Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Biesbosch; Kermis

Foto genomen voor het café van Berende op het Sandoel. V.l.n.r.: A. Fens, Nellis van den Elshout, Pauw Soeters en Arjaan Fens.

Na de Hoogmis begon op de laatste zondag van juni, de Fèrse kermis.

Het was DE gebeurtenis in het eenvoudige, maar harde leven, van de Biesboschmensen en hun gezinnen. Het was de enige keer in het jaar dat men 2 dagen vrij nam. Zondag, maandag en dinsdag, “naor de kermis”. Dan werden voor één keer de teugels gevierd, was men voor één keer vrij van het werk.

Van vakantie of ’n weekend vrij hadden deze mensen nog nooit gehoord. De meesten wisten niet eens hoe je weekend schreef, hooguit “end van de week” en dat was dan pas op zaterdagmiddag.

Voor de Kermis werd thuis een heel jaar door gespaard. Er werd ook in de kermispot (tèèrpot) in het café gespaard.

Het was de enige gelegenheid dat ook de vrouwen naar het café gingen. Tijdens de Fèrse kermis stond in veel cafés, buiten voor het raam, onder ’n tent, een draaiorgel. Het raam werd omhooggeschoven, de orgelman speelde zijn deuntjes. De muziek was binnen en in de verre omtrek te horen. In het café lag, tijdens de kermis, een houten dansvloer. Gezellig, jong en oud, dansen en sjansen, zwierend op een lekkere wals. “Effe ene veur ’n cent” was een uitdrukking om één keer te mogen dansen. “Half uit” betekende dat er eerst geld moest worden opgehaald, voordat de muziek verder speelde en men weer kon dansen.

Tijdens de kermis kregen jongens en meisjes verkering. Dronk het manvolk veel te veel, was er veel leut en gezelligheid, hier en daar doorspekt met een stevig partijtje knokken. Maar de andere dag ging men met het “lampje donker” (blauw oog) weer even vrolijk met zijn allen naar de kermis en “naor Tinusse” (café van Tinus Berende).

Moeders gingen met de kleintjes naar de “mallemeulen” (draaimolen). Ze kochten een kaneelstok en nougat voor “oos allemaol”, gingen onderweg naar huis ook nog even naar “d’n urgel” voor ’n paar walsjes. Daarna op huis aan om eten voor het gezin te maken.

Op deze drie dagen van ontspanning teerde men het hele jaar. Men floot en zong de kermisliedjes, vertelde elkaar de kermisverhalen, deed het met de herinnering van de afgelopen kermis, maar keek alweer uit naar de kermis van volgend jaar.


Heeft u aanvullingen of wijzigingen bij dit artikel? opdekaart@veerserfgoed.nl