Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Biesbosch; Zaterdag, thuis

Zaterdag, Thuis

Zaterdagmorgen vijf uur, ze heeft slecht geslapen, 35 jaar en in verwachting van haar achtste kind. De kinderen slapen nog. Bij de buren is er “tering” (TBC). Zachtjes bidt ze tot “Onze Lieve vrouw van Eeuwigdurende Bijstand” hopend dat deze besmettelijke ziekte haar gezin voorbij zal gaan. Ze is zo verschrikkelijk moe, haar lijf doet zeer van het harde werken. Ze staat op, kleedt zich aan, kookt pap, eet met haar kinderen en helpt de kleintjes. Daarna gaan de oudste kinderen tot de middag naar school. Ze zeemt de buitenboel, schuurt de stoep, schoffelt en harkt. Er is veel te doen, alles moet proper en kraakhelder zijn. Ze wil zover als mogelijk klaar zijn met het werk, als straks haar man uit de Biesbosch thuiskomt.

Hij zal zich een beetje wassen en naar de “barbier” gaan, Als hij heeft gebeurd (salaris ontvangen) gaat hij nog een borrel drinken. Ze hoopt maar dat het niet te veel borrels zullen zijn en hij dronken thuiskomt.

Aan het eind van de middag zet ze de wasteil op de keukenvloer. De kinderen, van klein naar groot, gaan in hetzelfde water in bad. Af en toe wordt er, met de ketel vanaf het petroleumstel of kachel, warm water bijgedaan, zodat ook de grote kinderen nog lekker warm water hebben. (Er staat altijd een ketel water, zachtjes aan, op het petroleumstel)

Zes uur ‘s avonds eet het gezin samen brood, vader krijgt ‘n “braoikuh”. Als na de afwas, de kinderen lekker schoon, de kleintjes naar bed en de grote kinderen bij de olielamp, een potje zitten te kaarten, gaat ze naar de schuur, zet de “witte was” in de soda, wast de kleren van haar man en schuurt de klompen, zodat ze morgen allemaal schoon naar de kerk gaan.