Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

03 De hoeve van Willem van Gestel

Hoeve van Willem van Gestel
Odenhout kaart 03 Willem van Gestel.jpg
Vroegste vermelding 1340
Vroegst bekende eigenaar Willem van Gestel


03 De hoeve van Willem van Gestel
3.3 schuur int Waalwijkseweg 16 (2) - .JPG
De Vlaamse schuur die vroeger bij de oude boerderij stond is bewaard gebleven. Inmiddels gedekt met ijzeren golfplaten, maar het prachtige oude gebint is bewaard gebleven.

Beschrijving van de hoeve


Deze hoeve ligt aan de Houtsestraat tussen twee hoeven van de Abdij van Tongerlo in.

Het cijnsboek van de hertog van Brabant dat begint in 1340 bevat een cijnspost van 10 nieuwe schellingen, 4 penningen en 1 oort ten laste van de hoeve van Willem van Gestel. In het register van 1380 betaalt Willem van Gestel nog 8 schellingen 3,5 penning en 1 oort. Bertold Back betaalt dan 2 nieuwe schellingen namens Willem van Gestel. Blijkbaar is een klein deel van de hoeve van Willem van Gestel overgegaan naar Bertold Back. In het vervolg blijft die scheiding ook bestaan. Mogelijk is er een verband met een akte uit 1349 waarin zijn schoonzus Gudelt Bertout Bac van Westtilborch verklaart zes oude ponden schuldig te zijn aan Willem van Ghestel. Het onderpand van deze schuld is een erf in Udenhout.

Het is waarschijnlijk dat de genoemde Willem Jan van Gestel uit 1340 de vader was van onder andere Jan van Gestel, de pastoor van Tilburg in de tweede helft van de 14de eeuw. Zijn neef Thomas van Gestel volgt hem op na de dood van Jan in 1395. Dat verklaart waarom de helft van de hoeve aan de Houtsestraat in handen komt van de investiet (=pastoor) van Tilburg waarvoor de Abdij van Tongerlo de cijnzen betaalt. De Abdij van Tongerlo levert de pastoors voor de parochie Tilburg. Het cijnsboek uit 1448 noemt Magistro Thoma investito de Tilborch.

Mogelijk is Aleidis Bac, echtgenote van Willem Jan van Gestel, de dochter van Bertold Back die al in 1380 een deel van de hoeve in bezit heeft gekregen. Een akte in 1354 spreekt over deze familie Bac, waaronder Berthout (of Bertold), die een erfpacht overdraagt aan hun zwager Engbrecht Diederic Smets, uit een hoeve daer Willem van Gestel op woent in Udenhout. Deze Willem van Gestel heeft ook een zoon Franco, die Vranck van Gestel kan zijn, genoemd in 1424.

De cijnsboeken van de Abdij van Tongerlo laten ook tekenen zien van een splitsing van deze hoeve. In hun oudste register uit 1362 betaalt Willem van Gestel een cijns van tien schellingen aan de abdij. Het tweede register begint in 1385 en daar staat een aantekening bij over de investiet Joannes van Gestel, zijn zoon. Het daaropvolgende register begint in 1430 en daar is de cijns gesplitst in twee cijnzen van vijf schellingen. De eerste helft betalen de kinderen van Johannes van Gestel, het tweede deel de pachter van de pastoor van Tilburg. Joannes van Gestel wordt in 1365 pastoor van de parochie Tilburg en blijft dat tot aan zijn dood in 1395. Daarna is de hoeve ongetwijfeld onder de erfgenamen verdeeld. Na deze verdeling verkopen drie kinderen van Willem, Agnes, Jutta en Willem hun deel aan de Abdij van Tongerlo. De exacte verdeling is tot in detail beschreven in een akte van de schepenbank van 's-Hertogenbosch. Op 21 februari 1399 leggen zij vast welke deel van de hoeve aan de abdij toekomt en welk deel aan Jan Willem van Gestel ten deel valt en welke helft aan Heer Maes (Thomas), pastoor van Tilburg en zijn familie.

Op het deel van Jan Willem van Gestel staat het bouhuys mette camere en ook de langhen stal ende dat backhuys ende twee poirtkens, met al het hout. De hoeve had ook nog een schuyre ende die schaepskoye ende dat torffhuys die naar de andere helft gaan. Zijn deel was zeven lopense land minder groot dan de andere helft.

Mogelijk heeft de Tilburgse pastoor een of meer kinderen gehad. In 1415 verkoopt Jan van Ghestel zoon van wijlen Jan van Ghestel Willemssoen 42 eikenbomen en een beukenboom op zijn hoeve in Udenhout. Het kan ook zijn dat er twee zonen Jan zijn geweest.

Op 7 mei 1419 verkopen Jan en Willem, zonen van wijlen Jan van Gestel, aan Jacop Scheijven, Willem die Becker, Gerit van Meijelsfort en Claes Colen 50 eikenbomen van hun hoeve tussen twee hoeven van Tongerlo. Een paar maanden later in 1419 verkoopt Willem Jan van Gestel zijn helft van deze hoeve aan Anthonius Jan Tonsus. Daar staat als plaatsaanduiding bij dat de hoeve loopt van de straat tot aan het erf de Kuel. Antonius Tonsus op zijn beurt draagt zijn deel in 1424 op aan Willem van Ghent, ridder. Hij verklaart dan dat het de oude hoeve van Vranck van Gestel is. Aan wie Willem van Ghent het overdraagt of verkoopt, daar zijn nog geen bronnen van bekend.

Het cijnsboek van de hertog uit 1448 laat zien dat het bezit van Willem van Gestel is verdeeld. Henrick Jan van Buedel, blijkbaar de nieuwe eigenaar, betaalt het deel dat eerder door Jan en Willem van Gestel werd betaald, namelijk uit de helft van de hoeve uit 1380: vier nieuwe schellingen en negen penningen. De abt van Tongerlo betaalt namens de pastoor van Tilburg in totaal 35 penningen en 2,5 oort uit de hoeve van Willem van Gestel. Het register laat zien dat het drie kinderen van Willem van Gestel zijn geweest, namelijk Agnes, Jutta en Willem die hun deel hebben overgedragen aan Tongerlo. In het cijnsboek van 1522 betaalt aanvankelijk Adriaan Nicolaas Sterts de vier schellingen en negen penningen en later zijn kinderen en kleinkinderen.

Hetzelfde valt te lezen in het cijnsboek van Tongerlo dat begint in 1435. Daarin betaalt Henricus van Budel de halve cijns. In het register van 1463 staan Adrianus Nicolaas Sterts en Katharina Nicolaas Sterts als cijnsbetalers genoteerd. De overeenkomst met de hertogelijke cijnsregisters is te sterk om toevallig te zijn.


Huidige bewoning


Op het grondgebied van de oude hoeve vinden we de woning Waalwijkseweg 16.


Bronvermeldingen


Abdijarchief Tongerlo, charter 640 Reg.A.VII 6 fol.25. (1349), charter Reg.A.VII 6 fol.34f. (1354).
Stadsarchief 's-Hertogenbosch, schepenbank van 's-Hertogenbosch, inv.nr. 1189 f. 133v (1415); inv.nr. 1191 f. 121 (1419); idem f. 347v (1419); inv.nr. 1195 f. 23 (1424).
- Toelichting cijnsregister