Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Asten, Johannes Hendrikus Leonardus van

Johannes Hendrikus Leonardus van Asten
Afbeelding gewenst
Volledige namen Johannes Hendrikus Leonardus van Asten
Geboortedatum 27-01-1909
Geboorteplaats Rotterdam
Adres Sevenhoekstraat 50
Woonplaats Tilburg
Beroep Sergeant Artillerie
Overlijdensdatum 19-12-1943
Plaats van overlijden Kamp in Birma (Myanmar).
Bijzonderheden Overleden in een Japans krijgsgevangenkamp bij Kilometer 100 van de Birma-Siamspoorweg.

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

van Asten, Johannes Hendrikus Leonardus, geboren in Rotterdam op 27-01-1909, ongehuwd. Sergeant bij de artillerie. Zoon van Alphonsus Adrianus van Asten (1878-1951) en Christina Maria van Zeeland (1879-1944). Johannes van Asten heeft gewerkt als dwangarbeider aan de Birma-Siamspoorweg. Hij is op 19-12-1943 overleden in een krijgsgevangenkamp in Birma (Myanmar) bij Kilometer 100 van de spoorweg.

Achtergrond

Johannes Hendrikus Leonardus van Asten wordt op 27 januari 1909 geboren in Rotterdam. Zijn ouders heten Alphonsus Adrianus van Asten (Tilburg 1878-1951) en Christina Maria van Zeeland (Boxtel 1879 – Tilburg 1944). Vader Alphonsus is smid en bankwerker, eerst bij Kunstsmederij Alex. v.d. Muijsenbergh in Tilburg en vanaf september 1900 bij de Staatsspoorwegen. Hij is de zoon van een wever. Moeder Christina is dienstbode en de dochter van een schoenmaker. Alphonsus en Christina trouwen in 1906 in Boxtel. Zij krijgen vijf kinderen: drie dochters en twee zonen. Johannes is het tweede kind. Een van de dochters sterft in haar eerste levensjaar. Het echtpaar woont aanvankelijk op Roggestraat 36 in Tilburg en verhuist in oktober 1907 naar Boxtel, waar zij hun eerste kind krijgen. Het gezin verhuist in maart 1908 naar Rotterdam, de geboorteplaats van Johannes, en keert in oktober 1909 terug in Tilburg. In Tilburg worden hun andere kinderen geboren en woont het gezin achtereenvolgens op Korenbloemstraat 10, Hooistraat 5 (1910), Diepenstraat 38 (1910), Beeksedijk 73p (1922), Noord-Besterdstraat 19 (1931), Lange Nieuwstraat 33 (1934), Oeverstraat 92 (1934), Groenstraat 51 (1937) en tenslotte Sevenhoekstraat 50 (1937).[1]

Naar Nederlands-Indië

Johannes van Asten is dienstplichtig en wordt in januari 1929 ingelijfd bij het korps Luchtdoelartillerie. In juni 1930 wordt hij van dit korps voor vijf jaar overgeplaatst naar de overzeese militaire dienst. Hij verlaat het ouderlijk huis op Beeksedijk 73p en gaat via de Koloniale Reserve als kanonnier 2e Klasse naar het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Hij ontvangt daarvoor een premie van 400 gulden. In juli 1935 tekent Johannes voor zes jaar bij en hij krijgt bij de artillerie van het KNIL een aanstelling als kanonnier 2e klasse motorrijder. In 1939 mag hij met verlof en hij verlaat zijn standplaats in Batoe-Djadjar op Java (Nederlands-Indië). Eind mei komt hij met het MS ‘Johan van Oldenbarnevelt’ aan in Amsterdam. Vervolgens verblijft Johannes bij zijn ouders op Sevenhoekstraat 50 in Tilburg. Vanwege de oorlogsdreiging wordt hij in september 1939 gemobiliseerd en ingedeeld bij het 2e Depot Bereden Artillerie van de Koninklijke Landmacht in Voorschoten. Een maand later wordt hij ontheven van zijn mobilisatie-indeling en gaat hij terug naar het KNIL. Eind 1939 scheept Johannes in op het SS ‘Johan de Witt’, vaart van Amsterdam naar Lissabon en van daaruit met het MS ‘Oranje’ naar Batavia op Java. Hij vestigt zich op Java in Bandoeng. Bij de artillerie van het KNIL wordt hij bevorderd tot sergeant.[2]

Het MS ‘Johan van Oldenbarnevelt’ tijdens de Tweede Wereldoorlog
Johan van Oldenbarnevelt, WO2.jpg
Bron: Stichting Maritiem-Historische Databank
Het SS ‘Johan de Witt’
Johan de Witt.jpg
Bron: Stichting Maritiem-Historische Databank
Het MS ‘Oranje’
Bestand:MS Oranje.jpeg
Bron: Stichting Maritiem-Historische Databank

Japanse bezetting en krijgsgevangenen

Eind 1941 valt Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan. Daarmee begint de oorlog in de Stille Zuidzee. In januari 1942 valt Japan Nederlands-Indië binnen. Op 8 maart 1942 capituleert Nederland, wat de volgende dag bekend wordt gemaakt. Nederlands-Indië komt onder Japans bewind en de militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en de Koninklijke Marine worden krijgsgevangen gemaakt. Van de gevangengenomen Indonesische KNIL-militairen laten de Japanners een groot deel vrij. De 38.386 overige krijgsgevangenen zijn vrijwel allen van Nederlandse en Nederlands-Indische afkomst; 7552 van hen komen door hun gevangenschap om. Van de Koninklijke Marine zijn 3847 Nederlanders als krijgsgevangenen afgevoerd; 648 van hen komen te overlijden.[3]

Krijgsgevangenkampen in Nederlands-Indië en daarbuiten

Verspreid over Nederlands-Indië richt de Japanse bezetter krijgsgevangenkampen op. Dit gebeurt op Java, Sumatra, Molukken, Flores, Celebes en Borneo. De kampen zitten in uiteenlopende gebouwen waaronder ziekenhuizen, loodsen, scholen en gevangenissen. Krijgsgevangenen komen ook elders in Oost-Azië in kampen terecht zoals in Japan, Malakka, Indochina, China, Korea, Birma en Thailand. Onder deze krijgsgevangen zijn behalve Nederlanders ook Britten, Amerikanen en Australiërs.[4]

Dwangarbeid

Vanaf het najaar van 1942 gebruiken de Japanners de krijgsgevangenen als arbeidskrachten. Ze moeten vliegvelden, wegen en spoorwegen aanleggen of in mijnen en op scheepswerven werken. Voor dit doel gaan de krijgsgevangenen op transport naar kampen die over Oost-Azië zijn verspreid. De werkdagen van de krijgsgevangenen zijn lang en hun leefomstandigheden zijn slecht. De voeding is gering en van slechte kwaliteit. Gevangenen lijden aan tropische ziektes, worden mishandeld en terechtgesteld. Berucht is het werk aan twee spoorwegen. Het werk aan de Pakanbaroe-spoorweg tussen Pakanbaroe en Moearo op Sumatra leidt tot zo’n 700 doden onder de Nederlandse krijgsgevangenen. Bij de aanleg van de Birma-Siamspoorweg tussen Birma en Thailand komen ongeveer 3000 Nederlandse krijgsgevangenen om.[5]

Overzichtskaart van Oost-Azië, 1900: Java, Singapore en gebied Birma-Siamspoorweg omcirkeld
Kaart Oost-Azie, 1900-omcirkeld.jpg
Bron: commons.wikimedia.org

Krijgsgevangene aan de Birma-Siamspoorweg

Johannes van Asten wordt ook krijgsgevangene, maar het is niet bekend waar en wanneer de Japanners hem gevangen nemen. Na zijn aanhouding komt hij terecht in een kamp op Java en wordt later tewerkgesteld aan de Birma-Siamspoorweg. De Birma-Siamspoorweg is 415 kilometer lang en loopt van Non Pladuk bij Ban Pong in Thailand (tot 1939 Siam geheten) naar Thanbyuzayat in Birma. De spoorweg moet het de Japanners gemakkelijker maken om troepen en materialen naar het front in Birma te brengen. De krijgsgevangenen verblijven voor dit werk in een reeks kampen langs de rivieren Khwae Yai en Khwae Noi. Vanuit zo’n kamp moeten zij een deel van de spoorweg aanleggen. Als dat deel klaar is, dan gaan de gevangenen naar een volgend werkkamp om aan een ander deel te werken. Op deze manier schuiven groepen krijgsgevangenen telkens op. Het werk aan de spoorweg, dat onder zware omstandigheden moet gebeuren, begint in 1942 en is in oktober 1943 klaar.[6].

Kaart van de Birma-Siamspoorweg met kampen
Kaart Birma-Siamspoorweg.jpg
Bron: Brabantse Gesneuvelden (F. van Doorn)
Locatie van Kamp 100, aangeduid als Regue/100
Kaart met Regue.jpg
Bron: Sears A. Eldredge, Macalester College, USA

Route naar het kamp

Krijgsgevangenen die van Java op transport gaan naar de spoorweg worden eerst met schepen naar Singapore gebracht. Singapore is onderdeel van de Britse kolonie Straits Settlements en is door Japan bezet. De transportschepen worden ‘hell ships’ genoemd vanwege de slechte omstandigheden aan boord. Vanuit Singapore gaan de krijgsgevangenen, die zijn bestemd voor de aanleg van het Thaise gedeelte van de spoorweg, per trein naar Ban Pong in Thailand. Vervolgens gaan zij in een vrachtauto of te voet naar hun werkkamp. Krijgsgevangenen die aan het Birmese gedeelte moeten werken gaan per schip van Singapore naar Rangoon in Birma en van daaruit naar hun kamp. Johannes van Asten komt in Birma terecht in een kamp bij kilometer 100 van de spoorweg.[7]

Tekening van de verhuizing van kamp 80 naar kamp 100, eind mei 1943
Verhuizing naar kamp 100, mei 1943.jpg
Bron: Delpher, Het Geheugen
Programma van voorstelling in kamp Regue-100, 22 december 1943
Programma Kamp Regue 22.12.1943.jpg
Bron: Delpher, Het Geheugen

Dood bij Kilometer 100 in Birma

Elk kamp langs de Birma-Siamspoorweg wordt aangeduid met het aantal kilometers dat het kamp verwijderd is van het beginpunt in Thailand of Birma. Veelal wordt de naam toegevoegd van het dorp waar het kamp ligt. Johannes van Asten wordt ondergebracht in kamp 100. Dit kamp ligt op 100 kilometer van Thanbyuzayat in Birma en wordt in de bronnen ook wel vermeld als ‘Regue’ of ‘Anganum-2’. De krijgsgevangenen in kamp 100 zijn in mei en juni 1943 aangekomen uit twee andere Birmese kampen, Phadong (kamp 80) en Aparon (kamp 83). Zij moeten een spoordijk aanleggen. Op 22 december 1943 wordt in het kamp een voorstelling opgevoerd door een groep krijgsgevangenen met de naam ‘Rimboe Club’. Van de voorstelling is een programma bewaard gebleven met daarop onder andere een moppentrommel, liedjes, goocheltrucs en een dansende ‘Miss Waikiki’. Johannes van Asten maakt de voorstelling niet meer mee. Hij sterft op 19 december 1943 aan beriberi. Johannes wordt begraven op het Nederlands Ereveld op het Thanbyuzayat War Cemetery in Myanmar, vak D I, rij C, grafnummer 1. Zijn naam komt voor op de namenlijsten van het ‘Birma-Siamspoor en Pakan Baroe spoorwegen monument’ in Arnhem en het Nederlands Ereveld in Thanbyuzayat.<Regionaal Archief Tilburg 565 map 222 J.H.L. van Asten; Oorlogsbronnen J.H.L. van Asten; Oorlogsgravenstichting J.H.L. van Asten; Commonwealth War Graves Commission J.H.L. van Asten; japansekrijgsgevangenkampen.nl; Sears A. Eldredge, Captive Audiences / Captive Performers. Music and Theatre as Strategies for Survival on the Thailand-Burma Railway 1942-1945. Chapter 3 & 4, Digital Commons @ Macalester, Macalester College, Saint Paul, Minn. USA; 4en5mei.nl; online-begraafplaatsen; Kobes, Gerrit en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg, 2003 (THR 11).</ref>

Graf van Johannes van Asten op Thanbyuzayat War Cemetery in Myanmar
Graf JHL van Asten.jpg
Bron: Oorlogsgravenstichting

Gebeurtenis

Bronnen

Dit is een selectie van de gebruikte bronnen. In de noten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur

  • Gerrit Kobes en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg 2003 (THR 11)
  • Herman Burgers, De garoeda en de ooievaar: Indonesië van kolonie tot nationale staat, Hoofdstuk V, Indonesië onder Japanse Bezetting, Brill 2010
  • J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985;
  • Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8. Martinus Nijhoff, Den Haag 1969.
  • Militaire Spectator jrg. 1986 nr. 3, 1995 nr. 8 en jrg. 1998 nr. 3
  • Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016, p.16.
  • Sears A. Eldredge, Captive Audiences / Captive Performers. Music and Theatre as Strategies for Survival on the Thailand-Burma Railway 1942-1945, Digital Commons @ Macalester, Macalester College, Saint Paul, Minn. USA.

Externe links

Noten

  1. Regionaal Archief Tilburg 565 map 222 J.H.L. van Asten; Oorlogsbronnen J.H.L. van Asten; Oorlogsgravenstichting J.H.L. van Asten; Tweede kamer der Staten-Generaal, Erelijst van gevallenen 1940-1945 – J.H.L. van Asten f5; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand geboorten Tilburg 25.5.1878 akte 477; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg 9.4.1951 akte 351; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg 13.9.1944 akte 870; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1900-1910 f28, f238en f256; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1910-1920 f48; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f48; BHIC 50 Burgerlijke Stand geboorten Boxtel 28.6.1879 akte 93; BHIC 550 Burgerlijke Stand huwelijken Boxtel 22.8.1906 akte 39; BHIC 550 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg 8.9.1911 akte 648; BHIC 1792 Bevolkingsregister Boxtel 1902-1911 f38; Stadsarchief Rotterdam 999 Burgerlijke Stand geboorten Rotterdam 27.1.1909 akte 992; Stadsarchief Rotterdam 494-03 Bevolkingsregister Rotterdam 1880 f144; Regionaal Archief Tilburg 1182 Collectie adresboeken van Tilburg; Het Utrechts Archief 920 Nederlandse Spoorwegen personeels-en pensioenregisters, A.A. van Asten volgnr. 2450.
  2. Nationaal Archief 2.10.50 Suppletiefolio's Oost-Indië; Oorlogsgravenstichting J.H.L. van Asten; Commonwealth War Graves Commission J.H.L. van Asten; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f48; Delpher, De Sumatra post 8.11.1939; Delpher, Bataviaasch nieuwsblad 2.5.1939 en 23.11.1939; marsethistoria.nl; Militaire Spectator 1928, Het Nederlandsch-Indisch Leger I (Oktober 1928).
  3. oorlogsbronnen.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl; indischekamparchieven.nl; Militaire Spectator jrg. 1995 nr. 8 en jrg. 1998 nr. 3; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016.
  4. Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; indischekamparchieven.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl.
  5. J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016; Herman Burgers, De garoeda en de ooievaar: Indonesië van kolonie tot nationale staat, Hoofdstuk V Indonesië onder Japanse Bezetting, Brill 2010; Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; oorlogsbronnen.nl; pekanbarudeathrailway.com.
  6. Database Nederlandse dwangarbeiders Birmaspoorweg J.H.L. van Asten; Online-begraafplaatsen.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl; powresearch.jp; wikipedia.org; historiek.net; oorlogsverhalen.com; shbss.nl; Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; indischhistorisch.nl
  7. japansekrijgsgevangenkampen.nl; Regionaal Archief Tilburg 565 map 222 J.H.L. van Asten; Oorlogsbronnen J.H.L. van Asten; Oorlogsgravenstichting J.H.L. van Asten; Nationaal Archief 2.10.50 Suppletiefolio's Oost-Indië; wikipedia.org.