Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Biesbosch; Maandagmorgen vertrek: verschil tussen versies

(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Maandagmorgen''' De Biesboschman staat om drie uur op, kleedt zich aan, geeft zijn vrouw een kus “kijk goed uit, houdoe en tot zaterdagmiddag”. Hij loopt m...')
 
Regel 1: Regel 1:
'''Maandagmorgen'''
 
 
 
De Biesboschman staat om drie uur op, kleedt zich aan, geeft zijn vrouw een kus “kijk goed uit, houdoe en tot zaterdagmiddag”.  
 
De Biesboschman staat om drie uur op, kleedt zich aan, geeft zijn vrouw een kus “kijk goed uit, houdoe en tot zaterdagmiddag”.  
 
Hij loopt met zijn kist in de kruiwagen, richting het Zuidergat.
 
Hij loopt met zijn kist in de kruiwagen, richting het Zuidergat.
Regel 29: Regel 27:
 
Onze Lieve Heer begrijpt dat van mannen als hij.
 
Onze Lieve Heer begrijpt dat van mannen als hij.
  
Niet aan denken, niet aan denken, niet bij stilstaan, uitkijken!!
+
[[Bestand:7721 - wiki.jpg|thumb|300px|right|Drooggevallen zandbanken]] Niet aan denken, niet aan denken, niet bij stilstaan, uitkijken!!
 
Ze moeten de snelstromende rivier de Amer oversteken, richting de Biesbosch.
 
Ze moeten de snelstromende rivier de Amer oversteken, richting de Biesbosch.
 
De Biesbosch is - voor wie haar niet kent - onherbergzaam, onbegaanbaar.
 
De Biesbosch is - voor wie haar niet kent - onherbergzaam, onbegaanbaar.
 
Allemaal eilandjes met snelstromende geulen en kreken.
 
Allemaal eilandjes met snelstromende geulen en kreken.
Bomen, struiken, keeten, schuren, hier en daar een boerderij.
+
Bomen, struiken, keten, schuren, hier en daar een boerderij.
 
Dat zijn de herkenningspunten waar ze al varend op navigeren.
 
Dat zijn de herkenningspunten waar ze al varend op navigeren.
  

Versie van 7 mei 2020 om 11:03

De Biesboschman staat om drie uur op, kleedt zich aan, geeft zijn vrouw een kus “kijk goed uit, houdoe en tot zaterdagmiddag”. Hij loopt met zijn kist in de kruiwagen, richting het Zuidergat. Onderweg haalt hij bij de bakker zijn brood voor deze week.

Zijn maat is op tijd. Om half vier vertrekken ze. Het is over de vloed. Om kwart over zeven, hoog water. Ze willen proberen aan het eind van de vloed, met de kentering van het tij, hun plaats in de Biesbosch te bereiken. (Kentering: periode van stilstaand water, voor de eb of vloed begint). Touwen los, aan de riemen: ze gaan.

Het gaat niet snel, zo tegen de stroom in te roeien, zwaar werk ook. Langzaamaan verdwijnt ’t Fèèr weer voor een week uit het zicht. Vertrekken geeft altijd een gevoel van heimwee. Ze roeien in stilte over de Donge. Het is donker, een beetje mistig. Juist die mist geeft hen een huiverend gevoel, maakt hen oplettend.

Zonder iets te zeggen, weten ze van elkaar, dat ze aan hetzelfde denken: Het vreselijke ongeluk vorig jaar op de Amer. Een Roeiboot zonder licht, komend vanaf ’t Fèèr op een donkere morgen in december, met aan boord vijf mannen, door een motorschip bij Drimmelen overvaren. Twee mannen, eén van 67 en eén van 58 jaar verdrinken. Een man van 59 en een jongen van 17 jaar worden nog vermist. Eén man wordt gered, maar het is zijn 17-jarige zoon die nog niet is gevonden. Hij herinnert zich ook, dat de 67-jarige man die verdronken is lang geleden met een gelijk soort ongeval, zijn broer en ook zijn zoon verloor. Hoeveel ellende kan een mens aan, wat erg voor zijn achtergebleven vrouw. Sakker, nondeju; hij vloekt zachtjes. Vloeken is ook een beetje zoals bidden. Onze Lieve Heer begrijpt dat van mannen als hij.

Drooggevallen zandbanken

Niet aan denken, niet aan denken, niet bij stilstaan, uitkijken!!

Ze moeten de snelstromende rivier de Amer oversteken, richting de Biesbosch. De Biesbosch is - voor wie haar niet kent - onherbergzaam, onbegaanbaar. Allemaal eilandjes met snelstromende geulen en kreken. Bomen, struiken, keten, schuren, hier en daar een boerderij. Dat zijn de herkenningspunten waar ze al varend op navigeren.

Om zeven uur zijn ze bij hun plaats in de Biesbosch. Ze slepen hun kist naar de keet, maken vuur, waarvan de tranen hen in de ogen springen. Doen hun koffie in de gezamenlijke koffiebus, scheppen water, zetten het op het vuur. Maken koffie en eten hun eerste, nog verse, brood. Ze rusten wat, doen zittend op hun kist een klein dutje. Ze maken wat gekkigheid, vertellen elkaar ’n paar bakken (moppen), om de zwaarte van deze morgen, hun moe zijn, te verdrijven. Ze gaan aan het werk.


Heeft u aanvullingen of wijzigingen bij dit artikel? opdekaart@veerserfgoed.nl