Biesbosch; Zondag thuis
Zondagmorgen zes uur, moeder wordt wakker, kleedt zich aan om naar de “vroege mis” van half zeven te gaan.
De oudste kinderen gaan om half acht naar de kerk. Daar zijn de fraters en de nonnen om orde in de kerk te houden. Om half negen gaat ook vader naar de Kerk. Ze gaan allemaal nuchter: niet gegeten, anders mag je niet ter Communie. Als de kinderen uit de kerk zijn, de kleintjes gewassen en aangekleed, eten ze een boterhammetje en drinken een bakske.
Soms gaat vader na de kerk nog naar het café om ’n borreltje te drinken. Dan komt vader, tegen de middag, aangeschoten thuis.
Moeder kookt het eten: op zondag soep, èrrepels mee ’n stukske vlees en pap. Na het eten sturen ze de kinderen naar de “grutjes” (Opa en Oma). Dan kunnen vader en moeder even naar bed om een “lekker” dutje te doen.
’s Middags om een uur of drie, gaan ze naar de kerk voor het Lof (korte Mis). Thuisgekomen drinken vader en moeder ’n bakske en praten samen bij. De kinderen spelen, de oudsten helpen mee met de kleintjes.
Na de avondmaaltijd en het bidden van de rozenkrans, legt moeder de kleintjes in de bedstee om te slapen.
Terwijl vader - hij moet morgen al vroeg uit bed - ’n dutje doet, begint moeder met het inpakken van zijn Biesboschkist:
Zijn gereedschap, koekenpan, bord, bestek en kroes (ijzeren mok) en een stel extra kleren, want in de Biesbosch heb je zo een nat pak. Koffie, suiker, stroop, azijn, een pond gerookt spek en 5 kilo èrrepels. Morgen onderweg naar het Zuidergat, haalt haar man bij de bakker zijn brood op. Bakkers bakken voor de Biesboschwerkers op zondagavond brood. Brood met extra vet erin, zodat het wat langer vers blijft. Vijf tèrfkes, vijf broden per man.
Daarna haalt moeder de was uit de soda, doet de was in een met water en zeep gevulde wasketel en zet die op het grote petroleumstel. (De was moet op een lage pit aan de kook komen en blijft de hele nacht zo staan om te trekken, voor een spierwit resultaat.)
Dan drinken ze samen nog ’n bakske koffie en gaan naar bed. Morgen begint de “harde” werkweek.
| Heeft u aanvullingen of wijzigingen bij dit artikel? opdekaart@veerserfgoed.nl |