Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Doedee, Josephus Maria

Josephus Maria Doedée
Sjef Doedee 110553.jpg
Bron: beeldbankwo2.nl, Collectie Verzetsmuseum Amsterdam
Volledige namen Josephus Maria Doedée
Geboortedatum 30-03-1917
Geboorteplaats Tilburg
Adres Superior de Beerstraat 118
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Ongehuwd
Beroep Textielarbeider
Overlijdensdatum 01-09-1942
Plaats van overlijden Dachau (DE)
Bijzonderheden Gearresteerd tijdens de CPN Aktion in de nacht van 24 op 25 juni 1941, als verdacht lid van de CPN.

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Doedée, Josephus Maria (geb. Tilburg 30-03-1917, gest. Dachau, 01-09-1942), textielarbeider (kettingscheerder), ongehuwd. Zoon van Wilhelmus Martinus Doedée (1877-1968) en Anna Cornelia van Ierland (1880-1926).

Achtergrond

Josephus Maria Doedée (Sjef) is op 30 maart 1917 geboren op Clercxstraat 21 in Tilburg. Zijn ouders zijn Wilhelmus Martinus Doedée (Nistelrode 1877 - Tilburg 1968) en Anna Cornelia van Ierland (Tilburg 1880-1926). De ouders zijn in 1903 in Tilburg gehuwd. Vader Wilhelmus is steenhouwer en wordt later zuivelbewerker en melkventer. Moeder is tot haar huwelijk dienstmeid. Het Rooms-Katholieke gezin Doedée krijgt tien kinderen: twee dochters en acht zonen. Sjef is het achtste kind, hij blijft vrijgezel.

Het gezin Doedée woont in de loop der jaren op zeven opeenvolgende adressen, alle in Tilburg: Clercxstraat 4, Koestraat 174, Stevenzandsestraat 51, Clercxstraat 21, Willem Pastoorsstraat 6, Schaepmanzijstraat 6 en tenslotte Superior de Beerstraat 118. Dit is ook het laatste adres waar Sjef heeft gewoond.

Spanje

In 1933 wordt Sjef Doedée lid van de CPN (Communistische Partij van Nederland, tot 1935 Communistische Partij Holland geheten), district Brabant. Van 1936 tot 1939 woedt de Spaanse Burgeroorlog. Vrijwilligers uit allerlei landen worden lid van de Internationale Brigades die tegen de fascisten van Franco strijden. De CPN spant zich in om Nederlandse vrijwilligers voor de strijd naar Spanje te krijgen. Ook Sjef Doedée sluit zich bij de Internationale Brigades aan. In oktober 1937 vertrekt hij naar Parijs, dat het knooppunt is vanwaar de vrijwilligers naar Spanje gaan. Op 25 november 1937 komt Sjef vanuit Parijs via Massanet (Catalonië) aan in Albacete, waar het hoofdkwartier zit van de Internationale Brigades. Twee dagen later wordt hij ingedeeld bij het XIe bataljon waarin veel Nederlanders zitten.

Sjef heeft in Spanje de rang van soldaat. Hij is volgens de rapporten een doorsneesoldaat. Sjef doet tweemaal een poging om te deserteren en via de Pyreneeën uit Spanje te ontsnappen. De eerste poging mislukt. Sjef wordt in maart of april 1938 gepakt en in Figueras gevangen gezet. De tweede poging lukt wel. Op weg vanuit Albacete lukt het hem de Pyreneeën te bereiken en door de Pyreneeën in Frankrijk te komen. Via Marseille en Parijs komt hij in de loop van 1938 aan in Nederland.

Na zijn vlucht uit Spanje verklaart Sjef Doedée bij de Nederlandse Consul in Parijs dat hij in Spanje niet in krijgsdienst is geweest. Hij vertelt dat hij in Madrigueras timmerwerk heeft gedaan en in Albacete in een autogarage heeft gewerkt, tegen een loon van 10 peseta’s per dag. Twee andere oud-Spanjestrijders verklaren echter dat hij met hen in Spanje in krijgsdienst is geweest. Sjef wordt door de Nederlandse autoriteiten niet geloofd, verliest het Nederlanderschap en wordt staatloos. Staatloze oud-Spanjestrijders hebben een kwetsbare positie tijdens de Duitse bezetting: het is voor de bezetter eenvoudig hen te identificeren als personen met een linkse overtuiging en dus als gevaarlijke elementen.

Arrestatie in Tilburg

Rond november 1938 is Sjef Doedée terug in Tilburg. Hij gaat weer bij zijn ouders wonen in de Superior de Beerstraat 118. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verbiedt de bezetter in Nederland de communistische partijen, inclusief de CPN. De CPN gaat zich vervolgens verzetten. Een van de vormen van communistisch verzet is het uitbrengen en verspreiden van illegale bladen. In Tilburg besluit een groep van ongeveer 45 communisten een illegale krant uit te geven met als doel de jeugd te waarschuwen tegen de bedoelingen van de bezetter en de verzetsgeest aan te wakkeren. Sjef maakt deel uit van deze groep en werkt, net als zijn broer Toon (geboren in 1913) mee aan de krant. De krant krijgt de naam “Vrede-Vrijheid” en zal als uitgave van de CPN en sympathisanten verschijnen tot augustus 1943. Daarna gaat de krant op in de landelijke CPN-krant “De Waarheid”.

Vrede-Vrijheid 565 92 0002, RAT Archief 565.JPG

Jacques Coolen, zoon van een van de leiders van de Tilburgse textielstaking in 1935, heeft aan schrijver Ton Wagemakers verteld wat hij zich herinnert van Vrede en Vrijheid: “We besloten een krantje te maken en noemde het Vrede-Vrijheid. Het kwam enige maanden na de inval uit. We moesten het voorzichtig aanpakken, want in de partij had voor de oorlog een verrader zich binnen weten te dringen. (…) De krantjes moesten dus gedrukt worden op adressen die niet bekend stonden als communistisch. (…). Voor de vermenigvuldiging gebruikten wij een stencilmachine. Reeds voor de oorlog hadden wij die in bezit voor het maken van werklozenkrantjes, pamfletten voor de textielstaking van 1935 en manifesten bij belangrijke gebeurtenissen. De stencilmachine werd voortdurend verplaatst in de oorlog. (…) De verspreiding ging als volgt. Ik kreeg 10 tot 15 exemplaren die ik aan huis bezorgde bij absoluut te vertrouwen mensen: verwanten en goede vrienden. Die mensen gaven het weer door aan anderen. Wel zeiden we dat ze geweldig moesten oppassen en altijd moesten zeggen dat ze het krantje gevonden hadden. Ook werd Vrede-Vrijheid in de fabrieken neergelegd of bij de machines”.

Op 22 juni 1941 vallen de Duitsers tijdens de Operatie Barbarossa de Sovjet-Unie binnen, met wie zij in 1939 het Molotov-Ribbentrop verdrag hebben gesloten, een niet-aanvalsverdrag. Vanaf dat moment jaagt de bezetter in Nederland actief op communisten, inclusief verspreiders en ontvangers van communistische illegale bladen.

In de nacht van 24 op 25 juni 1941 voert de bezetter de “CPN-Aktion” uit. Met behulp van namenlijsten worden die nacht in Nederland meer dan 400 communisten opgepakt. Onder hen zijn Sjef en een aantal leden van de groep waarmee hij aan Vrede-Vrijheid werkt. Zij worden opgepakt nog voordat het eerste nummer van de krant is uitgebracht.

Sjef wordt op 25 juni 1941 tussen 5 en 6 uur ‘s ochtends aangehouden. Hij wordt naar het bureau van de gemeentepolitie Tilburg gebracht en in de agentenwacht geplaatst voor de Sicherheitspolizei, samen met Franciscus Swolfs, Adrianus van Esch en Johannes de Lepper. Om 8 uur diezelfde ochtend wordt ook Frans Doedée op het bureau binnengebracht. Frans (1906), de oudste broer van Sjef, heeft in 1939 als CPN-lid op de kandidatenlijst gestaan van de CPN voor de Tilburgse gemeenteraadsverkiezingen.

De vijf worden om 10:30u die dag opgehaald door de Ordnungspolizei en naar de Wolvenhoek in Den Bosch gebracht, waar de SiPo/SD is gestationeerd. De Sicherheitspolizei/Sicherheitsdienst in Den Bosch sluit zijn politieke gevangenen gewoonlijk op in een gedeelte van het plaatselijke Huis van Bewaring.

left bron: Erfgoed 's-Hertogenbosch

Na een aantal maanden wordt een aantal van de vijf arrestanten vrijgelaten. Dat geldt niet voor Frans Doedée: hij gaat naar Aussenlager Haaren, een buitenkamp van Konzentrationslager Herzogenbusch (ofwel Kamp Vught), waar hij overigens ontsnapt en de oorlog overleeft. Het geldt ook niet voor Sjef Doedée.

Naar kampen in Nederland

Sjef Doedée komt vanuit Den Bosch eerst terecht in Polizeiliches Durchgangslager (PDA) Schoorl en vervolgens in PDA Amersfoort. Kamp Schoorl in Noord-Holland is het eerste gevangenenkamp dat de Duitse bezetter in Nederland in gebruik neemt. Het fungeert van juni 1940 tot september 1941 als concentratiekamp en -onder bevel van de Sicherheitspolizei- als politiedoorgangskamp, waarna Kamp Amersfoort deze functie overneemt. Tot de grootste groepen geïnterneerden in Kamp Schoorl behoren Joodse gevangenen en politieke gevangenen, onder wie vooral communisten. Gevangenen in Schoorl hoeven geen zwaar werk te doen, krijgen normale voedselrantsoenen, mogen brieven schrijven en pakketten ontvangen.

In Kamp Amersfoort komen de eerste gevangenen op 18 augustus 1941 aan; het is een groep van bijna 200 communisten uit Kamp Schoorl. Kort daarna komt uit Schoorl opnieuw een groep aan, ditmaal van circa 250 gevangenen. Vanuit Kamp Amersfoort gaan zij naar Duitse concentratiekampen.

Kampen in Duitsland

Ook Sjef Doedée gaat vanuit Kamp Amersfoort op transport naar Duitsland. Hij is overigens niet de enige van zijn familie die in Duitsland terecht komt. Zijn oudere broer Toon, van wie werd gedacht dat ook hij voor de oorlog in Spaanse krijgsdienst is geweest maar die zijn Nederlanderschap heeft behouden, is in 1943 “Hilfarbeiter” in de stad Velbert (Noordrijn-Westfalen). Zijn jongere broer Hendricus (1919) is in 1944 gevangene in Kassel (Hessen). Sjef’s neef Wilhelmus Doedée (1920) verblijft van januari 1942 tot februari 1943 als gevangene in Berlin-Waidmannslust, en zijn neef Adrianus Doedée (1921) doet van oktober 1942 tot juli 1943 dwangarbeid bij de “Deutsche Eisenwerke AG” in Mülheim an der Ruhr (Noordrijn-Westfalen ).

In Duitsland gaat Sjef eerst naar Konzentrationslager (KZ) Neuengamme in de buurt van Hamburg, een van de grootste kampen in Duitsland. Vanuit Neuengamme gaat hij op transport naar KZ Dachau, waar hij op 1 augustus 1942 aankomt en als Häftling 32739 wordt geregistreerd. Hij is “Schutzhäftling”, een opgesloten tegenstander van het Naziregime. In Dachau, opgericht in 1933, hebben honderden Spanjestrijders gezeten, onder wie een aantal Nederlanders. Door de zware werkomstandigheden, de gebrekkige zorg en het gebrek aan hygiëne is het sterftecijfer in Dachau hoog. Na de invasie van de Sovjet-Unie in juni 1941 wordt KZ Dachau gebruikt voor de executie van meer dan 4.000 krijgsgevangenen uit de Sovjet-Unie.

Op 1 september 1942, een maand na aankomst in Dachau, sterft Sjef. Dr. Jäger, “SS-Hauptscharführer d. Res.” meldt diezelfde dag aan de Kommandatur van KZ Dachau dat Sjef op 1 september 1942 wegens sterk verhoogde koorts is opgenomen in de ziekenboeg voor gevangenen. De diagnose is pleuraontsteking met rechts exsudaat. De toestand van Sjef verslechtert snel. Er treedt hartzwakte en zwakte van de bloedsomloop op, wat diezelfde dag om 10.45 uur tot zijn dood leidt. Als doodsoorzaak registreert Dr. Jäger: falen van hart en bloedsomloop bij pleuritis. Het is niet bekend waar zijn stoffelijke resten zijn

Gebeurtenis

Bronnen (in bewerking)

Literatuur

  • Sander van Bladel, 'Wij zullen er langs gaan. Tilburgers in de Spaanse Burgeroorlog', in: Erfgoed Magazine Tilburg, jaargang 40, 2022, nr. 1
  • Sander van Bladel, Sjef Doedée, Spanjestrijder. Biografie gepubliceerd op 7 feb 2020. Erfgoed Brabant.
  • Hans Dankaart, Jaap-Jan Flinterman, Frans Groot en Rik Vuurmans, De oorlog begon in Spanje. Nederlanders in de Spaanse Burgeroorlog 1936-1939. Amsterdam 2016 (1986).

Externe links