Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Cenakel (klooster)

De congregatie O.L. Vrouw van het Cenakel werd in 1822 gesticht in Frankrijk en werd vernoemd naar de zaal in Jeruzalem waar Jezus het Laatste Avondmaal gebruikte. De congregatie specialiseerde zich in het bieden van retraites, waarbij bezoekers zich gedurende een bepaalde tijd louter bezighielden met godsdienstige zaken. In het begin van de twintigste eeuw begon de Tilburgse Eleonore Hoeben met het bieden van retraites in haar huis op Koningshoeven. In 1907 verleende de gemeente een vergunning voor de bouw van een klooster in die omgeving, dat een jaar later werd voltooid naar een ontwerp van Cees van Hoof. Het retraitehuis was alleen toegankelijk voor vrouwen, en wel volgens de toen geldende standentraditie. Zo waren er speciale dagen voor fabrieksmeisjes, onderwijzeressen en middenstandsdames. In 1934 vond een aanzienlijke uitbreiding plaats. Tijdens de pokkenepidemie in 1951 werden mensen die mogelijk besmet waren in het Cenakel in quarantaine gesteld. De congregatie verliet het klooster in 1970 en de zusters verhuisden naar Boxtel. Daarna waren het Brabants Conservatorium en de Dansacademie in het complex gevestigd. In 1996 verhuisden deze opleidingen naar het Kunstcluster en werd het kloostergebouw gerenoveerd. Vlak ernaast werden door Bedaux De Brouwer Architecten twee woontorens gerealiseerd. De Stichting Het Cenakel exploiteert de voormalige kloosterkapel voor het organiseren van onder meer concerten en exposities.