Atoomkelder

Het Simon Building bevatte tot 2012 een atoomkelder. Deze werd in 1969 ingericht, in de tijd van de Koude Oorlog met grote angst voor een nucleair conflict tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. De kelder had zeventig centimeter dikke muren, een twaalftal werkkamers (met verankeringen voor het meubilair zodat het niet door de lucht zou vliegen), een keuken, voorraadkamers, douches, toiletten en eet- en slaapgelegenheden.

De kelder was bedoeld voor het Ministerie van Landbouw, dat indertijd gebruiker was van het gebouw. Er was ruimte voor zo'n zestig mensen, die het daar langere tijd zouden kunnen uithouden, met een eigen stroom- en watervoorziening, met een klimaatsysteem en een voedselvoorraad. De commandokamer was de belangrijkste ruimte van het ondergrondse complex. Daar hing een landkaart en konden inkomende en uitgaande telefoonberichten verwerkt worden. Het is niet duidelijk of het gemeentebestuur ook een potentieel gebruiker was, in tijden van crisis. Het verhaal wil dat de burgemeester van Tilburg als enige zijn vrouw had mogen meenemen. In de commandokamer zou dan de stafkaart van de omgeving gehangen worden.

Stichting Functioneel Bunkerbeheer.

Het interieur van de atoomkelder was bij de renovatie van het gebouw in 2010 nog goed intact. Wie de CO2-filterbussen, conservenblikken, slaapzakken, stapelbedden, telefoons, radiomateriaal et cetera wil zien, kan terecht bij de stichting Functioneel Bunkerbeheer. Twee dingen herinneren nu nog aan atoomperiode: een antenne op het dak, waarmee binnen een straal van drie kilometer met de buitenwereld kon worden gecommuniceerd en het ontsnappingsluik, te vinden aan de zuidzijde van de laagbouw van het Simon Building.