woeste kracht slaan balken, dakpannen, stenen en stukken metaal door de ramen van de "Kronen" naar binnen en worden enorme gaten in de muren geslagen. Even is er bij de wakker geschrokken bewoners een verstarring van schrik. Dan komt een verzengende hitte op hen af en is er nog die ene gedachte: "Er uit!". Door het kapot geslagen raam van zijn slaapkamer, springt Gerrit op het platte dak eronder en vlucht van daaruit de straat op.

Vlak bij hem klinken explosies en loeien de vlammen. Op dat moment ontlaadt zich één opgekropte reactie bij de jongen, lopen, weg van het onheil, weg van het inferno van vuur en geluid waartegen hij machteloos staat. Dan ziet hij menselijke lichamen op straat liggen. Meteen realiseert hij zich dat hij niet alleen in huis was, maar hij blijft lopen. Huilend en snikkend wordt hij opgevangen door de familie van Beijsterveldt, een eindje verderop in de straat. "Bij ons zijn ze allemaal dood", als een ontlading van schrik en ellende klinken deze woorden uit de mond van de gemartelde jongen. Dat immers is de conclusie die hij getrokken heeft toen hij de mensen op straat zag liggen. Voor hem kon dat niemand anders dan zijn familie zijn.

Inmiddels is de situatie op de plaats van het ongeluk onbeschrijflijk. Het vliegtuig van Baltes is in de bovenverdieping van het huis van Willem van Wezel gedrongen, alles met zich meesleurend wat er in was. Dakpannen, spanten, huisraad, muren vallen op straat. Ook de mensen die in hun bed lagen worden meegesleurd en liggen tussen het puin en de brandende benzine op straat. Stukken vliegtuig, puin en balken, maar vooral brandende benzine slaan door naar het aan de overkant gelegen hotel en zetten dit in lichterlaaie. Gelukkigerwijs zien alle bewoners, zij het bedekt met brandwonden, kans het pand te verlaten. Ook zij hebben het vege lijf kunnen redden door uit ramen en gaten in de muren naar buiten te springen. De plaats van de ramp verandert nu in een ware hel . Door het geluid van de ontploffende munitie en de loeiende vlammen klinkt het geluid van de nog steeds startende vliegtuigen van het vliegveld. Daar overheen de angstaanjagende alarmstem van de luidende kerkklokken. Doordat bij het ongeluk ook de elektrische stroom is uitgevallen werken de sirenes niet. Dan volgen 3 doffe dreunende slagen van de ontploffende bommen, die ruiten en dakpannen in de verre omgeving doen sneuvelen. De naar buiten gesnelde buurtbewoners kijken in een zee van vuur en zoeken, volkomen machteloos, snel dekking tegen de exploderende munitie. Op wel heel erg trieste wijze heeft het ongeluk de dood ten gevolge van een familielid van de Vermeulens. Het is tante Cor (Kee) Vermeulen, die evenals de anderen naar buiten komt en de vlammen ziende roept, "och, bij onze Jan". De schrik is haar te veel en terwijl ze in elkaar zakt sterft ze aan een hartaanval.

Dan komt de hulpverlening op gang en wordt begonnen met het verzorgen en afvoeren van doden en gewonden. De brandweer gaat tot het uiterste met het bestrijden en indammen van de vuurzee. Ondertussen, er zal zowat een half uur verstreken zijn, komt bij de familie van Beijsterveldt het bericht door dat de familie Vermeulen weliswaar gewond maar levend bij dokter Hoeks is en dat de jonge Gerrit er nog even bij mag voor ze naar het ziekenhuis gaan.

Eerst is er ongeloof in de ogen van de jongen, maar als hij bij dokter Hoeks komt zijn ze daar. Zijn vader, moeder, Kees, Anna en Cor. Weliswaar met brandwonden bedekt, hij mag ze dan ook niet aanraken, maar levend. Toch zegt hij zelf hierover: "Het was het moeilijkste moment in mijn leven, daar vlakbij zijn ze, levend, terwijl ik dacht dat ze dood waren. En ik mocht ze niet aanraken, nou, ze hebben me vast moeten houden. Vooral vader was zwaar verbrand, waarom weet ik niet, misschien is hij terug gegaan om nog wat te redden? Ik heb het niet gezien". Ook mist hij op dat moment zijn zuster Luus. Later blijkt dat zij, door een sprong uit het huis, beide enkels had gebroken en reeds waarschijnlijk door een zekere Herr Will naar het ziekenhuis is gebracht. Dan blijkt dat er ook bij de van Wezels een overlevende is. Het is Jan van Wezel. Hij is met bed en al en met de muur naar buiten gevallen, maar als door een wonder heeft hij het overleefd. Inmiddels is men op de plaats van de ramp met alle inzetbare middelen bezig met de strijd tegen de ontembaar lijkende vuurzee. Langzaam maar zeker, na uren strijd, geeft het vuur zich gewonnen, maar niet nadat ook nog het huis van Mevr. Koch een prooi van de gulzige vlammen is geworden. En zo breekt de nieuwe dag aan ....

Donderdag 5 september 1940 Langzaam moet de nacht wijken voor de dag. Nog maar net vallen de eerste bleke lichtstralen over Gilze, of er gaat een schok van ontzetting door degenen die zich in de Nieuwstraat bevinden. Nu pas wordt duidelijk hoe groot de ravage is. De straat ligt vol met puin en glas. Stukken van het vliegtuig daartussen, overal verspreid. Van drie huizen en een schuur staan alleen nog de geblakerde, verbrande resten overeind. Daar tussendoor bewegen zich, met geschroeide en bezwete gezichten, de brandweermannen en reddingsploegen, moe gestreden onder de zwarte helmen, de ogen brandend van rook en hitte. Urenlang hebben zij keihard moeten werken om te redden wat er te redden viel. Nu pas kan men ook beginnen met het bergen van de bemanning van het verongelukte vliegtuig en al spoedig worden de verkoolde resten van de vier vliegers her en der onder het puin vandaan gehaald. Als de Duitse instanties aan het eind van de middag beginnen met het ruimen van het puin, kan het dorp Gilze zijn trieste balans opmaken. Een balans die een schaduw van grimmigheid over dit anders zo vriendelijke dorp legt. In de harten van de mensen maakt de angst en schrik van de afgelopen nacht plaats voor een gevoel van diepe verslagenheid en machteloze woede. De trieste lijst van de slachtoffers geeft er alle reden toe. Het zijn de Gilzenaren: Wilhelmus J. van Wezel 55 jaar Wilhelmina P. van Wezel-van Kruisbergen 51 jaar Antonia M. van Wezel 21 jaar Petrus A. van Wezel 19 jaar Martinus G. van Wezel 15 jaar Jacobus M. van den Broek 25 jaar

En van Duitse zijde: Siegfried Baltes, Lt., Piloot, Geb: 14-12-1919 Gleichamberg Gottfried Pottgüter, Lt., Waarnemer, Geb: 27-8-1916 Dudinghausen Karl-Heinz Graunke, Gefr., Radio-tel ., Geb . 18-4-1917 Berlijn Erich Pfretzschner, Feldw., Boordmont., Geb. 27-10-1914 Plauen/Vogtl

Daarbij mag men niet vergeten dat vader Jan Vermeulen zwaar gewond in het ziekenhuis ligt, alwaar nog steeds voor zijn leven wordt gevochten. Intussen heeft het nieuws van de ramp in Gilze zich ook verspreid naar de andere dorpen rond het vliegveld. Ook hier veroorzaakt het een schokreactie. Zie je wel, het kon niet uitblijven. Dit is waar men al die voorgaande maanden bang voor is geweest. Eens moest het gebeuren. En zal dit het einde zijn? Wie is volgende keer de ongelukkige? Vragen die alleen beantwoord kunnen worden door de tijd. In de hele omgeving hangt een mineurstemming en vooral een gevoel van onrust en machteloosheid. Een gevoel dat het beste is weer te geven door de uitspraak van dat gelovige oude moederke in Gilze die bij het zien van de ramp zei, "Waarom laat Onze Lieve Heer dit toch gebeuren, hebben we dan nog niet genoeg betaald? ".

Behalve de bommenwerper die in Gilze te pletter sloeg, moesten nog eens vier toestellen van de verdere gevechtsactie afzien. Twee Heinkels vielen al uit terwijl ze naar de startbaan rolden en weer twee andere raakten elkaar tijdens de start. Het is niet ondenkbaar dat al deze voorvallen te maken hebben met de onbekendheid van het nieuwe vliegterrein. Alhoewel de bemanningen van deze vier vliegtuigen er heelhuids vanaf kwamen, zullen zij ongetwijfeld de betrekkelijkheid van hun bestaan hebben ingezien.

Zaterdag 7 september 1940 Reeds valt het eerste licht over ons dorp Gilze als teken dat een nieuwe dag op het punt staat aan te breken. Een dag waarop dit zo zwaar getroffen dorp een droeve plicht te vervullen staat. Afscheid nemen van zeven dorpsgenoten, vrienden, die zo vele jaren deel hebben uitgemaakt van deze samenleving. Een afscheid voor altijd, nadat zij zo onverwacht en op zo verschrikkelijke wijze uit het leven werden weggerukt. Nog steeds hebben de gevoelens van angst en fatale dreiging het dorp als een stalen klauw in hun drukkende greep. In de loop van de morgen verschijnen steeds meer mensen op straat. Alleen of in groepjes, maar allen op weg naar die ene plaats die in dit gelovige dorp zo centraal staat bij vele gebeurtenissen: de kerk. Dit imposante vertrouwde gebouw dat midden in het dorp hoog boven alles uittorent. Terwijl het met zijn klokken, die als een trieste stem over het dorp klinken, de mensen oproept, wordt de droeve stemming nog eens te meer geaccentueerd door de zwarte rouwkleding van de dorpelingen. Vooraan in de kerk, voor het altaar, de zeven sobere blankhouten kisten met de stoffelijke resten van familie, vrienden of bekenden. Tijdens de ontroerende toespraak van pastoor v.d. Noort kunnen steeds meer mensen hun tranen niet meer bedwingen. Als de stoffelijke overschotten naar het kerkhof worden gedragen, blijkt weer die hechtheid zoals die in Brabantse dorpen veelal in de samenleving heerst. Dragers, bestaande uit buurtbewoners, dit vri¬ willig doende als een burenplicht, in het besef dat dit het laatste is wat je voor deze mensen kunt doen. En als zij hun droeve taak hebben vervuld en de kisten langzaam in de graven dalen is de toestand op het kerkhof van Gilze onbeschrijflijk. Tientallen mensen, overmand door verdriet, met die ene vraag in het hart die nooit beantwoord zal worden: "Waarom?" Nadat zij de laatste eer hebben bewezen en de familie hebben gecondoleerd, gaan zij naar huis. Allen met angst en bange voorgevoelens in het hart voor de toekomst. Op deze dag zendt de Luftwaffe meer dan 300 bommenwerpers uit - tot nu toe de grootste armada - voor een massaal bombardement op London. Rond vier uur in de middag stijgen daarom 40 Heinkels 111 van dit vliegveld op en zetten koers naar het westen. London leed veel schade maar het door Göring zogenoemde "historische uur" was rampzaliger voor de Luftwaffe. Het is duidelijk dat het op Gilze-Rijen gestationeerde KG 26 daarvan ook niet verschoond bleef. Sommige terugkerende toestellen vliegen op één motor en arriveren later en afzonderlijk. Van één toestel is bekend dat het een noodlanding moest maken.’

17 september Alweer doet een triest bericht als een lopend vuurtje de ronde in Gilze. Nadat doktoren en verpleegsters wekenlang voor zijn leven hebben gevochten, is ook vader Jan Vermeulen aan zijn verwondingen, opgelopen bij het verschrikkelijke ongeluk op 5 september, bezweken. Weer wordt Gilze een alom dierbaar en geliefd medemens ontnomen. Op 57-jarige leeftijd, nog veel te jong, heeft hij voor altijd afscheid moeten nemen van ‘zijn’ dorp. De leefgemeenschap waarin hij zovele jaren een centrale plaats had ingenomen. Maar niet alleen voor Gilze is zijn dood een verlies. Neen, vooral voor zijn gezin is de klap onnoemelijk veel harder. De steun en toeverlaat, de drijvende kracht en persoonlijkheid waarop zijn vrouw en kinderen vertrouwden, valt plotseling weg. Zij zullen het vanaf nu alleen moeten klaren. En weer hoort men in het gelovige Gilze soms die ene vraag, ‘Waarom laat God dit gebeuren? Waarom moet hij zijn zo innig geliefd gezin zo achterlaten?’ En ook al tracht pastoor v.d. Noort de troost te brengen in de woorden dat ‘ZIJN’ wegen ondoorgrondelijk zijn, voor het gezin Vermeulen vormen zij, alle goede bedoelingen ten spijt, nauwelijks een verzachting van het enorme leed dat het wegvallen van hun man en vader teweeg brengt. Slechts de tijd zal deze wonde, zij het nooit volledig, kunnen helen. De tijd die doorgaat als een niets ontziende scherprechter.’

Slachtoffers Broek, Jacobus Martinus van den 25 jaar Vermeulen - van den Ouweland, Cornelia Antonetta 48 jaar Vermeulen, Johannes Ludovicus Arnoldus 57 jaar Wezel - van Kruisbergen, Wilhelmina Petronella van 51 jaar Wezel, Antonia Maria van 21 jaar Wezel, Martinus Gerardus van 15 jaar Wezel, Petrus Adrianus van 19 jaar Wezel, Wilhelmus Jacobus van 55 jaar


Bronnen

  • www.heemkringmolenheide.nl/tweede-wereldoorlog-gilze-rijen/oorlogsjaren/oorlogsjaar-1940/duitse-bommenwerper-in-gilze-neergestort-2/
  • ’In de greep van de meedogenloze – Gilze en Rijen in Oorlogsdagboeken’ – Dagboek Arnold Verster, blz.34
  • ‘Vijf jaar Luchtfront – Het vliegveld Gilze-Rijen als oorlogsveld’, in 1947 uitgegeven door de Gilzer Luchtvaartclub Illustrious
  • ‘Vijf jaar luchtfront – Het vliegveld Gilze-Rijen in de Tweede Wereldoorlog’, deel 2 1940/1941, blz. 56 tot en met 64 en blz. 78, 1985 Heemkring Molenheide