Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Biesbosch; Thuis doordeweeks: verschil tussen versies

(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Thuis, door de week''' Het leven van alledag was getekend door de armoede waarin men leefde. De gezinnen van de Biesboschwerkers woonden veelal op het Sandoel....')
 
Regel 1: Regel 1:
'''Thuis, door de week'''
 
 
 
Het leven van alledag was getekend door de armoede waarin men leefde.
 
Het leven van alledag was getekend door de armoede waarin men leefde.
 
De gezinnen van de Biesboschwerkers woonden veelal op het Sandoel.
 
De gezinnen van de Biesboschwerkers woonden veelal op het Sandoel.
Regel 11: Regel 9:
 
Buiten onder een afdak een keukentje met gootsteen en waterpomp.  
 
Buiten onder een afdak een keukentje met gootsteen en waterpomp.  
 
Het kolenhok met ernaast op een tafeltje het petroleumstel.   
 
Het kolenhok met ernaast op een tafeltje het petroleumstel.   
Buiten in een klein houten hokjede plee: een houten plank met een gat erin.  
+
Buiten in een klein houten hokje de plee: een houten plank met een gat erin.  
 
Daaronder een houten ton, die werd geleegd in de sloot achter het huis.
 
Daaronder een houten ton, die werd geleegd in de sloot achter het huis.
 
Deze ene plee werd door de drie gezinnen van de drie huisjes gebruikt.
 
Deze ene plee werd door de drie gezinnen van de drie huisjes gebruikt.
Regel 29: Regel 27:
 
De Co-op (“Koperetief”) was bakker, kolenboer en levensmiddelenleverancier.
 
De Co-op (“Koperetief”) was bakker, kolenboer en levensmiddelenleverancier.
 
Boodschappen doen was een sociaal gebeuren. Ze maakten dan hier en daar een praatje.
 
Boodschappen doen was een sociaal gebeuren. Ze maakten dan hier en daar een praatje.
Ze probeerden met het beetje geld dat er binnenkwam, altijd de huishuur,
+
Ze probeerden met het beetje geld dat er binnenkwam, altijd de huishuur, en zoveel als mogelijk alle winkeliers te betalen. Veel ging op de lat (op de pof).  
en zoveel als mogelijk alle winkeliers te betalen. Veel ging op de lat (op de pof).  
 
 
Dat lukte bijna nooit, er was een gebrek aan alles, maar er was vooral gebrek aan geld.
 
Dat lukte bijna nooit, er was een gebrek aan alles, maar er was vooral gebrek aan geld.
  
Regel 50: Regel 47:
 
Er ging geen dag voorbij dat het Rozenhoedje (Rozenkrans) niet werd gebeden.
 
Er ging geen dag voorbij dat het Rozenhoedje (Rozenkrans) niet werd gebeden.
 
(Rozenhoedje, kralensnoer met in volgorde Onze Vaders en Weesgegroetjes).
 
(Rozenhoedje, kralensnoer met in volgorde Onze Vaders en Weesgegroetjes).
 +
 
'''Bidden was overal goed voor, maar het zorgde vooral voor verlichting van hun zorgen.'''
 
'''Bidden was overal goed voor, maar het zorgde vooral voor verlichting van hun zorgen.'''
  

Versie van 7 mei 2020 om 12:14

Het leven van alledag was getekend door de armoede waarin men leefde. De gezinnen van de Biesboschwerkers woonden veelal op het Sandoel. In een wirwar van stegen met daaraan weer kleinere steegjes. Daar stonden, drie achter elkaar, kleine huisjes, waarin de vele kinderrijke gezinnen woonden. Twee besteden in een kleine lage kamer, waar je door het dakriet naar buiten keek. Een krib met daarin strooizakken om te slapen, soms een alkoof voor de ouders. Een kleine kelder voor aardappelen, spekkuip en weckflessen. Tafel, stoelen en boven tafel de petroleumlamp. Buiten onder een afdak een keukentje met gootsteen en waterpomp. Het kolenhok met ernaast op een tafeltje het petroleumstel. Buiten in een klein houten hokje de plee: een houten plank met een gat erin. Daaronder een houten ton, die werd geleegd in de sloot achter het huis. Deze ene plee werd door de drie gezinnen van de drie huisjes gebruikt.

Een schuurtje waarin twee varkens werden gemest. Eén varken werd verkocht, het andere hield men voor eigen gebruik. Het spek ging in de pekelkuip of werd gerookt. Gehakt, worst en vlees werden zoveel mogelijk gebraden en onder het vet in weckflessen bewaard. Van de restanten, kop, tenen en staarten, maakte men zult en balkenbrij. Een moestuintje voor aardappelen en groenten, zaaien, wieden, schoffelen, harken. Oogsten wat er geplant was, erwtjes doppen, worteltjes, peultjes en boontjes schoonmaken. Wecken om te bewaren, snijbonen en zuurkool in het zout voor de winter. Ze aten zoveel als mogelijk uit de eigen tuin. Aan fruit deed men niet.

Ze deden zoveel als mogelijk hun boodschappen in de buurt. Bakker Staps en bakker Dubbeldam, slager v.d. Ploeg, de Spar en Mie Ket. De Co-op (“Koperetief”) was bakker, kolenboer en levensmiddelenleverancier. Boodschappen doen was een sociaal gebeuren. Ze maakten dan hier en daar een praatje. Ze probeerden met het beetje geld dat er binnenkwam, altijd de huishuur, en zoveel als mogelijk alle winkeliers te betalen. Veel ging op de lat (op de pof). Dat lukte bijna nooit, er was een gebrek aan alles, maar er was vooral gebrek aan geld.

Het zorgen voor eten, boodschappen, wassen, strijken, de moestuin, de inmaak. Het regelen van dingen, voor ouders, kinderen en buren die ziek of hulpbehoevend waren. Het leiding geven aan ’n gezin van 10 tot 18 personen, bijgestaan door de oudste kinderen. Het was een werkdag van vijftien uur, 7 dagen in de week, het hele jaar door. De vrouwen waren zwanger of hadden net een kind gekregen, hun lijf deed altijd zeer. De babysterfte was groot, er stond elke week wel een klein kistje achter in de kerk. Er waren veel ziektes als tbc, tyfus, mazelen en longontsteking. Tegen deze ziekten waren geen medicijnen, geen antibiotica.

De kinderen gingen vanaf hun twaalfde jaar buiten de deur werken. Dan waren ze uit de kost en droegen ’n paar centen bij in het huishouden. Het leven van deze vrouwen bestond uit werken, bidden, zorgen en slapen. Na het avondeten hield het nog niet op. Dan zat zij bij het schaarse licht van de olielamp te breien, sokken te stoppen en werd het verstelwerk gedaan. Op zomeravonden stond men weleens aan straat om een praatje met de buren te maken. Er ging geen dag voorbij dat het Rozenhoedje (Rozenkrans) niet werd gebeden. (Rozenhoedje, kralensnoer met in volgorde Onze Vaders en Weesgegroetjes).

Bidden was overal goed voor, maar het zorgde vooral voor verlichting van hun zorgen.


Heeft u aanvullingen of wijzigingen bij dit artikel? opdekaart@veerserfgoed.nl