Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Muurkrant

Muurkrant Tilburg
Geschiedenis
Opgericht 1978
Opgeheven 1995
Structuur
Plaats Tilburg

De Tilburgse muurkrant verscheen tussen 1978 en 1995 en had een linkse signatuur.

Op 30 maart 1978 verscheen de eerste muurkrant in de Tilburgse binnenstad met de titel “ZIEKENFONDS SLOOPT”. Diezelfde dag stuurde de muurkrant een brief aan de Tilburgse organisaties en actiegroepen: ‘ Beste mensen, zoals jullie inmiddels wel gemerkt hebben is Tilburg een oppositie-middel en een organisatie rijker, en wel een muurkrant. De muurkrant Tilburg richt zich met haar inhoud vooral op de werkende bevolking. Op tal van plaatsen in deze maatschappij is het met name de werkende klasse die op tal van terreinen gekonfronteerd wordt met uitbuiting en onderdrukking’ (….) De muurkrant Tilburg is een niet-partij-gebonden organisatie die bereid is iedere beweging die bovengenoemde strijd vooruit helpt en de positie van de werkende klasse versterkt te ondersteunen’.

Muurkrantbeweging

In 1970 ontstond de Utrechtse muurkant, ook wel ‘de moeder aller muurkranten’ genoemd, uit de linkse studentenbeweging van de jaren ’60. De krant was bedoeld als middel tot politisering, het aanvallen van de rechtse ideologie en de kapitalistische tegenstellingen. Zij werd geschreven voor mensen met een lage maatschappelijke positie (‘niet-bezitters’). Onderwerpen moesten ‘direkt aanspreekbaar’ en ‘ondubbelzinnig duidelijk’ zijn. Uitgangspunten waren agitatie en propaganda. Door het openbaar maken van verzwegen informatie wilde de muurkrant mensen weer aan het denken zetten. De nadruk lag op lokaal nieuws. De muurkrant wilde ook een voorhoedefunctie hebben bij de vorming van een links stadsfront (met daarin verschillende progressieve politieke partijen en organisaties). Later ontstonden de Arnhemse (1975), de Leidse (1976) en de Tilburgse (1978) muurkrant.

De Tilburgse muurkrant

De groep van de Tilburgse muurkrant bestond uit mensen van divers progressief links pluimage: Kommunistische Eenheidsbeweging Nederland Marxistisch Leninistisch (KEN(ml)), Socialistische partij (SP), Rode jeugd, Pacifistisch Socialistische Partij (PSP), anarchisten en allerlei actiegroepen. Men kende elkaar van acties, bijvoorbeeld van bijeenkomsten voor El Salvador, Nicaragua, acties tegen kernenergie, Woensdrecht, de krakersbeweging, de munitietrein. De kracht van de Tilburgse muurkrant en het activisme was dat in Tilburg allerlei groeperingen samenwerkten: sinds 1975 in het Tilburgse Aktiegroepen Overleg (TAO), maar eerder al in jongerencentrum Posjet. Iedereen zette haar of zijn talent in om acties te ondersteunen; studenten van de tekenacademie zetten hun beeldend vermogen in, bijvoorbeeld door het maken en zeefdrukken van affiches. De Actiegroep Huisvesting Jongeren (AHJ) zocht naar middelen om informatie te verspreiden. Het idee was om een infokrant te maken of een muurkrant. Men legde contact met de muurkrantorganisaties van Utrecht, Arnhem en Leiden. Deze zorgden voor ondersteuning met schrijven, het opzetten van een drukkerij etc. Studenten van de tekenacademie zetten zeefdrukkerij De Rode Zeef op.

Blijf van ons geld af
Schutting met muurkrant, Willem II-straat 66, 1981. Foto: Ekke Feldmeijer, collectie Regionaal Archief Tilburg

Organisatie en werkwijze

De organisatie van de Tilburgse muurkrant vertoonde veel overeenkomsten met die van Arnhem, Utrecht en Leiden. Een centrale groep hield toezicht op de inhoudelijke en technische organisatie van de muurkrantactiviteiten en kwam minimaal eenmaal per week bij elkaar. Binnen de centrale groep was er in driedeling van taken: de interne organisatie, de externe organisatie en de politiek. De interne organisatie hield zich bezig met inhoudelijke en technische taken. Tijdens discussiebijeenkomsten besprak men de inhoud van de kranten, andere muurkrantactiviteiten en ze voerden discussie over politiek relevante zaken. De redactie vergaderde zeer regelmatig en zorgde voor een goede verslaglegging. Zij hield een archief bij, zorgde voor de opbouw van een informanten netwerk en het tijdig afleveren van de stukken. De groep lay-out zorgde voor het aanleggen van een fotoarchief, het onderhoud van materiaal, beheerde de stencilmachine en maakte de mini-muurkrant, een handzamer gestencild formaat. De mensen van de drukkerij hielden zich bezing met de bouw van een reservedrukkerij, onderhoud van het materiaal, het ontwikkelen van nieuwe technieken en het tijdig afleveren van stukken. Ook hierbij waren geregelde werkbijeenkomsten en verslaglegging belangrijk. De externe organisatie hield zich bezig met de verspreiding van de ‘grote’, de mini, de werving van nieuwe medewerkers, het voorbereiden van acties en de controle van de in- en uitgaande post. De afdeling ‘politiek’ hield zich o.a. bezig met scholing.

Nadat de voorredactie besloten had een onderwerp uit te diepen, werd de informatie gecontroleerd op waarheidsgehalte. De gecontroleerde informatie kwam vervolgens bij de na redactie, die de artikelen schreef. Ook de vorm van de teksten was aan regels gebonden. De schrijvers kregen maximaal 100 woorden om de boodschap zo goed en duidelijk mogelijk over te brengen. Kort en compact waren de sleutelwoorden. Stevig taalgebruik en een confronterende kop zetten de toon van de artikelen. De redactie moest knopen doorhakken en legde achteraf verantwoording af over de inhoud aan een grotere groep betrokkenen. Nadat de stukken geschreven waren, gingen de teksten naar de zeefdrukkerij. Het drukken gebeurde handmatig, op doorgezaagde restrollen voor kranten. Na het drogen moesten de kranten gevouwen en verspreid worden onder de plakkers. Per wijk werd in tweetallen gewerkt; de een stond op de uitkijk, de ander plakte. Als de krant eraf getrokken was, moesten de plakkers een nieuwe ophangen. Voorzichtigheid was geboden, want plakken was strafbaar (art. 63. Lid 2 van de APV).

Landelijk Overleg Muurkranten

De muurkrantorganisaties van Utrecht, Arnhem, Leiden en Tilburg vormden samen de harde kern van de Nederlandse Muurkrantbeweging; ze hadden ongeveer dezelfde organisatievorm en politieke doelstellingen. Gezamenlijk participeerden zij in het Landelijk Overleg Muurkranten (LOM). Samen stelden ze de brochure ‘Uitgangspunten Muurkrantorganisaties Nederland’ op waarin de ideologie en de voorwaarden voor een muurkrant beknopt werden aangegeven. (welke zijn dit?) Ook in Nijmegen, Maastricht, Groningen, Dordrecht, Rotterdam en Eindhoven verschenen muurkranten, al hadden deze aanzienlijk minder revolutionair elan dan die van de harde kern. ‘Een muurkrant oprichten is geen kattepis’, zo is te lezen in de propagandabrochure, ‘dat vergt vooraf al een min of meer duidelijke politiek plus een grote hoeveelheid energie. Dat is dan ook de reden dat er nu nog maar een handvol echte muurkrantorganisaties draaien’. Tijdens bijeenkomsten van het LOM besprak men de kranten en maakten afspraken over regelmaat, bronbescherming en verschijningsvorm. Ook voor visie, informatie-uitwisseling en scholing werkten de vier organisaties samen. Na een paar jaar verliet de Tilburgse muurkrant het LOM en ging haar eigen weg.

Anoniem

De Tilburgse muurkrant opereerde in de sfeer van anonimiteit. De plaats waar de krant gedrukt werd bleef geheim en wie er meewerkten aan de muurkranten, viel ook niet te achterhalen. Wilde iemand een abonnement op de (mini)muurkrant of wist iemand van vermeende misstanden, dan kon je een postkaart sturen naar postbus 814. In de publicatie 1 jaar muurkrant in Tilburg is te lezen: ‘iemand die meedoet met de krant hangt dat niet direkt aan de grote klok. Waarom zo geheimzinnig? Dat komt omdat de muurkrant rekening moet houden met tegenakties van de kant van Autoriteiten en de wet. Om kontrole uit te kunnen oefenen op dat wat mensen lezen is voor het aanplakken van affiesjes en muurkranten een vergunning nodig. Om de oppositie te kunnen kontroleren is de wet van “vrijheid van meningsuiting” opgesteld. Daarin staat dat iedereen in “vrijheid” zijn mening mag uiten. Echter valt je mening de autoriteiten en de wet aan, dan wordt je de mond gesnoerd in een proces wegens “smaad” en “laster”. Huisjesmelkers en ander geboefte zijn ook niet altijd tevreden over de manier waarop hun gedrag in de muurkrant beschreven staat. Vandaar de voorzichtigheid van de muurkranters.’ Huisjesmelkers zoals Bogaers en Kantelberg (“Kankerberg”) hadden het dan ook zwaar te verduren in de muurkrant; met naam, toenaam, adres en telefoonnummer stonden ze op de muurkant. Bogaers zou zelfs een kaart van Tilburg in zijn kantoor hebben hangen, met daarop de aanplakpunten van de muurkrant. De persoonlijke aanval werd in de muurkrant niet geschuwd (ook lokale politici kregen het zwaar te verduren in de muurkrant) dit leidde regelmatig tot opschudding en kwaadheid bij de gevestigde orde.

Onafhankelijk

De muurkrant was onafhankelijk. De middelen waarmee de muurkrant gemaakt werd, waren in eigen beheer. Iedere deelnemer aan de muurkrant stopte elke maand een rijksdaalder in de ‘plakkerspot’. Ook de abonnementen op de mini-muurkrant leverden geld op, waarmee lijm, kwasten, boetes en korte gedingen werden betaald. Onafhankelijkheid was erg belangrijk, de muurkrant ageerde juist tegen de gevestigde pers, zoals Het Nieuwsblad, dat in de muurkant steevast ‘Het Nietsblad’ werd genoemd. Omdat de krant zo afhankelijk was van advertenties, zou zij (aldus de Muurkrant) adverteerders zoveel mogelijk ontzien en daardoor minder kritisch zijn.

Het einde van de Tilburgse muurkrant

“Zolang er verzwegen nieuws blijft, blijft de muurkrant ook bestaan”, zegt muurkrantmedewerker kees in 198 bij Radio Tilburg. Op dat moment is de Tilburgse muurkrant de laatst overgebleven grote muurkrant in Nederland. De andere muurkanten bestonden niet meer of waren in gewijzigde vorm verder gegaan. Na 1990 zette de teloorgang in van de Tilburgse muurkrant. Er werden minder kranten gedrukt en geplakt, het principe van elke twee weken een krant werd losgelaten. Er vond een wisseling van de wacht plaats; de nieuwe generatie muurkranters hield er andere ideeën op na. De koppen werden minder scherp en het revolutionaire elan van de beginjaren leek verdwenen. Ook de onderwerpen veranderden: vaker landelijk gericht en niet specifiek op Tilburg. In 1995 komt er na 17 jaar een einde aan de Tilburgse muurkrant.

Bronnen en literatuur

Regionaal Archief Tilburg


1 jaar muurkrant in Tilburg (1979)


Astrid de Beer en Mirjam Heijs, ‘Geen censuur op de muur! De muurkrant in Tilburg 1978-1995’, in: Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jaargang 32, april 2014, nr. 1, p. 11-18

Geheugen van Tilburg

Externe link

Protest in Brabant

'Een muurkrant oprichten is geen kattepis'. De Tilburgse muurkrant, 1978-1995